Leni Franken
‘Optionele godsdienstlessen: ook in Vlaanderen?’
Leni Franken staat stil bij de plannen van het Franstalige onderwijs om de godsdienstlessen enkel nog optioneel te maken, en bekijkt de situatie in Vlaanderen. ‘Wat is er (grond)wettelijk precies mogelijk?’
“Onderwijs: de lessen godsdienst en zedenleer zullen enkel nog optioneel zijn” kopte Le Soir op zaterdag 4 februari. Volgens de krant zijn er, op basis van een oriëntatienota, gesprekken opgestart tussen de Franse Gemeenschap, de betrokken onderwijsnetten en de vakbonden. Het gaat, voor alle duidelijkheid, enkel om het officieel onderwijs, dat in de Franse Gemeenschap goed is voor zo’n 58% van de lagere en 40% van de middelbare de scholen. Vrije (voornamelijk katholieke) scholen zouden nog steeds zelf de keuze hebben hoe ze hun godsdienstonderwijs invullen.
Concreet liggen er 3 voorstellen op tafel: (1) het afschaffen van de lessen godsdienst/zedenleer, die vervangen worden door twee uur filosofie en burgerschap; (2) twee uur filosofie en burgerschap, aangevuld met naar keuze een extra uur filosofie en burgerschap of een uur godsdienst/zedenleer; en (3) twee uur filosofie en burgerschap, met een extra uur godsdienst/zedenleer voor wie dat wenst – een optie die volgens Le Soir de voorkeur geniet van de regering.
Ook in Vlaanderen staat de organisatie van de levensbeschouwelijke vakken in het officieel onderwijs geregeld op de politieke agenda, waarbij vooral Open VLD en Vooruit te vinden zijn voor een vak rond levensbeschouwing, ethiek, filosofie en burgerschap (LEF). Maar wat is er (grond)wettelijk precies mogelijk? Artikel 24 van de Belgische Grondwet bepaalt immers dat alle officiële scholen – dus ook de officiële scholen in de Franstalige Gemeenschap – de keuze moeten aanbieden tussen onderwijs “in de erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer”. Leerlingen in het officieel onderwijs kunnen daarom kiezen tussen katholieke, orthodoxe, protestants-evangelische, anglicaanse (enkel in Vlaanderen), islamitische en joodse godsdienstlessen. Daarnaast behoort ook niet-confessionele zedenleer tot de keuzemogelijkheden. Wie zich niet in één van deze zeven opties kan vinden, kan een vrijstelling vragen, wat er in Vlaanderen op neerkomt dat leerlingen twee uur per week aan hun lot worden overgelaten.
Deze grondwettelijke regeling betekent alvast dat de hierboven genoemde optie 1 niet erg realistisch is: als men de godsdienstlessen in hun huidige vorm wil afschaffen is een grondwetswijziging van artikel 24 nodig. In 2019 stemde de Kamer in met een herziening van dit artikel maar werd er, met een status quo, geen vereiste meerderheid bereikt in de Senaat. Optie twee en drie zijn realistischer omdat de huidige levensbeschouwelijke vakken niet zouden verdwijnen. Het basisidee van beide scenario’s is dat alle leerlingen twee uur ‘filosofie en burgerschap’ krijgen. Dit kan dan worden aangevuld met een extra uur burgerschap en filosofie of godsdienst/zedenleer (optie 2) of met een optioneel uur godsdienst/zedenleer (optie 3).
(Lees verder onder het artikel.)
Maar is het optioneel aanbieden van de levensbeschouwelijke vakken (optie 3) wel conform de Grondwet? Hierover lopen de meningen uiteen. Wie de Grondwet letterlijk leest, kan niet anders dan besluiten dat officiële scholen verplicht zijn om onderwijs in de erkende levensbeschouwingen aan te bieden. De Grondwet zegt echter niets over de manier waarop dat moet gebeuren. Men zou er dus voor kunnen kiezen deze vakken binnen het curriculum (en dus tijdens de lestijden) aan te bieden (wat nu het geval is), maar mogelijks valt ook het optioneel aanbieden van deze vakken – dus buiten het curriculum – binnen de lijnen van de Grondwet. Over de vraag of dit scenario ook conform de geest van de Grondwet is, lopen de meningen uiteen: volgens sommigen was het de bedoeling van de wetgever om godsdienstonderwijs op te nemen in het reguliere curriculum, maar dat is een interpretatie die de Franse Gemeenschap niet (meer) lijkt te onderschrijven.
De hierboven besproken voorstellen liggen momenteel op tafel en worden verder onderzocht. Er is dus nog geen concrete beslissing genomen. Toch is de kans reëel dat het derde scenario wordt geïmplementeerd. Helemaal nieuw is dit scenario trouwens niet: sinds 2017 wordt er zowel in de lagere als in de middelbare officiële scholen van de Franse Gemeenschap aan alle leerlingen een uur burgerschap en filosofie (CPC – Cours de Philosophie et de Citoyenneté) gegeven. Daarnaast kunnen leerlingen kiezen uit een extra uur CPC of een uur godsdienst/zedenleer.
Anders dan in Vlaanderen wordt godsdienstonderwijs sinds 2017 dus niet langer twee, maar één uur per week georganiseerd en is er een valabel alternatief (een extra uur CPC) voor leerlingen die geen onderwijs in de erkende levensbeschouwingen wensen. Voor leerlingen die momenteel twee uur CPC volgen zou er dus in de praktijk niets veranderen. Voor leerlingen die één uur CPC en één uur godsdienst/zedenleer volgen, zou er wel iets veranderen: zij zouden een extra uur CPC krijgen en een uur godsdienst/zedenleer bovenop hun reguliere lessenpakket kunnen volgen. Hoe dit praktisch georganiseerd zou worden, is nog onduidelijk, maar les op de middag of op zaterdag is volgens de huidige plannen uitgesloten.
De oriëntatienota die momenteel in de Franstalige Gemeenschap op tafel ligt, getuigt alvast van een grote bereidwilligheid om de organisatie van de levensbeschouwelijke vakken, die teruggaat op het schoolpact uit 1958 en in 1988 verankerd werd in de Grondwet, grondig te hervormen. Met enige creativiteit zijn er enkele mogelijkheden – het reduceren van het aantal uren godsdienst/zedenleer; het optioneel aanbieden van de levensbeschouwelijke vakken – die niet noodzakelijk om een grondwetswijziging vragen. En wat in de Franstalige Gemeenschap mogelijk is, is in principe ook in Vlaanderen mogelijk als er een politieke meerderheid te vinden is en de nodige decreten worden aangepast.
(Lees verder onder het artikel.)
Steeds meer leerlingen zijn geseculariseerd en passen niet langer in de levensbeschouwelijke hokjes die op school worden aangeboden. Toch blijft men er in Vlaanderen van uit gaan dat deze hokjes de norm zijn en dat vrijstelling een uitzondering is.
Anno 2023 lijkt het me evident om deze redenering om te keren: geen confessioneel godsdienstonderwijs als norm, maar wie dat wil kan optioneel godsdienstlessen volgen. In de twee uur die dan zouden vrijkomen, zou er (onder meer) ruimte kunnen worden vrijgemaakt voor een vak rond filosofie, ethiek, burgerschap en levensbeschouwelijke geletterdheid.
Jammer genoeg lijkt er voor dat laatste luik – levensbeschouwelijke geletterdheid – geen ruimte te zijn in het voorstel van de Franstalige Gemeenschap. Nochtans is basiskennis van een aantal religieuze en niet-religieuze tradities noodzakelijk om onze cultuur te begrijpen: wat heb je bijvoorbeeld aan een bezoek aan het KMSK of aan het vieren van carnaval of Pasen als je niets weet over het christendom? Ook met het oog op samenleven in een superdiverse context mogen leerlingen best wat levensbeschouwelijke bagage meekrijgen: niet zelden hebben jongeren vooroordelen ten aanzien van (bepaalde) religieuze bevolkingsgroepen, zonder gedegen kennis van de betreffende religies en hun interne diversiteit.
Laten we daarom hopen dat, als men in Vlaanderen ooit het LEF heeft om de huidige godsdienstlessen optioneel te maken, er in de vrijgekomen uren ook voldoende aandacht wordt besteed aan gedegen kennis over diverse levensbeschouwelijke tradities.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier