Mattias Van der Vloet
‘Onderwijs draait om meer dan zelfontplooiing en marktgerichte vaardigheden’
In een reeks interviews net voor het begin van het schooljaar benadrukt Bruno Vanobbergen, de nieuwe topman van het katholiek onderwijs, dat het hedendaags onderwijsverhaal brede maatschappelijke ambitie mist. Als lerarenopleider vind ik dit een welkome correctie op het onderwijsdiscours dat de afgelopen jaren aan kracht lijkt te winnen.
In onze focus op internationale rankings en cognitieve leerprestaties, stelt Vanobbergen, dreigen we het ontwikkelen van andere kwaliteiten meer en meer te verwaarlozen.
Deze evolutie is ingebed in een diepere transformatie van onze maatschappij die meer aandacht verdient. Decennia van hyperindividualisme en neoliberaal kapitalisme hebben een cultuur van narcisme verankert in alle dimensies van onze samenleving. In onderwijs vertaalt deze cultuur zich in een obsessie met productiviteit en zelfoptimalisatie. Wat ertoe doet is de mate waarin onderwijs je voorbereidt op maximale productiviteit ten dienste van de cyclus van economische groei en consumptie. De impliciete boodschap aan jongeren is duidelijk: maak jezelf zo economisch waardevol mogelijk. Werk voortdurend aan jezelf en wees “je beste zelf”. Deze drang tot zelfmaximalisatie escaleert al snel in zelfuitbuiting: pers jezelf uit, desnoods tot je opbrandt. Bijzonder perfide hierbij is dat deze zelfuitbuiting wordt voorgesteld als de ultieme persoonlijke vrijheid. Ik presteer dus ik ben vrij!
In deze omstandigheden is het niet verwonderlijk dat het sociale weefsel van onze samenleving ontrafelt. In onze focus op zelfoptimalisatie en productiviteit wordt de ander al snel een middel tot zelfontplooiing. De cultuur van narcisme moedigt ons aan om ons te ontdoen van de ander als Ander; van datgene dat niet te herleiden valt tot jezelf en niet consumeerbaar is. De stijgende prevalentie van depressie en burn-out zouden we in deze context kunnen toeschrijven aan de reductie van de mens tot een geïsoleerd prestatiesubject dat meer en meer opgesloten zit in zichzelf.
“Geef ons perspectief en geef ons hoop”
Het is veelzeggend dat Vanobbergen aangeeft dat jonge leerkrachten en leerlingen een “groter verhaal missen”. Een individualistische samenleving zonder de Ander is inderdaad een gemeenschap zonder gedeelde verhalen. Vandaag is de brede zinshorizon verdwenen in onze samenleving. Het cynisme van onze tijd maakt dat we alleen nog kunnen dromen van meer van hetzelfde. Een samenleving zonder verhalen heeft geen verleden of toekomst, alleen een eeuwige reproductie van het heden.
Dit heeft verregaande gevolgen voor nieuwe generaties. Waarom zouden jongeren bereid zijn lastige dingen te doen, offers te brengen, zichzelf te riskeren… als de wereld toch toekomt aan diegenen die het spel slim spelen? Hoe kunnen ze solidariteit beoefenen wanneer die ander alleen maar verschijnt als een concurrent? Waarom zouden ze zich inzetten voor de toekomst als ze toch al in de “best mogelijke wereld” leven? Is het dan niet beter om je hoofd niet boven de bomen uit te steken?
De Duits-Koreaanse filosoof Buyng-Chul Han beschrijft de westerse maatschappij niet toevallig als een palliatieve samenleving: een maatschappij die niet langer naar de toekomst zoekt omdat ze niet bereid is de pijn van de verandering te ondergaan. Het wegvallen van zingeving en transcendentie maakt dat we niet langer de moed hebben om rechtstreeks de confrontatie aan te gaan met de diepere oorzaken van onze malaise. We wentelen onszelf maar al te snel in gemakzucht en zelfgenoegzaamheid.
Een groter verhaal voor het onderwijs?
Een gezonde democratie heeft echter een onderwijs nodig dat meer is dan zelfontplooiing en het aanbrengen van marktgerichte vaardigheden. Taal en basisgeletterdheid, wiskundige en wetenschappelijke kennis, culturele gevoeligheid, …: het zijn dingen die we vanzelfsprekend van iedere leerling verwachten. Moeten we deze ambitie ook niet hebben voor de kwaliteiten die jonge mensen toelaten om op een zinvolle manier aan de samenleving te participeren? Het vermogen tot connectie en engagement, de wil en de hoop om de wereld van de toekomst te vormen, de moed om jezelf te bevragen en te riskeren, …: al deze zijnskwaliteiten komen niet vanzelf. Het is de taak van onderwijs om hier een bijdrage aan te leveren.
Laat ons bij het begin van dit nieuwe schooljaar het niet enkel hebben over het onderwijs van de toekomst, maar ook over het onderwijs vóór de toekomst. Het onderwijs moet een oefenplek worden voor de vernieuwing van onze maatschappij en cultuur. Om de uitdagingen van onze tijd aan te pakken hebben we immers een generatie met spirit nodig die durft te leiden/lijden. We hebben mensen nodig die bereid zijn zichzelf te riskeren voor een hoopvolle toekomst. Als leerkrachten moeten we jongeren uit hun ik-isolement trekken en hen aanmoedigen om zich te verbinden met iets dat groter is dan henzelf.
We moeten een volwassenheid aanreiken waarin niet het hyperindividualisme en de zelfuitbuiting centraal staan, maar waarin engagement, roeping en zelfgave gekoesterd worden. Het is precies op dit niveau dat het katholiek onderwijs doorheen haar christelijke inspiratie haar meerwaarde kan demonstreren.
Mattias Van der Vloet is lector Rooms-katholieke godsdienst (Odisee) en lector Religie, Zingeving en Levensbeschouwing aan de Arteveldehogeschool.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier