Nieuw op 1 september: leersteundecreet en extra maatregelen tegen het lerarentekort
Wat verandert er aan het begin van dit schooljaar?
Nieuwe maatregelen tegen lerarentekort
De strijd tegen het lerarentekort is één van de meest prangende problemen in het Vlaamse onderwijsveld. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) nam eerder al een reeks maatregelen, gaande van extra anciënniteit voor zij-instromers tot proeftuinen zodat scholen zelf kunnen experimenteren.
In juli zette het Vlaams Parlement het licht op groen voor een extra pakket maatregelen in de strijd tegen het lerarentekort. Het gaat om maatregelen ‘waar creativiteit en flexibiliteit centraal staan’. Bedoeling is om meer mensen voor de klas te krijgen en het beroep van leerkracht aantrekkelijker te maken.
Een van de maatregelen is dat scholen vanaf september de mogelijkheid krijgen om leerkracht-specialisten of expertleerkrachten aan te duiden. Die leraars krijgen een mandaat binnen de school van minstens drie jaar in ruil voor een specifieke expertise. Die leerkrachten zullen ook extra verloond worden, waardoor er loondifferentiatie komt tussen leerkrachten.
Daarnaast wordt ook ruimte gemaakt voor gastleerkrachten. Het gaat om mensen uit bijvoorbeeld de privésector of ambtenaren die enkele uren per week ook hun diensten aanbieden in het onderwijs, zonder dat ze een volledige overstap moeten maken.
Bovendien hoeft een gastleraar geen pedagogisch bekwaamheidsbewijs voor te kunnen leggen. ‘Directies krijgen een soepel en flexibel instrument om iemand met de nodige kennis en ervaring voor de klas te zetten’, verklaart Weyts.
‘Gastleraars kunnen een verrijking zijn voor de leerlingen, maar ook in de lerarenkamer. Zij brengen andere inzichten met zich mee, en misschien ook een andere manier van aanpak.’ Verder kunnen mensen met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs die in een bedrijf werken dat aan het herstructureren is, voltijds ingezet worden in het onderwijs.
Voor die mensen verandert er aan hun loonsvoorwaarden niets. De overheid betaalt hen zoveel als een leerkracht. ‘We storten dat loon aan het betrokken bedrijf en het bedrijf zorgt ervoor dat het resterende loonverschil wordt gedicht’, legt Weyts uit. Tot slot is er de invoering van adjunct-directeuren in het basisonderwijs om directies te ontlasten.
Nieuwe minimumdoelen voor tweede en derde graad secundair onderwijs
De leerlingen van de tweede en derde graad secundair onderwijs starten dit schooljaar met de nieuwe minimumdoelen. Er wordt niet langer gesproken over eindtermen en de bedoeling is dat de minimumdoelen de onderwijskwaliteit versterken.
De minimumdoelen hebben een lange weg afgelegd. In juni vorig jaar vernietigde het Grondwettelijk Hof de eindtermen die op tafel lagen omdat ze te uitgebreid waren en de vrijheid van het onderwijs zouden beperken.
Tegen 2025 moesten er nieuwe eindtermen zijn, maar zo lang wilde het onderwijsveld niet wachten. Het zou voor grote problemen gezorgd hebben omdat de leerlingen die in de tweede graad met de modernisering gestart zijn, dit schooljaar in de derde graad zitten, terwijl er nog geen minimumdoelen voor het vijfde en zesde middelbaar waren.
Lees verder onder de preview.
Eind maart was er dan een akkoord van het onderwijsveld. Er waren 995 vernietigde eindtermen basisvorming voor alle finaliteiten in de tweede en derde graad secundair en er komen nu 596 minimumdoelen basisvorming.
Er wordt gefocust op Nederlands, talen en wiskunde-wetenschappen. De nieuwe naam moet duidelijk maken dat het niet gaat om een ‘eindhalte’ voor het onderwijs, maar over het minimum wat leerlingen moeten kunnen. De scholen mogen heel wat verder gaan.
Naast de minimumdoelen voor de basisvorming, zijn er ook specifieke minimumdoelen voor bepaalde studierichtingen. Daarin zijn heel wat vernietigde eindtermen opgenomen die belangrijk zijn voor de eigenheid van een studierichting.
Leersteundecreet vervangt veelbesproken M-decreet
Vanaf dit schooljaar vervangt het leersteundecreet het veelbesproken M-decreet. Bedoeling is om de beste plaats te zoeken – in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs – voor leerlingen met speciale zorgnoden.
Het M-decreet werd ingevoerd in 2015, met als voornaamste doelstelling om leerlingen met bijzondere onderwijsnoden waar mogelijk in het reguliere onderwijs te plaatsen. Maar dat principe van ‘meer inclusie’ botste in de praktijk op problemen. Zo schoot de ondersteuning voor scholen van het gewoon onderwijs tekort. Er waren klachten over onvoldoende middelen, mensen en tijd. Er waren ook te veel procedures en administratieve last voor scholen. Daarnaast was de externe ondersteuning en expertise te veel versnipperd over honderden leersteuncentra.
De Vlaamse regering had in het regeerakkoord in 2019 al aangekondigd dat het M-decreet vervangen zou worden door ‘een echt begeleidingsdecreet voor kinderen met zorgnoden én hun leerkrachten’. Dat werd dan het leersteundecreet.
Lees verder onder de preview.
Met het nieuwe leersteundecreet worden 46 leersteuncentra ingevoerd, om het gewoon onderwijs te steunen. De leerondersteuners worden versterkt en krijgen voor het eerst een vast ambt en een vast statuut. In de lerarenopleidingen komt er structureel meer aandacht voor speciale zorgnoden in de klas. Maar het nieuwe decreet stelt ook duidelijk dat het bijzonder onderwijs voor sommige leerlingen de beste optie is. Die tak van het onderwijs krijgt daarom extra middelen.
Op drie jaar tijd is de capaciteit in het bijzonder onderwijs gestegen van 46.000 naar 53.000 plaatsen. Als een leerling met een speciale nood in het gewone onderwijs les volgt, kan de klassenraad beslissen dat het niet lukt om die leerlingen de juiste zorg aan te bieden of dat de zorg voor die ene leerling ten koste gaat van de andere leerlingen. ‘Het is niet realistisch om elke leerling naar het gewoon onderwijs te sturen. Je moet ook durven zeggen dat niet elk kind daar terechtkan. Daarom investeren we volop in het bijzonder onderwijs’, verklaart Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. Hij benadrukt wel dat kinderen met zorgnoden indien mogelijk maximaal terecht moeten kunnen in het gewoon onderwijs.