Scholen organiseren speciale ‘examencommissieklassen’ voor leerlingen
Almaar meer scholieren proberen een diploma secundair onderwijs te behalen via de examencommissie. Enkele scholen organiseren daarvoor speciale examencommissieklassen. Juridisch bevinden ze zich in een grijze zone.
‘De examencommissie biedt een tweede kans aan jongeren en volwassenen om een getuigschrift of diploma secundair onderwijs (SO) te behalen. Ze organiseert daartoe op permanente basis een examenaanbod voor verschillende studierichtingen. De examencommissie is met andere woorden geen onderwijsverstrekker. Anders dan de onderwijsverstrekkers kent ze haar kandidaten niet en doet ze niet aan leerbegeleiding.’
Zo staat het in het ‘Verslag van de evaluatie van de examencommissie secundair onderwijs’ van de Vlaamse onderwijsinspectie, dat in maart verscheen. Iedereen kan zich tegen het bescheiden bedrag van 38 euro inschrijven voor een examenronde. Je moet je zelf voorbereiden op het grotendeels digitale examen, dat regelmatig georganiseerd wordt. Omdat leerlingen onder de achttien jaar wel een leerplicht hebben, maar geen schoolplicht, volstaat een inschrijving voor de examencommissie om wettelijk in orde te zijn.
Tussen 2017 en 2020 daalde het aantal inschrijvingen voor de examencommissie. Dat was een tijdelijk gevolg van de invoering van een maatregel om de moeilijkheidsgraad van het traject voor een diploma beroepssecundair onderwijs (BSO, vandaag: arbeidsmarktfinaliteit) wat op te drijven om het beter af te stemmen op de arbeidsmarkt. Sinds 2020 zitten de cijfers weer in de lift, van bijna 2700 inschrijvingen naar bijna 4000 in 2022. De stijging vertaalt zich in een toename van het aantal uitgereikte diploma’s.
‘Ook dit jaar zal het aantal inschrijvingen stijgen’, zegt Griet Van den Eynde van de examencommissie, die hoort bij het Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS). ‘Wij vermoeden dat er verschillende oorzaken zijn. Tijdens de coronacrisis hebben veel leerlingen gemerkt dat ze ook thuis vlotjes kunnen studeren. In de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs zien we een tendens dat ouders hun kinderen meer thuisonderwijs geven. Ook voor de derde graad is er een toename. Voor velen is de examencommissie zelfs geen tweede kans meer, zoals vroeger, maar wel een manier om in eigen tempo een eigen traject te volgen. We horen de uiteenlopendste verhalen over waarom iemand ervoor kiest een diploma via de examencommissie te behalen.’
Ongeveer 70 procent van de kandidaten haalt via de examencommissie een diploma.
Overprikkeld
Klassiek zijn de laatstejaarsscholieren die al met Kerstmis een slecht rapport krijgen. Om te vermijden dat ze een C-attest krijgen en hun jaar moeten overdoen, kappen ze met school en volgen ze de examencommissie. Andere kandidaten zijn de school beu of raken er overprikkeld, waardoor ze niet maximaal kunnen renderen. Nog anderen hebben pragmatischer redenen. Ze zijn chronisch ziek, werken al of investeren in een sportloopbaan. Sommige hoogbegaafde leerlingen vervelen zich door het doordeweekse schooltempo en leggen via de examencommissie in een jaar de vakken van twee schooljaren af. Sommige leerlingen halen een of zelfs twee zakjaren in, omdat ze zich thuis beter voelen dan in het keurslijf van een klas.
De examencommissie is zo georganiseerd dat iemand die zich grondig voorbereidt in principe in vier maanden tijd een diploma kan behalen. Maar leerlingen mogen niet denken dat het een gemakkelijkheidsoplossing is. ‘Een aantal dreigt dan bedrogen uit te komen’, zegt onderwijsinspecteur Etienne Gielen, die het laatste inspectieverslag van de examencommissie coördineerde. ‘Het vergt veel discipline om uit te zoeken welke leerstof je moet kennen en die vervolgens voldoende goed door te nemen om te kunnen slagen voor de examens. De lat ligt dus behoorlijk hoog, wat logisch is als je een vorm van zekerheid wilt dat de examens je goed voorbereiden op het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt.’
De slaagkansen zijn relatief moeilijk te bepalen, omdat kandidaten hetzelfde examen tot drie keer per jaar mogen afleggen. Sommigen gebruiken de eerste examenkans gewoon om te peilen naar de moeilijkheidsgraad. Veel kandidaten beginnen met het vak dat hen het makkelijkst lijkt. Slagen ze daarvoor, dan neemt hun zelfvertrouwen toe. De slaagkansen per examen bedragen gemiddeld 67 procent, met een hoger succes voor de arbeidsmarktfinaliteit (73 procent) dan voor de doorstroomfinaliteit (het vroegere algemeen secundair onderwijs, 54 procent). Toch zou ongeveer 70 procent van de kandidaten via de examencommissie een diploma behalen.
Het nut van een diploma is groot, onafhankelijk van hoe je het behaalt. Mensen zonder diploma zijn vaker werkloos dan gemiddeld, hebben een lager loon en dus meer kans op armoede, zijn minder gezond en leven minder lang. Een achilleshiel in het succesverhaal is dat niemand momenteel weet hoe scholieren met een diploma dat ze via de examencommissie behalen het in het hoger onderwijs doen. ‘Het vergaren van gegevens over de follow-up van de scholieren is een van de belangrijkste aanbevelingen die we in ons rapport deden’, zegt Gielen.
En hoewel Gielen benadrukt dat de examencommissie uitermate nuttig is, vooral als uitweg voor kinderen die anders moeilijk aan een diploma zouden raken, blijft hij erbij dat naar school gaan altijd de eerste keuze moet zijn: ‘De examencommissie is louter een evaluatie van de vraag of een leerling op het gebied van kennis de eindtermen behaalt die de onderwijswetgeving vraagt. Een school biedt natuurlijk veel meer aan, zoals een brede harmonische vorming met aandacht voor bijvoorbeeld gezondheid, duurzaamheid en sociale omgangsvormen. Ook vakken als lichamelijke opvoeding, godsdienst en muziek komen niet aan bod in de examencommissie. De school moet dus altijd de prioriteit zijn.’
Vijf keer mislukken
Griet Van den Eynde van de examencommissie zit volledig op dezelfde lijn: ‘De school blijft de ideale basis, omdat je er veel meer leert dan wat je moet kennen voor de eindtermen. Daarom hebben we er wat moeite mee om in de aandacht te komen. We willen niet te veel reclame maken. We menen ook niet dat het groeiende succes van de examencommissie te maken heeft met een eventueel falen van ons onderwijssysteem. Het lijkt ons meer een exponent van de groeiende individualisering in de samenleving die we ook elders zien: steeds meer mensen stippelen hun eigen weg uit.’
Het is niet zo dat de examencommissie helemaal niet inwerkt op haar kandidaten. ‘We begeleiden niet echt, maar af en toe adviseren we wel’, zegt Van den Eynde. ‘Als een deelnemer vijf keer op rij mislukt, adviseren we hem of haar om bijvoorbeeld over te stappen naar het volwassenenonderwijs. Daar kunnen ze een diploma secundair onderwijs behalen door lessen algemene vorming te combineren met een beroepsopleiding. Het is echt onze bedoeling om zo veel mogelijk jongeren zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Een diploma secundair onderwijs biedt daar nog altijd de beste garantie voor.’
Sommige – meestal peperdure, want niet-gesubsidieerde – privéscholen zijn op de kar van de examencommissie gesprongen door wel onderwijs aan te bieden, maar geen examens af te nemen. Ook repetitorenbureaus duiken in het groeiende gat op de markt. Medewerkers van die bedrijven hebben incognito examens afgelegd om te kijken hoe de examencommissie werkt, zodat ze hun ‘klanten’ beter kunnen bedienen. Ongeveer 85 procent van de kandidaten zou het wel op eigen houtje doen, met alleen wat steun van de ouders of enkele bijlessen voor sommige vakken. Wiskunde, Frans en natuurwetenschappen zijn ook hier de voornaamste struikelblokken.
We willen niet te veel reclame maken.
Griet Van den Eynde
Rugzakje
Van den Eynde en haar collega’s stellen vast dat scholen zich bewust worden van de groeiende populariteit van de examencommissie en idaar ook op inspelen. Zo wordt de examencommissie op steeds meer leerlingenrapporten vermeld als een optie om een moeilijk studietraject te vergemakkelijken. Campus Louis Zimmer Atheneum in Lier heeft niet gewacht op advies. De school begon vier jaar geleden met speciale ‘examencommissieklassen’. Dat zijn klassen waarin leerlingen die hun diploma via de examencommissie willen behalen vijf tot zes uur per dag rustig kunnen studeren om hun examens voor te bereiden.
‘Het concept is een succes’, zegt coördinator Ellen Faes. ‘We vangen nu drie keer acht leerlingen op. Daarvoor worden drie leerkrachten de helft van hun tijd ingezet. We hebben wel een lange wachtlijst, want ons initiatief is via de Centra voor Leerlingenbegeleiding en enkele zorgverstrekkers op grotere schaal bekend geraakt. Daardoor krijgen we nu ook leerlingen van andere scholen binnen. We richten ons op leerlingen voor wie het anders niet lukt, omdat ze snel overprikkeld raken of een ander “rugzakje” meezeulen. We willen de kans verhogen dat ook zij een diploma behalen.’
De leerlingen worden niet zomaar passief in de gaten gehouden. Ze kunnen bijlessen krijgen voor vakken waar ze het moeilijk mee hebben, en ze krijgen maatschappelijke lessen aangeboden, bijvoorbeeld rond vrouwenrechten of het milieu. Geregeld wordt er met elke scholier een gesprek ingepland om te peilen naar zijn of haar leefsituatie, ook thuis. Er worden excursies voor hen georganiseerd en ze kunnen deelnemen aan sportdagen. ‘Het is een beetje zoals een klas, maar toch anders’, besluit Faes, die eraan toevoegt dat de leerlingen ook aparte speeltijden krijgen, omdat ze anders te veel het gevoel hebben dat ze toch ‘op school’ zitten.
Juridisch bevindt het concept van de examencommissieklas zich in een grijze zone, omdat er geen regelgeving voor bestaat. Er is zelfs amper expertise over – er zijn al scholen op het atheneum in Lier op bezoek gekomen om te kijken hoe ze het daar aanpakken. Het kabinet van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) reageert omzichtig op het initiatief: ‘Scholen mogen hun financiering van de Vlaamse overheid strikt genomen alleen gebruiken voor erkende of financierbare studierichtingen. Maar als er sprake is van begeleiding en andere omkaderende initiatieven, kan het misschien.’
Ook Weyts hamert erop dat het klassieke onderwijs altijd moet primeren. ‘Maar als het niet lukt, zijn omwegen zoals de examencommissie een goed alternatief. De examencommissie mag nooit een plan A worden, maar ze blijft waardevol voor jongeren die, om de uiteenlopendste redenen, anders minder gemakkelijk een diploma zouden behalen. Een diploma maakt een wezenlijk verschil voor hun positie op de arbeidsmarkt.’