Greet Decin
‘Nieuw Vlaams regeerakkoord motiveert leraren, directies en ouders niet’
De Vlaamse regering wil ervoor zorgen dat “meer Vlamingen kiezen voor een carrière in het onderwijs én dat ze er ook graag blijven”. Die nieuwe regering zet in op de juiste thema’s om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken en om de dagelijkse motivatie hoog te houden. Maar in de concrete uitwerking blijken de voorstellen die motivatie vaak te ondermijnen. Dat schrijven Greet Decin en Bert Maes van de Lerarenopleiding van Hogeschool UCLL.
“We zorgen ervoor dat startende leraren in het startjaar van tewerkstelling 80% van de opdracht presteren in het kader van les- en andere opdrachten en 20% besteden in het kader van de aanvangsbegeleiding”, lezen we in het nieuwe Vlaamse regeerakkoord.
Een stap vooruit. Startende leraren zijn na het afronden van hun lerarenopleiding wel startbekwaam, maar ze staan nog maar aan het begin van hun loopbaan. Ze hebben als het ware hun rijbewijs gekregen, maar moeten nog meer ervaring en kennis opdoen om vlot te leren rijden.
In veel organisaties buiten het onderwijs krijgen starters de tijd en de ruimte om te groeien in hun functie. Een lange startperiode is ook nodig bij nieuwe leraren. Lerarenopleidingen kunnen niet alles in drie academiejaren aanleren. Dat ene startjaar waarvan sprake is echter veel te beperkt. Het is van groot belang dat nieuwe leraren de juiste begeleiding op maat krijgen gedurende nog eens drie à vier jaar. We weten namelijk uit onderzoek dat leraren de eerste jaren van hun loopbaan – en niet één jaar na afstuderen – professioneel het sterkst groeien door ervaring en samenwerking met collega’s.
Ouderparticipatie zonder sancties
“We verwachten van ouders dat ze de verantwoordelijkheid nemen om hun kinderen maximaal te ondersteunen tijdens hun schoolcarrière.” Het Vlaamse regeerakkoord verwacht dat ouders actief bijdragen aan het ontwikkelings- en leerproces en de schoolloopbaan van hun kinderen. Ouders zijn inderdaad een belangrijk onderdeel van het schoolteam.
Actieve ouderbetrokkenheid komt het onderwijs en de prestaties van leerlingen ten goede. Als ouders en leraren bondgenoten en medestanders worden van elkaar in plaats van tegenstanders, dan kunnen kinderen bloeien en groeien, zowel intellectueel, sociaal, als emotioneel. Maar het afnemen van schoolbonussen of schooltoelagen van ouders die deze schoolverantwoordelijkheden (nog) niet opnemen, is geen oplossing omdat je de relatie tussen gezin en school volledig op de helling zet.
Het belang van studiedagen
“We gaan na hoe professionalisering structureel verankerd kan worden in de loopbaan van de leraar, bijvoorbeeld door de toekenning van anciënniteit te koppelen aan bewezen professionalisering.” Leraren willen leren, nieuwe vaardigheden verwerven, positief uitgedaagd worden, ontwikkelen op persoonlijk en professioneel vlak. Leraren willen groei, leer- en ontwikkelingsmogelijkheden. De leeruitkomsten bij leerlingen stijgen significant als er leraren voor de klas staan die voortdurend blijven leren.
Ondanks de erkenning dat professionalisering deel uitmaakt van het leraarschap, worden pedagogische studiedagen en vormingsmomenten in het regeerakkoord grotendeels geschrapt. Het is net belangrijk dat leraren de kans en tijd krijgen om zich verder te professionaliseren. Uit een grootschalige studie uit 2018 leren we alvast dat de werkbelasting van de leraar ruim de 40u per week overschrijdt. Nergens in het regeerakkoord wordt duidelijk hoe dan wel tijd en middelen zullen vrij gemaakt worden voor professionalisering. Levenslang leren is een essentieel onderdeel van ieders loopbaan. We stellen vast dat de deelname van leraren aan professionaliseringsactiviteiten zoals navormingen, microcredentials of bachelor-na-bacheloropleidingen relatief beperkt is. Het ruime en hoogkwalitatieve aanbod is er. Nu kijken we uit naar hoe de “structurele verankering in de loopbaan” vorm zal krijgen.
Ook leiders hebben steun en autonomie nodig
“We geven de schoolbesturen veel meer vertrouwen en verantwoordelijkheid”, staat er in het regeerakkoord. Een van de belangrijke hefbomen om het lerarentekort aan te pakken zijn goed opgeleide schooldirecties met visie en lef, die risico’s durven nemen, die experimenteren en nieuwe dingen uitproberen. Zíj houden leraren in het onderwijs. We hebben onderwijsbeleidsmakers nodig die die directies ruimte en zuurstof geven om krachtiger en rebelser te kunnen leidinggeven, om leraren blijvend te motiveren.
In het regeerakkoord lijken schoolbesturen meer vrijheden te krijgen voor de organisatie van hun school. Dit juichen we toe. Er is sprake van de erkenning van “proeftuinen” die “van onderuit kunnen groeien”. Veel schooldirecties staan klaar om innovaties te ontwikkelen. Bottom-up initiatieven die steun en coördinatie krijgen van bovenaf zijn belangrijke sleutels om de kwaliteit van onderwijs te verhogen. Maar die cruciale top-down steun blijft in het regeerakkoord vaag en onvoldoende concreet.
Daartegenover wil de overheid zich meer en meer moeien met het werk van schoolleiders: hoe het onderwijs vormgegeven moet worden, hoe men moet verbeteren en hoeveel tijd exact moet gestoken worden in wiskunde en Nederlands. Wetenschappelijke studies zijn helder: autonomie is een essentiële factor in het verbeteren van de onderwijskwaliteit en de leerprestaties. De Vlaamse regering wilt dat leraren “evidence-informed” werken, maar doet dat zelf niet consequent.
Minder planlast, minder controle?
“We verminderen de planlasten, want een leraar moet in de eerste plaats lesgeven.” Leraren willen hun tijd aan hun leerlingen besteden. Daar ligt de echte prioriteit van het onderwijs. Maar ze voelen de druk van toenemende controles. In het regeerakkoord lijken controles uit te breiden: extra centrale toetsen, starttoetsen voor alle hoger onderwijsopleidingen, minimumdoelen voor het kleuteronderwijs, … Bureaucratie verdrukt de autonomie, de bezieling, de begeestering, de passie en het engagement van leraren. De toenemende administratieve taakbelasting verhindert leraren om datgene te doen waarvoor ze ooit voor het onderwijs hebben gekozen: kinderen en jongeren begeesteren.
De Vlaamse overheid vraagt dat “koepels, netten en schoolbesturen zelf actief bijdragen aan de vermindering van de planlast en zelf voorstellen doen”. Hieruit blijkt vooral dat er beperkte kennis is van de problematiek. Een “centraal aanspreekpunt waar het onderwijsveld met vragen over planlast en vragen over de wettelijke basis voor administratieve verplichtingen terechtkan” zal weinig bijdragen aan het verhogen van de tijd van leraren om bezig te zijn met hun leerlingen en zo de kwaliteit van onderwijs te bevorderen.
Vertrouwen in lerarenopleidingen
“We versterken de kwaliteit van de lerarenopleiding.” Daarmee wordt in het regeerakkoord verwezen naar meer focus op vakinhoud, vakdidactiek en klasmanagement. Elke lerarenopleiding zet daarop in. Er zijn zeker nog kansen om die kennis en praktijkervaring te versterken. Er zijn nog nieuwe methodieken en benaderingen vanuit recent onderzoek die hun ingang moeten vinden in de lerarenopleidingen. Maar is er werkelijk nood aan nog een extra opleidingsspecifieke externe kwaliteitscontrole?
Vandaag heeft elke lerarenopleiding een grondig intern kwaliteitscontrolesysteem met regelmatige input van studenten, scholen en onderwijsexperts. Daarnaast is er controle door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) die als externe organisatie de interne kwaliteitsborging van de gehele hoger onderwijsinstelling beoordeelt. Alle instellingen hoger onderwijs kregen de voorbije twee jaar positieve rapporten.
In het regeerakkoord staat: “We geven onze schoolbesturen, directies en leerkrachten het vertrouwen dat ze verdienen. We ondersteunen hen maximaal en verminderen de planlast, zodat ze zich kunnen concentreren op wat echt telt: lesgeven.” Laat dat ons dat vertrouwen uitbreiden naar de lerarenopleiders die zich elke dag met toewijding en passie inzetten voor het onderwijs. De tijd en het geld die gestoken zal worden in die extra controles in de lerarenopleiding gebruikt men beter voor wat er echt toe doet: onderwijzen en professionaliseren.
Luisteren naar wat er nodig is
Het is duidelijk: de Vlaamse regering heeft de juiste intenties, maar telkens zijn er voorstellen die de potentiële positieve effecten op de motivatie van betrokkenen tenietdoet. Leraren, directies en ouders vragen vertrouwen en ondersteuning om de kwaliteit van onderwijs te verhogen en het beroep van leraar aantrekkelijker te maken. We hopen dat een Vlaamse overheid die wil “luisteren naar de zorgen uit de sector” hier oor naar heeft.
Greet Decin & Bert Maes zijn verbonden aan de Lerarenopleiding van de Hogeschool UCLL. Zij zijn auteurs van ‘Houden van leraren’.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier