Onderwijsexpert Wouter Duyck: ‘Vlaanderen zou kunnen investeren in extralegale voordelen voor het onderwijspersoneel’
Duizenden leraren kwamen vandaag op straat om te protesteren tegen de plannen om te raken aan hun pensioen. Volgens onderwijsexpert Wouter Duyck hebben ze een punt.
‘Ik weet het,’ zegt Wouter Duyck aan het begin van ons gesprek, ‘ik sta niet bekend als een militante vakbondsactivist. Ik ben een liberaal, die doorgaans pleit voor een slanke overheid en een zuinige omgang met de overheidsmiddelen. Maar in dit geval vind ik dat de stakers en de betogers goede argumenten hebben.’
Het belangrijkste argument van de leerkrachten is dat hun pensioen uitgesteld loon is.
Wouter Duyck: Dat is een goed argument, denk ik. Ik ben eens gaan kijken naar de rapporten van de OESO, die heel gedetailleerde en precieze data heeft over de lonen in verschillende lidstaten. Zo is er een grafiek waaruit blijkt dat leraren in Vlaanderen bij de start van hun loopbaan ongeveer 25 procent minder verdienen van vergelijkbare profielen. Die loonhandicap is na 15 jaar carrière kleiner, maar bedraagt toch nog altijd 10 procent.
Het is pas als ze – meestal aan het eind van die carrière – de top van de salarisschaal bereiken dat ze iets meer verdienen dan gemiddeld. Maar als je naar de hele carrière kijkt, hebben ze dus wel een stuk minder gekregen dan soortgelijke profielen. Dat laatste is natuurlijk essentieel. Je moet vergelijken met de lonen van mensen die een diploma hoger onderwijs hebben.
‘As je naar de hele carrière kijkt, hebben leerkrachten wel degelijk een stuk minder gekregen dan soortgelijke profielen in de privésector.’
Ik zag een tweet van de hoofdeconoom van Voka waarin het ambtenarenpensioen wordt afgezet tegen het pensioen van gemiddelde werknemers. Dat soort vergelijkingen is niet correct als we debatteren over leraren, die in tegenstelling tot de gemiddelde werknemers allemaal een diploma hoger onderwijs hebben.
Hetzelfde probleem had ik met de argumentatie van arbeidseconoom Stijn Baert, die in De Standaard zei dat de extralegale voordelen in de privésector vaak worden overschat. Slechts 6 op de 10 bedienden en 3 op de 10 arbeiders zou een groepsverzekering krijgen. Dat zal ongetwijfeld kloppen, maar de vergelijking loopt mank.
Leraren zijn geen arbeiders. Je moet leraren vergelijken met hoogopgeleiden, en die hebben allemaal een groepsverzekering. Met andere woorden: leraren krijgen, anders dan zowat alle andere hoger opgeleiden, geen extralegale voordelen. Daarbij komt nog dat ze tijdens hun loopbaan een stuk minder verdienen. In die zin is het niet raar dat ze dat hogere pensioen als een compensatie of uitgesteld loon beschouwen.
De lerarenpensioenen liggen niet een beetje hoger. Nancy Libert van ACOD onderwijs berekende voor Het Laatste Nieuws dat een leraar met een masterdiploma en een volledige carrière een pensioen krijgt van meer dan 3000 euro netto. Volgens de al genoemde Stijn Baert krijgt iemand met een soortgelijk profiel in de privé ongeveer 900 euro minder.
Duyck: Dat is een stevig verschil, natuurlijk, maar ik heb daar geen fundamenteel probleem mee. Dat zou een probleem zijn als het lerarenstatuut zo interessant was dat niemand nog voor de privésector zou willen werken en dat is overduidelijk niet het geval. Ik zie het ook als een persoonlijke keuze. Je kunt kiezen voor een mooier pensioen, met het risico dat je vroeg sterft en er nauwelijks van kunt genieten, of je kunt zeggen: geef me dat geld al tijdens mijn carrière. Ik hoor economen en politici vaak zeggen: die stelsels moeten dringend geharmoniseerd worden. Ik zou eigenlijk niet weten waarom.
Vastbenoemde leraren genieten nog een ander belangrijk voordeel: de zogenaamde preferentiële tantièmes. Omdat één jaar in hun carrière voor meer dan één jaar meetelt, kan hij of zij meestal al op 62 jaar van dat mooie pensioen genieten.
Duyck: Die tantièmes mogen wat mij betreft wél verdwijnen. Ik kan geen argument verzinnen waarom professoren of leraren vroeger op pensioen zouden mogen dan anderen. Wat mij betreft, mag de kloof met het pensioen van iemand die een onvolledige loopbaan had nog wat groter worden. Zo krijg je een incentive om langer actief te zijn, langer bij te dragen en ook het lerarentekort voor een stuk mee op te lossen.
‘Ik kan geen argument verzinnen waarom professoren of leraren vroeger met pensioen zouden mogen dan anderen.’
Denkt u dat het lerarentekort nog groter zal worden als er aan de pensioenen wordt geraakt?
Duyck: Dat lijkt me de logica zelf. Neem bijvoorbeeld een licentiaat wiskunde. Dat zijn slimme jongens en meisjes, die zo bij de KBC aan de slag kunnen, ongetwijfeld tegen betere voorwaarden. Waarom zou iemand nog voor het onderwijs kiezen, als er ook nog eens in dat goed pensioen wordt geknipt? Ik zie veel mensen op sociale media zeggen dat dat pensioen toch niet de motivatie kan zijn. Goh ja, denk ik dan. We willen in het onderwijs toch niet enkel mensen die uit de hand van de liefde willen leven en zich ‘geroepen’ voelen? Voor je het weet wordt onderwijs een sector waar je niet al te veel prestaties mag verwachten. Dat is toch precies wat we vandaag niet willen? Daarom zou ik tegen Bart De Wever willen zeggen: dit is echt niet het moment om in die lerarenpensioenen te gaan snoeien.
De grote pensioenstaking: voorbode van een lange oorlog?
Is het fair om één sector te ontzien?
Duyck: Van mij mag er best op onderwijs bespaard worden. Het wordt niet vaak gezegd, maar sinds 2018 is het onderwijsbudget met 33 procent gestegen. Concreet gaat het over een dikke zes miljard euro. Voor een stukje heeft dat te maken met de demografie, en voor een groter stuk met de inflatie.
Maar als je die twee factoren weglaat, geven we nog altijd 11 procent meer uit aan onderwijs dan in 2018. Dat geld is niet altijd geïnvesteerd in meer of beter onderwijs, maar vaak in allerhande perifere zaken. Denk aan meer zorgleerkrachten en sociale omkadering. Sommigen vinden dat de scholen boterhammen moeten smeren, in plaats van de ouders.
In vergelijking met de rest van Europa is ons onderwijs nu al bijzonder inefficiënt. In het secundair hebben we per kind ongeveer 30 procent meer personeel nodig dan het Europese gemiddelde. Dat zit in structuren en omkadering, niet in kleinere klassen voor de leraren zelf, die ook nog eens 11 procent minder les geven, terwijl ze harder werken dan elders. Dan zeg ik: zorg dat je ten minste in de buurt komt van die Europese productiviteit, alvorens je gaat besparen op de verkeerde dingen. Investeer in mensen in plaats van in het systeem.
Onderwijsexpert Dirk Van Damme pleit er in De Morgen voor om de federale besparingen te compenseren vanuit Vlaanderen. ‘De belangrijkste klacht (van de leraren) is dat ze geen extralegale voordelen genieten, zoals een groepsverzekering. De Vlaamse regering zou die kunnen opstarten.’
Duyck: Ik vind dat een uitstekend idee. De 2 miljard die de nieuwe onderwijsminister Zuhal Demir (N-VA) kan besparen door een efficiëntere focus op de kerntaak zou ze kunnen investeren in extralegale voordelen voor het kernpersoneel. Als de federale overheid er niet meer in slaagt om de leraren een goed pensioen te geven, wat belet de N-VA dan om het in Vlaanderen beter te doen?
‘Wordt Demir uitgestuurd om de onderwijskoepels te slopen?’: experts Wouter Duyck en Dirk Van Damme over het nieuwe regeerakkoord
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier