Niveau wiskunde, wetenschappen en Nederlands in dalende lijn: Vlaamse vijftienjarigen scoren slecht in PISA-onderzoek
De Vlaamse 15-jarigen scoren op het vlak van leesvaardigheid, wiskunde en wetenschappen een stuk slechter dan hun leeftijdsgenoten vier jaar geleden. Dat blijkt dinsdag uit het driejaarlijkse PISA-onderzoek dat wegens corona met een jaartje werd opgeschoven.
Daarmee is ook Vlaanderen niet immuun voor een globale neerwaartse trend die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) toeschrijft aan een combinatie van een langetermijntrend die zich doorzet en de uitzonderlijke situatie door de coronapandemie met onder meer afstandsonderwijs tot gevolg. Al is de daling in Vlaanderen wel meer uitgesproken dan het OESO-gemiddelde. De Vlaamse leerlingen blijven wel beter scoren dan hun Franstalige en Duitstalige leeftijdsgenoten.
Vlaanderen boert achteruit in alle drie de disciplines. Zo daalde de gemiddelde score voor lezen van 502 naar 483 (-19), die voor wiskunde van 518 naar 501 (-17) en die voor wetenschappen van 510 naar 499 (-11). Dat betekent, naar OESO-standaarden, dat 15-jarige leerlingen in Vlaanderen in vergelijking met vier jaar geleden ongeveer een volledig schooljaar achterstand hebben opgelopen op het vlak van wiskunde en lezen. De OESO stelt 20 punten namelijk grofweg gelijk aan een volledig schooljaar.
De daling tekent zich ook af in alle onderwijsvormen. Daarmee liggen de scores wel nog boven het OESO-gemiddelde (respectievelijk 476 voor lezen, 472 voor wiskunde en 485 voor wetenschappen), al is de daling wel meer uitgesproken dan gemiddeld. Het OESO-gemiddelde nam de afgelopen vier jaar namelijk af met 10 punten voor lezen, 15 punten voor wiskunde en 4 punten voor wetenschappen.
Het Vlaamse onderwijs blijft het ook beter doen dan zijn Franstalige en Duitstalige evenknie. Franstalige leeftijdgenoten scoorden in 2022 474 voor lezen (-7), 474 voor wiskunde (-21) en 479 voor wetenschappen (-6). In Duitstalig België waren de resultaten in 2022 respectievelijk 467 voor lezen (-16), 483 voor wiskunde (-22) en 487 voor wetenschappen (+4).
Singapore is en blijft de beste leerling van de klas, met scores van 543 voor lezen, 575 voor wiskunde en 561 voor wetenschappen.
Verder valt ook op dat het verschil tussen de sterkste en de zwakste leerlingen in Vlaanderen ook hoger ligt dan het gemiddelde in de OESO-zone. Voor lezen bedraagt de kloof tussen de tien procent sterkste en de tien procent zwakste leerlingen 273 punten, voor wiskunde 260 en voor wetenschappen 269. Voor de OESO-zone is dat gemiddeld respectievelijk 262, 235 en 254. Vlaanderen scoort op dat vlak, met uitzondering van de kloof qua leesvaardigheid in Franstalig België, over de hele lijn slechter dan het Franstalig en Duitstalig onderwijs.
Uit het onderzoek, dat in 2022 focuste op wiskunde, blijkt ook nog dat de socio-culturele status van een leerling een aanzienlijke impact heeft op zijn schoolprestaties. Zo wordt in Vlaanderen de variatie in wiskunde voor 18,8 procent bepaald door de economische, sociale en culturele status (de ESCS-index) van de leerling. Dat is meer dan het gemiddelde in de OESO-landen van 15,5 procent. De index wordt onder meer bepaald door het beroep en het opleidingsniveau van de ouders en de hoeveelheid “educatieve middelen” die een gezin bezit, zoals boeken.
Ook valt het belang van migratiestatus en thuistaal op voor de prestaties voor wiskunde. Zo behoort Vlaanderen tot de landen met het grootste verschil in scores tussen autochtone leerlingen en leerlingen waarvan beide ouders in een ander land geboren zijn (meer dan 50 punten).
Leerlingen die thuis Nederlands spreken, scoren ook gemiddeld een stuk beter qua wiskundige geletterdheid dan leerlingen die een andere thuistaal hebben (van 25 punten voor leerlingen met een migratieachtergrond tot 52 punten voor autochtone leerlingen).
Ten slotte blijkt ook dat het aantal toppresteerders in Vlaanderen afneemt, terwijl het aantal laagpresteerders in stijgende lijn zit. Zo haalt meer dan een op de vijf Vlaamse 15-jarigen niet het vereiste basisniveau voor lezen, wiskunde en wetenschappen. Op beide indicatoren scoort Vlaanderen wel nog altijd beter dan het OESO-gemiddelde.
Het “Programme for International Student Assessment” (PISA) is een driejaarlijkse internationale studie die al sinds 2000 in opdracht van de OESO de wiskundige en wetenschappelijke geletterdheid en de leesvaardigheid test bij de 15-jarigen in 81 landen en regio’s. Voor PISA 2022 werden in Vlaanderen 4.714 leerlingen uit 172 scholen getest. Elke drie jaar wordt ook gefocust op een van de drie hoofddomeinen. In 2022 was dat wiskunde.
Weyts: ‘Geen uitvluchten of excuses, cijfers tonen dat besliste hervormingen nodig zijn’
“Niemand moet uitvluchten of excuses zoeken voor deze resultaten. Iedereen moet erkennen dat de besliste hervormingen nodig zijn, ook al zijn ze soms pijnlijk en gaat het per definitie traag.” Dat is dinsdag de reactie van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts op de publicatie van de PISA-resultaten.
Uit het PISA-onderzoek blijkt dat Vlaamse leerlingen de afgelopen vier jaar sterk zijn achteruitgegaan, zowel voor wiskunde als voor lezen en wetenschappen. Een dalende trend die al jaren aanhoudt, maar door corona nog eens werd versneld. “Dat mag ons niet ontmoedigen: het moet ons juist aansporen om door te zetten met het arsenaal aan hervormingen dat we sinds 2019 uitrollen”, stelt Weyts.
De minister verwijst dan onder meer naar de vernieuwde minimumdoelen, met een focus op Nederlands en wiskunde, de hervorming van de lerarenopleiding en de invoering van de Vlaamse toetsen vanaf volgend jaar. Ook al zullen al die maatregelen pas binnen tien jaar tastbare resultaten opleveren, aldus de minister.
Ondanks de slechte resultaten, ontwaart Weyts toch ook twee lichtpuntjes. Enerzijds is er het Leesoffensief. Daarvoor haalde de minister de mosterd bij Ierland en die aanpak blijkt daar ook zijn vluchten af te werpen. Het land is namelijk het enige westerse land waar de score voor leesvaardigheid tussen 2009 en 2022 toenam. D
aarnaast wijzen de OESO-resultaten ook op het belang van het Nederlands als thuistaal, zowel voor autochtone leerlingen als voor leerlingen met een migratieachtergrond. “Als er thuis meer aandacht is voor Nederlands dan heeft dat een positief effect. Dat is ook een hoopgevend element”, besluit Weyts.
Gemeenschapsonderwijs maakt zich “grote zorgen”, onderstreept dat er actie wordt genomen
Het GO!-gemeenschapsonderwijs maakt zich “grote zorgen” om de dalende trend van de PISA-resultaten in Vlaanderen. Tegelijkertijd onderstreept de onderwijskoepel dat er “op elk niveau verantwoordelijkheid en actie wordt genomen”. “We weten wat werkt en we doen er alles aan om dit breed en goed te implementeren in onze scholen”, stelt afgevaardigd bestuurder Koen Pelleriaux. Daarom vindt het gemeenschapsonderwijs het ook zuur dat er tijdens de voorbije legislatuur werd bespaard op begeleidingscapaciteit en op werkingsmiddelen.
Het gemeenschapsonderwijs is niet verbaasd over de resultaten, maar maakt zich wel grote zorgen. “De trend zet zich verder en werd mogelijk nog versterkt door de coronapandemie en het lerarentekort”, klinkt het over de sterke daling van de resultaten van Vlaamse leerlingen. De urgentie om het tij te keren, is volgens het gemeenschapsonderwijs ondertussen doorgedrongen in alle geledingen en er werd ook al actie ondernomen. Zo zijn er nieuwe minimumdoelen en nieuwe leerplannen met een sterke focus op wiskunde.
Om die plannen te kunnen implementeren, doet het GO! onder meer een beroep op een pedagogische begeleidingsdienst. Die telt 130 mensen, wat betekent dat 1 begeleider verantwoordelijk is voor 12 scholen en 238 leerkrachten. “Het is dan ook wel heel zuur dat er de voorbije legislatuur 15 procent werd bespaard op begeleidingscapaciteit (en 6 procent op werkmiddelen, waarvan een belangrijk deel ook naar personeel gaat)”, besluit Pelleriaux.
Vlaamse Scholierenkoepel waarschuwt ervoor om schuld niet bij leerlingen te leggen
De Vlaamse Scholierenkoepel waarschuwt er dinsdag voor om niet met een beschuldigende vinger naar de leerlingen te wijzen voor de slechte PISA-resultaten. “Leerlingen zijn immers de dupe en niet de oorzaak van deze dalende evolutie”, klinkt het in een persbericht. De Scholierenkoepel wijst ook op de impact van de coronacrisis en de daaruit voortvloeiende knauw in het mentaal welbevinden van de leerlingen. Want “wie zich niet goed in zijn vel voelt, komt niet tot leren”.
De PISA-resultaten bevinden zich al langer in een dalende trend. Het komt dan ook niet als een verrassing dat de scores in 2022 nog verder zijn afgegleden.
De Scholierenkoepel pleit er echter voor om ook de omstandigheden – met name de coronacrisis en daaruit resulterende schoolsluitingen en afstandsonderwijs – mee in rekening te nemen. “De coronacrisis had een ontzettend grote invloed op het mentaal welbevinden van jongeren”, benadrukt voorzitter Lore Sleeckx. “Het is belangrijk scholieren te wapenen tegen schoolstress en faalangst, hen veilig te laten voelen op school en te zorgen voor een goede leerlingenbegeleiding en gelijke onderwijskansen. Dat zijn – samen met voldoende kennis en vaardigheden – belangrijke elementen van een kwaliteitsvol onderwijssysteem. Die eerste zitten echter nauwelijks gevat in een PISA-score.”
Daarnaast benadrukt de Scholierenkoepel dat ook leerlingen zelf voorstanders zijn van goed onderwijs. Dat heeft namelijk een directe impact op hun toekomst. Uit een bevraging bij 20.130 leerlingen van april 2023 bleek dat bijna een op de drie leerlingen (29 procent) het gevoel had een leerachterstand te hebben opgelopen. Twee derde van hen maakte zich ook zorgen over die opgelopen achterstand. Daarom nodigt de Scholierenkoepel beleidmakers uit om samen rond de tafel te gaan zitten “om een scholiervriendelijk onderwijsbeleid te ontwikkelen dat uitblinkt in kwaliteit op alle mogelijke vlakken”.