OKAN-leerkracht Nickhail Popelier: ‘Ik weiger om les te geven uit compassie’

‘De school is misschien wel de enige plek waar ze al hun problemen achter zich kunnen laten.’ © Rebecca Fertinel
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

‘Mijn OKAN-leerlingen hebben vaak erge dingen meegemaakt, maar toch wil ik dat ze hoge verwachtingen hebben’, zegt leerkracht Nickhail Popelier, die deel uitmaakt van De Leraarskamer van Knack.

‘Mijn klas verandert constant. Het hele schooljaar lang komen er leerlingen bij terwijl andere weer vertrekken’, zegt Nickhail Popelier. ‘Dat komt onder meer doordat hun asielaanvraag is afgewezen of doordat België toch niet aan hun verwachtingen voldoet.’ Popelier is klastitularis in de eerste graad van de OKAN-afdeling van het VISO in Gent, waar meer dan honderd anderstalige nieuwkomers les volgen. In zijn klas zitten een Oekraïens meisje, een Oeigoer, twee Afghaanse meisjes, een Turkse, Poolse en een Roemeense leerling, jongeren uit Ghana en Sierra Leone, een Britse jongen en een Franstalige Brusselaar. Allemaal hebben ze één ding gemeen: ze moeten Nederlands leren voor ze in het gewone onderwijs aan de bak kunnen. ‘De voorbije twee weken waren er plots zes nieuwe inschrijvingen’, zegt Popelier. ‘Daardoor moeten de lesroosters nu al voor de vierde keer dit schooljaar worden aangepast.’

Veel van uw leerlingen hebben bijzonder traumatische dingen meegemaakt. Merkt u dat in de klas?

Nickhail Popelier: Natuurlijk. Die leerlingen hebben vaak sociale en emotionele problemen die zich kunnen vertalen in frustraties, opstandig gedrag of een grote verslagenheid. Vandaag hebben we voor de hele school maar één leerlingenbegeleider, die keihard werkt, terwijl er eigenlijk een heel team nodig is. Als leerkracht wordt ons ook niet genoeg aangeleerd hoe we daarmee moeten omgaan. Iedereen probeert het op zijn manier zo goed mogelijk te doen. Zo heb ik collega’s die een leerling die het moeilijk heeft weleens een knuffel geven. Dat begrijp ik, want sommige leerlingen hebben daar soms echt behoefte aan. Maar zelf doe ik dat niet.

Waarom niet?

Popelier: Ik weiger uit compassie les te geven. Natuurlijk leef ik mee met wat sommigen van mijn leerlingen hebben meegemaakt, maar dat laat ik zo min mogelijk zien. De school is misschien wel de enige plek waar ze al hun problemen en trauma’s even achter zich kunnen laten. Daarom probeer ik hen zo veel mogelijk als gewone jongeren te behandelen. Mocht ik bijvoorbeeld door de vingers zien dat ze te laat komen of hun huiswerk niet hebben gemaakt, dan zou ik hen eigenlijk leren om zich hulpeloos op te stellen. Daar bewijs ik ze op langere termijn geen dienst mee. Ik heb hoge verwachtingen van hen en ik wil ook dat ze die zelf hebben. Zowel van zichzelf als van hun toekomst hier.

Tijdens de pauze kijken de leerlingen filmpjes op hun telefoon. Dan komt de wereld hard binnen.

Moeten tieners die zo’n zware bagage met zich meetorsen dan helemaal niet worden ontzien?

Popelier: Daar wordt wel degelijk rekening mee gehouden. Zo krijgen OKAN-leerlingen zes in plaats van acht uur per dag les. Dat is omdat het aanleren van een tweede taal heel intensief is, maar ook omdat sommigen na de middag al helemaal op zijn. Tijdens de lunchpauze kijken ze vaak filmpjes op hun telefoon. Dan komt de wereld hard binnen. We hebben bijvoorbeeld een zestienjarige Palestijnse leerling die in de namiddag vaak heel neerslachtig is en zich niet meer kan concentreren. Van de opvoeder mag hij dan soms vroeger naar huis. Maar voor hem betekent dat: naar het open asielcentrum waar hij zonder zijn familie verblijft. We hebben best veel niet-begeleide minderjarigen op onze school. In zo’n open centrum wonen zij vaak met vier op een kamer, waardoor ze slecht slapen en moe in de les zitten. Anderen zijn in een pleeggezin ondergebracht. Daarnaast zijn er natuurlijk ook heel wat jongeren die hier met hun hele gezin zijn gearriveerd.

Geeft u ook les aan kinderen van uitgeprocedeerde asielzoekers?

Popelier: Alle minderjarigen die in België verblijven, hebben recht op onderwijs. Zelfs als ze het grondgebied eigenlijk zouden moeten verlaten. Een paar jaar geleden heb ik twee uur per week thuisonderwijs gegeven aan een dertienjarig meisje dat een ongeluk had gehad. Haar gezin was uitgeprocedeerd en leefde hier illegaal in erbarmelijke omstandigheden. Weet u wat ik moeilijk vind? Wanneer ik de vraag krijg om op papier te zetten dat een voormalige leerling erg gemotiveerd was en goed meewerkte. Die verklaring moet dan dienen voor de beroepsprocedure die zo iemand tegen zijn uitwijzing aanspant. Alle OKAN-leerkrachten krijgen zulke verzoeken, maar ik vraag me af of het wel onze taak is om die inschatting te maken.

(Lees verder)

Na één jaar worden uw leerlingen geacht om naar het gewone onderwijs door te stromen. Zijn ze daar klaar voor?

Popelier: Ze kunnen nooit helemaal voorbereid zijn op het niveau dat leeftijdgenoten uit het reguliere onderwijs hebben. Een OKAN-leerling leert in dat jaar maximaal 2000 Nederlandse woorden, terwijl een leerling die thuis Nederlands spreekt in een doorsneehandboek met 15.000 woorden in aanraking komt. Dat is een enorme kloof. Die kloof kun je in de meeste gevallen het best dichten door jongeren na dat integratiejaar zo snel mogelijk in een gewone klas te laten aansluiten. Jammer genoeg worden ze dan soms naar het OKAN-onderwijs teruggestuurd omdat ze niet meekunnen met de rest van de klas. Terwijl het natuurlijk heel normaal is dat ze nog niet hetzelfde niveau behalen als de anderen. Daarom werken we met vervolgschoolcoaches die niet alleen onze leerlingen ondersteunen wanneer ze naar een gewone klas overstappen, maar die hun leerkrachten ook de vaardigheden bijbrengen om met hen verder te werken.

In uitzonderlijke gevallen mogen leerlingen twee jaar in het OKAN-onderwijs blijven. Dit schooljaar heb ik in mijn klas twee Afghaanse meisjes die in hun thuisland geen onderwijs hebben gekregen. Toen ze hier arriveerden, waren ze allebei compleet analfabeet. Echt indrukwekkend hoeveel vooruitgang zij in één jaar hebben geboekt.

Nickhail Popelier

(35) koos in de lerarenopleiding voor biologie en Project Algemene Vakken en behaalde daarna nog een bachelor buitengewoon onderwijs. In het VISO in Gent geeft hij Nederlands, wiskunde en biologie aan anderstalige nieuwkomers.

Lees meer over:

Partner Content