Trudo Herman

‘Onderwijsinspectie worstelt met een erfenis van enkele decennia geleden’

Trudo Herman Leerkracht

Leerkracht op rust Trudo Herman staat stil bij het jaarlijks verslag van de Vlaamse onderwijsinspectie, en dan vooral met de open brief die daarin gericht werd aan de volgende Vlaamse regering.

Met het einde van de legislatuur in het vooruitzicht, werd het jaarlijks verslag van de Vlaamse onderwijsinspectie afgesloten met een open brief aan de toekomstige Vlaamse Regering en alle betrokken onderwijsactoren. “We herstellen en bevestigen het vertrouwen in de keuzes die schoolteams weloverwogen maken”, staat er o.a. te lezen.

De onderwijsinspectie worstelt, samen met scholen, leerkrachten, CLB’s, begeleiders, leermiddelenontwikkelaars en lerarenopleiders met een erfenis van enkele decennia geleden. Toen heerste onder respectabele, gezaghebbende academici en beleidsmedewerkers min of meer een consensus over een omwenteling van organisatie, curricula en didactiek in het onderwijs. Vanaf de millenniumwissel ruimden rendementsvolle instructie, memorisatie en automatisatie vaak plaats voor contextueel, gepersonaliseerd, zelfontdekkend en geïntegreerd leren, ongeacht het vak, het niveau of de leeftijd van de leerlingen. Dit bracht niet op wat men er oorspronkelijk van had verwacht. Vooral het verwerven van vaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen, als basis voor verder leren, leden onder deze evolutie.

Schooldirecties en leerkrachten konden toen minder op het beleid wegen. In die periode werd de inspectie ingezet, met de pedagogische begeleidingsdiensten op de achtergrond, om de heersende visie te helpen implementeren. Zoals te lezen staat in het Rapport van de Commissie Beter Onderwijs (oktober 2021) is het niet ondenkbaar dat de jarenlange kwaliteitsdaling op die manier mee in de hand werd gewerkt.

De vernieuwde Inspectie 2.0 (die september 2018 van start ging) heeft de ambitie meer in te zetten op dialoog met het werkveld en probeert nu te werken op maat van de instellingen. Veel nieuwe inspecteurs hebben de vroegere manier van doorlichten niet meegemaakt, toch niet als inspecteur, maar hebben tijd en ruimte nodig om verder vertrouwen op te bouwen. De open brief en Onderwijsspiegel 2024 (het jaarlijks rapport van de onderwijsinspectie) weken alvast één en ander los.

Over de recente curriculumhervormingen kunnen we lezen: “De vraag wat nu het gevalideerd doelenkader is dat leraren moeten realiseren (b)lijkt steeds moeilijker te beantwoorden.”  Inderdaad, het belang om de standaarden rond kwaliteitsvol onderwijs aan te scherpen, ambitieuzer te formuleren en naar behoren te kunnen controleren, begint best bij een vernieuwde consensus over kwaliteitsvolle curricula en effectief leren, zeker wat het aanleren van basisvaardigheden betreft. Pas wanneer op dit vlak nog meer opening groeit, zullen inspecteurs over een solide basis beschikken om hun werk te kunnen doen.

Een ander item gaat over leermiddelen. Hoewel leden van inspectie (en pedagogische begeleiding) in het verleden soms betrokken waren bij het ontwikkelen ervan, wordt geschreven: “Stel een afdwingbaar beleidskader op dat basisgaranties biedt voor kwaliteitsvolle methoden, handboeken en andere leermiddelen. Op dit moment stelt de onderwijsinspectie zich tijdens doorlichtingen terughoudend op wat betreft het beoordelen van methoden, terwijl er soms belangrijke tekortkomingen worden vastgesteld.”

Een belangrijk item gaat over de Scholierenstem, een grootschalig onderzoek waarbij meer dan 20 000 scholieren werden bevraagd. Leerlingen schuiven hierbij hun mentaal welzijn als belangrijkste thema naar voor. 56 % van de jongeren ervaart veel stress, met evaluatiemomenten als voornaamste oorzaak. 43 % geeft aan dat onderwijs hen niet voorbereidt op het volwassen leven, en 18 % heeft zelf al racisme ervaren op school.

Hoewel het mentaal welzijn van onze leerlingen eveneens van buitenschoolse factoren afhangt, knipperen deze cijfers ook richting onderwijs. Onvoldoende kunnen lezen, schrijven of rekenen bevorderen het welbevinden waarschijnlijk niet. En inderdaad: evalueren we onze leerlingen niet te pletter? Sommige methodes puilen uit van toetsen, zodat het gevaar ontstaat dat er op de duur meer wordt geëvalueerd, gequoteerd, gerapporteerd en geremedieerd dan er les wordt gegeven.

Hangt het welbevinden bovendien ook niet af van een rijk aanbod aan inhoud en uitdaging? Het gedoseerd, gericht en stapsgewijs trainen van doorzettingskracht, weerbaarheid, zelfredzaamheid en sociale inzet vergroot vertrouwen en verbondenheid bij leerlingen en bereidt hen ook beter voor op een leven waarop angst minder grip heeft.

Wat racisme betreft: misschien genieten korpsen die een betere weerspiegeling zijn van de maatschappij van een zonniger gesternte waarbij vooroordelen vlugger smelten.

“We herstellen en bevestigen het vertrouwen in de keuzes die schoolteams weloverwogen maken” is een hoopgevende zin in het Vlaamse inspectieverslag van 2024. De ervaring en stielkennis is aanwezig in scholen. Leerkrachten en leerlingen moeten hun werk kunnen doen zonder afgeleid te worden door irrelevante opgelegde zaken. Op school doet men best vooral aan school.

In De Standaard lazen we onlangs nog volgende opmerkelijke woorden van de afscheidnemende inspecteur-generaal: “Ik ontken absoluut niet dat er een kwaliteitsprobleem is. Dat is er wel degelijk. Het onderwijs, ook wijzelf, is lang in theorieën meegegaan die vandaag ontkracht zijn.”

Een moedige uitspraak.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content