Wim Vandenbussche

‘Niemand is gebaat bij een maatregel die de universiteiten in het hart treft’

Wim Vandenbussche Voorzitter van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek

‘Onnodige muren optrekken in het veld van wetenschap en kennis helpt de Vlaamse welvaart op geen enkele wijze vooruit. Elke student die ooit een internationale ervaring had zal dat beamen’, schrijft Wim Vandenbussche (VUB) naar aanleiding van het nieuws dat Vlaamse onderhandelaars overwegen om de financiering van niet-Europese studenten in het hoger onderwijs te herbekijken.

De Vlaamse onderhandelaars overwegen om de financiering van niet-Europese studenten in het hoger onderwijs stevig af te toppen (De Tijd en De Standaard 18 september 2024). Nu krijgen onderwijsinstellingen subsidies voor elke internationale student, maar die geldstroom zou opdrogen zodra een universiteit of hogeschool meer dan 2% studenten van buiten de Europese Economische Ruimte heeft. Die maatregel levert geen directe besparing op, maar verschuift budgetten binnen de ‘gesloten enveloppe’ van het hoger onderwijs.

Lees: wie minder inzet op internationale studenten, krijgt meer geld. Universiteiten en hogescholen die hun reputatie en aantrekkingskracht bouwden op een internationaal profiel, worden in het hart van hun identiteit, inkomsten en toekomstplannen geraakt.

Tegenstanders van de maatregelen ontwaren vooral ideologische starheid rond de onderhandelingstafel. Niets van, zo luidt het aan de overzijde: buitenlandse studenten zwengelen de verengelsing van het hogere onderwijs verder aan, bedreigen het Nederlands als onderwijstaal, en zetten ook druk op diverse andere aspecten van ons onderwijssysteem. Het zou de instellingen vooral om de centen van de studenten gaan en niet om hun kennis.

Als onverdacht lobbyist voor het Nederlands en ervaringsdeskundige in het hoger onderwijs, lijkt het me goed om feiten en fictie te scheiden.

1. « In Vlaanderen Vlaams? » Zo is het ook.

De vermeende verengelsing van onze universiteiten en hogescholen is een dwaalgedachte die regelmatig terugkeert in de onderwijsdiscussies. Je kunt om diverse redenen angst hebben voor een toename van het Engels, maar de feiten en cijfers zijn wel duidelijk: het hogere onderwijs in Vlaanderen is en blijft in overgrote meerderheid Nederlandstalig. Het aandeel anderstalige opleidingen wordt via decreten duidelijk ingeperkt, en die wetgeving werkt bijzonder effectief: maximaal 9% van de bachelors en 35% van de masters kan in een andere taal dan het Nederlands, en daar stopt het ook.

Voor sommige rectoren mag het allicht nog ietsje meer zijn, terwijl flukse taalminnaars nu al huiveren bij elke gedachte aan extra procentje Engels. ‘Nederlandse toestanden’ met volledig Engelstalige instellingen bestaan hier evenwel onder geen beding, zelfs niet bij verre benadering, en dat schrikbeeld kan dus enkel bezwaarlijk als argument gebruikt worden.



2. Nederlands ondersteunen? Non, peut-être!

Daar komt bovenop dat uniefs en hogescholen nu wel degelijk al massale inspanningen leveren voor de ondersteuning van het Nederlands als onderwijstaal. Op vrijwel alle Vlaamse instellingen kunnen studenten rekenen op een stevig taalbeleid, monitoraten, tutoren en extra taallessen op maat, allemaal gericht op goede beheersing van het Nederlands. We investeren daar met zijn allen bewust veel middelen in. Meer zelfs: we maken van de buitenlandse studenten en onderzoekers ook ambassadeurs van de Nederlandse taal. Op de VUB werven we zo internationale studenten met een aantrekkelijke module Nederlandse taal en cultuur, en kunnen anderstalige doctorandi al jarenlang hun omgangsvaardigheden in het Nederlands bijspijkeren. Kortom: wie de onderwijsinstellingen aanwrijft dat ze de wettelijke onderwijstaal onderuithalen, heeft geen voeling met de dagelijkse realiteit. Respect voor het Nederlands en bewuste internationalisering gaan perfect samen, en zo hoort het ook.

3.  Internationalisering is tweerichtingsverkeer

Veel aandacht gaat naar de vermeende financiële en praktische (over)last die internationale studenten veroorzaken. In dat wereldbeeld lijkt internationalisering in ons onderwijs vooral een verhaal van extra taken en investeringen voor de Vlaamse instellingen, een ticket enkele reis zonder noemenswaardige retour. Die karikatuur gaat uiteraard niet op: internationaal beleid betekent ook dat onze docenten en studenten kunnen rekenen op ‘wederkerigheid’, waarbij ze in het buitenland studeren, werken, en terugkeren met kennis die onderzoek, onderwijs en innovatie in Vlaanderen schragen en versterken. En voor wie de taaltrom toch echt roeren wil: zo zijn er aardig wat Vlaamse academici die via internationale akkoorden… de neerlandistiek in het buitenland versterken, in het bijzonder buiten de EER van Zuid-Afrika tot de Verenigde Staten.


De vele samenwerkingsverbanden die Vlaamse universiteiten en hogescholen hebben met prestigieuze buitenlandse instellingen, vinden zeer vaak hun oorsprong in inkomende studentenmobiliteit. Onze buitenlandse alumni worden nadien de spil van waardevolle netwerken wereldwijd waar industrie, zakenpartners en ook ons onderwijs aardig van profiteren. Onderwijs is geen koopwaar, maar in tijden van mondialisering denk je allicht twee keer na voor je een cruciale levensader van buitenlandse opportuniteiten doorknipt.


4. Internationalisering als kwaliteitsnorm

De wereld stopt niet aan de grenzen van Europa. Dat weten studenten, universiteiten en investeerders ook bijzonder goed, en dat speelt onmiskenbaar een rol bij hun inschatting van prestige en kwaliteit. Instellingen met een mondiaal studentenpubliek scoren hoog in de toonaangevende ranglijsten, maar dat is ondergeschikt aan de vaststelling dat de studenten zelf lovend en laaiend enthousiast zijn over de onmiskenbare meerwaarde van een internationale studentengemeenschap. In tijden waarin de wereld een dorp geworden is, behandel je thema’s met een mondiale impact anders wanneer je aula gevuld is met leergierige jongvolwassenen van de Atlas tot Zanzibar. Die kans omarmen is geen kwestie van centen of makkelijk gewin. Het gaat om de essentie van de universitas-gedachte: de universiteit als spiegel van de wereld, die jongeren wereldwijd het beste van eigen bodem wil gunnen – en omgekeerd.


Regeringsonderhandelingen kennen een traditie van straffe stellingnames en ideologische tremolo’s. Niemand is evenwel gebaat bij een maatregel die de universiteiten treft in het hart van hun bewezen onderwijskwaliteit. Onnodige muren optrekken in het veld van wetenschap en kennis helpt de Vlaamse welvaart op geen enkele wijze vooruit. Elke student die ooit een internationale ervaring had zal dat beamen. Misschien even navragen bij een volgend koninklijk bezoek?

Wim Vandenbussche is opdrachthouder meertaligheid en partnerschappen aan de Vrije Universiteit Brussel, en voorzitter van de Internationale Vereniging voor Neerlandistiek.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content