Schooldirecteur: ‘Zij-instromers krijgen applaus, maar jongeren wordt afgeraden om leerkracht te worden’

© Getty Images/Maskot
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Meer dan twee maanden na het begin van het schooljaar kreunen Vlaamse scholen almaar meer onder het lerarentekort. ‘Er komt niet één sollicitant op onze vacatures af’, zegt schooldirecteur Ann D’haenens.

‘Tot voor kort was het vooral moeilijk om mensen te vinden voor korte vervangingen, maar nu geldt dat ook al voor opdrachten voor een heel schooljaar’, zegt Ann D’haenens, codirecteur van VBS Sint Hendrik in Deinze. ‘Sinds september staan er in onze scholengemeenschap verschillende voltijdse opdrachten tot eind juni open, maar er komt geen enkele sollicitant op af. We beginnen ons zelfs af te vragen of het nog wel zin heeft om vacatures uit te schrijven.’

Het goede nieuws is toch dat steeds meer mensen uit andere sectoren naar het onderwijs overstappen?

Ann D’haenens: Ja, maar daarmee zullen we het lerarentekort niet oplossen. Niet alleen zijn die zij-instromers met te weinig om alle openstaande vacatures in te vullen, de realiteit blijkt ook niet altijd aan hun verwachtingen te beantwoorden. Wie pas begint les te geven, moet heel veel tijd in de job – en dan vooral in de lesvoorbereidingen – investeren. Voor zij-instromers, die in een andere fase van hun leven zitten dan jonge mensen die net zijn afgestudeerd, is dat moeilijker vol te houden. Zeker doordat velen van hen ondertussen ook nog een aangepast traject binnen de lerarenopleiding volgen. Daar wordt niet altijd genoeg rekening mee gehouden. Zo ken ik een veertiger die begin dit schooljaar vol overtuiging van de zorg naar het onderwijs is overgestapt. Ze geeft nu Frans aan leerlingen uit het beroepsonderwijs. Ze was zich er vooraf heel goed van bewust dat ze als starter veel tijd aan haar job zou moeten besteden en daar was ze ook toe bereid. Toch valt het haar allemaal zwaarder dan gedacht.

Waarom?

D’haenens: Om te beginnen had de collega die als haar mentor was aangeduid het tijdens de eerste weken van het schooljaar te druk om haar intensief te begeleiden. Aangezien de lerarenopleiding aan de hogeschool pas eind september startte, had ze aanvankelijk dus weinig houvast. Na anderhalve maand kwam haar stagebegeleider op school langs: een vrouw van 24 die zelf nog nooit voor de klas had gestaan. Niet meteen een ideale begeleider voor iemand van 43. In haar beoordeling werd de vrouw dan ook nog eens afgestraft omdat ze een liedje had gebruikt om haar leerlingen de passé composé aan te leren. Zingen is geen leerdoel binnen het vak Frans. Het gevolg was dat ze overwoog om de handdoek in de ring te gooien. Ondertussen heeft ze besloten om toch te blijven lesgeven, maar de opleiding zet ze stop tot ze zich wat zelfverzekerder voelt. Nu ondervinden niet alle zij-instromers zoveel problemen, maar het toont wel aan dat een overstap naar het onderwijs vaak minder voor de hand ligt dan wordt aangenomen.

We beginnen ons af te vragen of het nog wel zin heeft om vacatures uit te schrijven.

Dus moeten we vooral meer jonge mensen warm maken om meteen na het secundair onderwijs voor een lerarenopleiding te kiezen?

D’haenens: Natuurlijk. Iedereen applaudisseert nu voor mensen die uit een andere sector naar het onderwijs overstappen, maar achttienjarigen wordt vaak afgeraden om leerkracht te worden. Alsof dat van een gebrek aan ambitie zou getuigen. Een tijd geleden sprak ik in de leraarskamer met een paar stagiairs van 18, 19 jaar. Een van hen durfde haar vrienden amper te vertellen dat ze voor een lerarenopleiding had gekozen omdat ze wist dat ze daarop zou worden afgerekend. ‘Ah, je hebt niet veel zin om te werken’, klinkt het dan. Hoe erg is dát? Willen we iets aan het lerarentekort doen, dan moeten we dringend ophouden met de hele tijd dezelfde clichés over het onderwijs te herhalen.

Willen we iets aan het lerarentekort doen, dan moeten we dringend ophouden met de hele tijd dezelfde clichés over het onderwijs te herhalen.

Aan welke clichés denkt u?

D’haenens: Om te beginnen de bewering dat wij niet veel hoeven te werken en heel veel vakantie hebben. Alsof we alleen maar aan het werk zijn als we daadwerkelijk voor de klas staan. Men zou beter benadrukken dat een job in het onderwijs veel flexibiliteit vereist, maar dat daar wel tegenover staat dat het veel gemakkelijker met een gezin te combineren valt dan veel andere banen. Een andere misvatting die keer op keer wordt herhaald, is dat je in het onderwijs alleen een vlakke loopbaan kunt hebben. Dat klopt echt niet. Kijk maar naar mij. Ik ben twintig jaar leerkracht geweest in een industrieel-technische school terwijl ik ook een aantal jaren Frans gaf in de basisschool. In die tijd ben ik nog even als stafmedewerker aan een scholengemeenschap uitgeleend en vandaag ben ik deeltijds directeur in het basisonderwijs en werk ik de rest van de tijd als ondersteuner van leerlingen met een beperking in het gewone onderwijs. Dat kun je toch geen vlakke loopbaan noemen? Het is hoog tijd dat we al die vooroordelen doorprikken. Lesgeven is de allermooiste job ter wereld, maar om de een of andere reden laten we dat nu veel te weinig zien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content