Onderwijsexpert Wouter Duyck: ‘Het wordt tijd dat leerkrachten zelf met scholen beginnen’
Dinsdag werden de nieuwe PISA-resultaten bekendgemaakt, en die zijn volgens professor cognitieve psychologie Wouter Duyck (UGent) alweer niet om vrolijk van te worden. ‘De leervertraging is een sluipmoordenaar in onze samenleving.’
De PISA-resultaten voor het Vlaamse onderwijs gaan er al decennialang op achteruit. Volgens Wouter Duyck, professor cognitieve psychologie aan de UGent en adviseur van minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA), is het katholiek onderwijs als grootste speler de hoofdverantwoordelijke voor de malaise.
Wat leren de nieuwe PISA-resultaten over onze vijftienjarigen?
Wouter Duyck: Ten opzichte van 2003 hebben ze meer dan een jaar leervertraging opgelopen. Ten opzichte van 20 jaar geleden is een zittenblijver intussen de norm geworden. Voor wiskunde gaat het om een jaar en drie maanden leervertraging, voor lezen om een jaar en twee maanden en voor wetenschappen negen maanden. Uit de vorige PISA-enquêtes weten we dat Vlaanderen al sterk achteruitging, maar de afgelopen vier jaar is de leervertraging nog sterker toegenomen, voornamelijk onder impuls van de coronapandemie. Al heeft die in Vlaanderen niet voor een grotere achteruitgang op het vlak van wiskunde gezorgd dan het Europese gemiddelde. In Nederland, IJsland en Finland was de impact van de coronacrisis nog schadelijker, maar in Vlaanderen kom die wel boven op een situatie die al bijzonder penibel was.
Wat kunnen daarvan de effecten zijn?
Duyck: Op alle denkbare domeinen is het een sluipmoordenaar in onze samenleving. Een jaar leervertraging betekent gemiddeld genomen 10 procent minder inkomen. Met andere woorden: de toekomstige generatie zal 10 procent minder verdienen dan wie 15 was in 2003. Twintig jaar geleden blonk een op de drie leerlingen nog uit in wiskunde, vandaag is dat minder dan de helft van toen. Dat zijn stuk voor stuk leerlingen die de komende 15 à 20 jaar minder welvaart en jobs zullen creëren. We weten dat een jaar leervertraging bij de slimste leerlingen België 15 miljard euro kan kosten, en het is niet zo dat ons land in Europees verband vandaag kan uitpakken met zijn begroting of productiviteit. Die resultaten zijn voor alle duidelijkheid problematisch voor ál onze leerlingen: onze garagisten werken niet langer louter met smeerolie maar ook met elektronica, en onze bakkers moeten grondig nadenken over hun businessmodel om een goed draaiende zaak uit te bouwen.
Men probeert kritisch denken te onderwijzen zonder dat onze leerlingen nog kunnen lezen of kennis vergaren. Dat is problematisch.
Wouter Duyck
Wat is er misgelopen sinds 2003?
Duyck: Telkens als er alarmerende PISA-resultaten binnenlopen, trekken we een totaal verkeerde conclusie. In plaats van kennisopbouw en basisvaardigheden opnieuw centraal te stellen, kiezen we voor nog meer pedagoochelarij zoals het afschaffen van huiswerk en examens, leerpleinen, bewegend leren enzovoort. De slechte PISA-resultaten wijzen juist uit dat al die elementen niet werken, maar toch blijven sommigen ervan overtuigd dat we nóg meer op die onderwijskwakzalverij moeten inzetten. In 2006 ging 15 procent van de lestijd in het basisonderwijs naar leesvaardigheid. Dat was al niet beduidend veel, maar intussen zitten we nog maar aan 10 procent. Men probeert kritisch denken te onderwijzen zonder dat onze leerlingen nog kunnen lezen of kennis vergaren. Dat is twee keer fout. Hoe kunnen onze leerlingen het conflict in het Midden-Oosten begrijpen als ze niet meer weten dat de Gazastrook tussen Israël, Egypte en de Middellandse Zee gekneld zit?
Die prestatiedruk zou funest zijn voor het mentale welzijn van de leerlingen. En dat is, onder meer door de coronapandemie, al niet te best.
Duyck: Er is een duidelijk verband tussen kennis enerzijds en welzijn anderzijds. Kennis doorgeven en testen staat niet haaks op het welzijn van leerlingen en jongeren. Wel integendeel, het bereidt leerlingen juist voor op de maatschappij waarin de twee ook voortdurend aan bod komen. Willen we de leerlingen werkelijk zodanig pamperen dat ze na hun schoolcarrière in een wereld terechtkomen waar ze totaal niet op voorbereid zijn?
De autonomie van de leerkracht staat almaar meer onder druk. Draagt dat bij tot de slechtere onderwijskwaliteit?
Duyck: Absoluut. In vergelijking met het Europese gemiddelde geven onze leraren 11 procent minder les aan 30 procent minder leerlingen. Maar lui zijn ze zeker niet, want ze werken gemiddeld harder. In plaats van les te geven moeten ze zich veel meer bezighouden met administratieve rompslomp. Sommige leraars die tijdens een pauze uit goede wil in gesprek gaan met een of meerdere leerlingen, moeten daar van hun directie tegenwoordig een verslag van schrijven. Komaan zeg. En dan zijn er nog ouders die bij elke slechte toets van hun kind de leerkracht willen spreken. Daarom een oproep aan de directies: laat de leerkrachten doen waar ze goed in zijn, namelijk lesgeven.
Het katholiek onderwijs is voor alles bevoegd, maar voelt zich voor niks verantwoordelijk.
Ligt de verantwoordelijkheid voor de slechte PISA-resultaten dan bij de schooldirecties?
Duyck: Nee, in de eerste plaats bij de onderwijskoepels, en met name het katholiek onderwijs, dat 70 procent van de scholen onder zich heeft. Maar topman Lieven Boeve, die in tegenstelling tot minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) wél bij machte is om de huidige malaise snel en ten gronde aan te pakken, voelt blijkbaar de urgentie niet. Bij elk onderzoek dat de dramatische toestand van het Vlaamse onderwijs aan de kaak stelt, verwijst het katholiek onderwijs nu naar het lerarentekort, terwijl we per kind 30 procent meer leerkrachten hebben dan het OESO-gemiddelde. Het katholiek onderwijs is voor alles bevoegd, maar voelt zich voor niks verantwoordelijk. In plaats van hun scholen een zekere autonomie te geven, willen Boeve en co. alles centraal beslissen. Maar wie centraal een foute beslissing maakt die 70 procent van de Vlaamse scholen vervolgens moeten uitvoeren, creëert meteen een onderwijscrisis. Gelukkig beseft men bij het Gemeenschapsonderwijs intussen beter waar de klepel hangt. Die openheid van geest is bij het katholiek onderwijs helaas niet aanwezig.
Heeft ook de politiek boter op het hoofd?
Duyck: Uiteraard heeft de politiek de afgelopen 20 jaar fouten gemaakt. Maar ik ben blij dat bij alle partijen eindelijk het voorzichtige besef ontstaat dat het radicaal anders moet. Ik heb bijvoorbeeld enorm veel waardering voor Dirk Van Damme, die als voormalig adviseur van de Vlaamse regering het Vlaamse onderwijs mee de verkeerde richting heeft uitgestuurd, maar intussen voor een andere aanpak pleit. Het zijn zulke inzichten die we nodig hebben, niet nog meer van hetzelfde waarvan we al lang weten dat het funest is voor ons onderwijs.
Het onderwijs heeft als taak om de volgende generatie klaar te stomen voor de samenleving, niet om de problemen van vandaag op te lossen.
U adviseert onderwijsminister Ben Weyts, maar ook dat lijkt weinig aan de resultaten te veranderen. Doet hij wel wat nodig is?
Duyck: Door de coronapandemie heeft de minister maar twee jaar de tijd gehad om daadwerkelijk beleid te voeren, dus het is eenvoudigweg nog te vroeg. We zullen pas vanaf 2030 weten welk effect de nieuwe maatregelen op de kwaliteit van ons onderwijs hebben. Uiteraard geloof ik in wat ik mee heb voorgesteld. Met de centrale toetsen aan het einde van het jaar zullen we zowel de scholen als de leerlingen naar een hoger niveau tillen. De zogenaamde koalatoetsen zullen de taalachterstand in kaart brengen, zodat we die kunnen aanpakken nog voor leerlingen in het basisonderwijs terechtkomen. Vandaag kunnen we namelijk de helft van de kloof door afkomst terugbrengen naar het feit of leerlingen thuis Nederlands spreken of niet. Daar moeten we vandaag op focussen, en niet zozeer op de vraag of onze scholen gratis maaltijden moeten aanbieden.
Les volgen op een lege maag is evenmin zinvol, klinkt het dan. Is dat dan geen goed argument?
Duyck: Het onderwijs heeft als taak om de volgende generatie klaar te stomen voor de samenleving, niet om de problemen van vandaag op te lossen. Ik krijg voor die overtuiging vaak het verwijt ‘rechts’ of ‘asociaal’ te zijn, maar een brede toegang tot degelijk onderwijs was vroeger juist hét succesrecept van socialisten om de arbeidersklasse een betere toekomst te geven. Is het niet ironisch dat diezelfde overtuiging vandaag in de rechterhoek van het politieke spectrum wordt geplaatst? Kijk, als de kwaliteit van ons onderwijs in dit tempo blijft dalen, dan is het een kwestie van tijd vooraleer de Marc Couckes van deze wereld met privéscholen beginnen waar alleen de rijkste ouders hun kinderen kunnen inschrijven. Dat zou natuurlijk geen goede zaak zijn, maar misschien is het wel tijd dat de leerkrachten zelf met zulke initiatieven beginnen. Zodat het aanbod diverser wordt, en ouders en kinderen hún vrijheid van onderwijs kunnen gebruiken om voor klassiek, ambitieus onderwijs te kiezen.
Wouter Duyck schreef recent het boek Mijn Kind, Slim Kind, uitgegeven door Uitgeverij Pelckmans.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier