Lerarentekort: ‘Scholen liegen soms gewoon om zij-instromers te lokken’

‘Ik had het geluk dat ik in een heel gedreven team terechtkwam’, zegt zij-instromer Soetkin Bulcke. ©  Bas Bogaerts
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Ook dit school jaar stappen weer honderden Vlamingen vanuit een andere sector het onderwijs in. De vraag is of ze wel echt weten wat hun te wachten staat.

‘Schooldirecties zijn vaak zo wanhopig dat ze alles zouden doen om toch maar een leerkracht voor de klas te kunnen zetten. Vaak lokken ze zij-instromers met beloftes die ze in de praktijk niet kunnen waarmaken. Dat kan uit onwetendheid zijn, maar ik denk dat ze soms ook gewoon liegen’, zegt Saskia Van Lanckere, die haar baan als apotheker zes jaar geleden opgaf om voor de klas te gaan staan. ‘In drie scholen, kreeg ik tijdens mijn sollicitatiegesprek te horen dat er voor mijn vakken een syllabus was die ik zou kunnen gebruiken. Maar aan het begin van het schooljaar bleek er helemaal niets te zijn. Telkens moest ik dan nog snel een draaiboek beginnen samen te stellen.’

Van Lanckere is lang niet de enige die na haar overstap naar het onderwijs voor verrassingen stond. Veel zij-instromers krijgen op voorhand weinig of zelfs verkeerde informatie. ‘Directeurs zijn vaak zo blij dat ze een potentiële medewerker over de vloer krijgen dat ze geneigd zijn de waarheid te verbloemen’, zegt Nancy Libert van ACOD Onderwijs. ‘Ze vertellen alleen de leuke dingen en de rest ontdekt de leerkracht in kwestie pas als hij al voor de klas staat.’ Daarbij komt nog dat de Vlaamse onderwijswetgeving heel complex is en dat veel procedures, van ziekteverlof tot vaste benoemingen en loonberekening, er helemaal anders zijn dan in de private sector. ‘Nu er nog een rist fragmentarische regeltjes bij zijn gekomen, onder meer om het lerarentekort aan te pakken, zien zeker zij-instromers door de bomen het bos niet meer. En dat geldt ook voor de personeelsverantwoordelijken van veel scholen’, zegt Libert.

Het helpt ook niet dat schoolteams vaak meer dan één zij-instromer moeten opvangen. Vorig schooljaar stapten liefst 4700 Vlamingen vanuit een andere sector het onderwijs in. Al die mensen moeten op de een of andere manier wegwijs worden gemaakt door de school én door het ingewikkelde onderwijssysteem. En dat terwijl er soms al niet genoeg personeel is om voor de klas te staan. ‘Ik had het geluk dat ik in een heel gedreven team terechtkwam’, zegt Soutkin Bulcke, die haar ervaringen als zij-instromer in een school voor technisch onderwijs neerschreef in Expeditie onderwijs. ‘Ik kon mijn collega’s alles vragen, maar voor hen betekende dat natuurlijk wel extra werk boven op hun volle lesrooster.’

Ik schrok me rot toen ik mijn eerste loonfiche onder ogen kreeg: 300 euro minder dan verwacht.

Karl De Dobbelaere, zij-instromer

Geen tijd over

Ondanks de raad en daad van die collega’s viel Bulcke uit de lucht toen ze te horen kreeg dat ze soms ook toezicht moest houden. Dát had niemand haar vooraf verteld. Dat zij-instromers er al meteen een heleboel taken bij moeten nemen, komt ook voor een stuk door het lerarentekort. Er is simpelweg niemand anders. Zo was Saskia Van Lanckere vanaf de eerste dag dat ze lesgaf klastitularis. ‘Best heftig’, zegt ze. ‘Ik moest contact houden met de ouders, rapporten afdrukken en klassenraden voorbereiden terwijl ik nog niet eens wist hoe het schoolsysteem in elkaar zat.’

Alle zij-instromers die we spreken, geven ook aan dat hun job als leerkracht zwaarder is dan ze vooraf dachten. ‘Toen ik voor het onderwijs koos, keek ik echt uit naar al die vakantie. Ik dacht dat ik meer dan genoeg tijd zou overhouden om nog journalistieke artikels te schrijven, maar dat was een misrekening’, vertelt Bulcke. ‘Ik had de vakanties echt nodig om te recupereren. De eerste dagen deed ik zelfs niet veel meer dan op de bank liggen. Ik was me er op voorhand niet van bewust hoe zwaar lesgeven is, zowel mentaal als fysiek.’

Zij-instromers die nog geen educatieve bachelor of master hebben – en dat zijn er heel wat – moeten die lesopdracht ook nog met een opleiding combineren. Ze kunnen daar tot drie uur per week vrijstelling voor krijgen, maar het blijft een hele opgave. Tot ze hun diploma hebben behaald, worden ze ook minder betaald. Wie wel een pedagogisch diploma heeft, hoeft naast het werk niet meer te studeren en krijgt wel meteen een volledig loon. Toch vinden ook zij het allesbehalve evident om, vaak jaren nadat ze hun stages hebben afgerond, weer voor de klas te staan. ‘Dertig jaar geleden heb ik Germaanse talen gestudeerd en ook mijn aggregatie (toenmalig pedagogisch diploma, nvdr) behaald’, zegt Bulcke. ‘Daarom dacht ik dat alles vanzelf zou gaan. Zeker omdat ik ook docent ben aan een hogeschool. Het lesgeven had ik inderdaad snel in de vingers, maar ik had geen idee hoeveel er verder nog bij komt kijken.’

© getty

Masterloon

De grootste verrassing is vaak het loon dat zij-instromers krijgen. ‘Een paar jaar geleden bood een school me een geknipte lesopdracht aan. Alleen was het voor een bachelor, terwijl ik een masterdiploma heb. Dus sloeg ik het af’, zegt Van Lanckere. ‘Nog geen dag later kreeg ik telefoon van de adjunct-directeur: hij kon ervoor zorgen dat ik voor al mijn lesuren als master zou worden betaald. Dus aanvaardde ik de job toch. Dat zo’n regeling maar tijdelijk is, vertelden ze er niet bij. Ondertussen weet ik ook dat je op die manier niet vastbenoemd kunt worden voor het vak dat je daadwerkelijk geeft, want de school schrijft je officieel voor een ander vak in.’

Nog vaker worden beloftes over anciënniteit niet ingelost. Sinds het schooljaar 2021-2022 kunnen zij-instromers in het onderwijs tot tien jaar van hun anciënniteit uit de private sector meenemen. Alleen zogenaamde knelpuntvakken, waarvoor moeilijk leerkrachten te vinden zijn, komen daarvoor in aanmerking. Die lijst wordt almaar langer, maar er zijn nog altijd heel wat vakken, zoals lichamelijke opvoeding en geschiedenis, die er niet op staan. ‘Alleen weet je dat allemaal niet als je voor het onderwijs kiest’, zegt leraar chemie Karl De Dobbelaere, die na een lange carrière als IT’er in de private sector besloot om een educatieve bachelor te behalen. ‘Ik had de minister van Onderwijs op tv horen verkondigen dat zij-instromers tien jaar anciënniteit kunnen meenemen. Dat is niet de reden waarom ik de stap naar het onderwijs heb gezet, maar het heeft me wel over de streep getrokken. Ik schrok me rot toen ik mijn eerste loonfiche onder ogen kreeg: ik verdiende netto 300 euro minder dan verwacht. Blijkbaar was chemie op het moment dat ik begon les te geven nog net geen knelpuntvak. Dat was natuurlijk een opdoffer, want ook mét die 300 euro zou ik nog minder hebben verdiend dan in de privésector. Je kiest er natuurlijk zelf voor om les te gaan geven, maar je zou vooraf wel precies moeten weten waar je aan begint.’

Ze beloofden me anciënniteit, terwijl ze heel goed wisten dat mijn vakken daarvoor niet in aanmerking kwamen.

Saskia Van Lanckere, zij-instromer

Ook Van Lanckere dacht bij haar overstap dat ze een stuk anciënniteit zou kunnen meenemen. ‘Dat hadden ze me in mijn eerste school gezegd. Ze dienden zelfs een aanvraag in, terwijl ze volgens mij heel goed wisten dat mijn vakken niet in aanmerking kwamen’, zegt ze. ‘Het probleem is dat je dat pas maanden later te horen krijgt. Tegen die tijd is het schooljaar al een hele tijd bezig en stap je er niet zo makkelijk weer uit. Tijdens dat eerste schooljaar verdiende ik 1700 euro netto. Als ik tien jaar anciënniteit uit de private sector had kunnen meenemen, dan was dat bijna 500 euro meer geweest.’

Volgens het ACOD duurt het minstens vier tot vijf maanden voor aanvragen om anciënniteit mee te nemen worden goedgekeurd. ‘Er zijn zelfs mensen die begin vorig schooljaar als leerkracht zijn gestart en nog altijd op goedkeuring wachten’, weet Libert. ‘In de meeste gevallen komt het uiteindelijk in orde en zal hun anciënniteit met terugwerkende kracht worden uitbetaald, maar ondertussen moeten ze het wel al een jaar lang met een startersloon doen.’

Niets mooiers

Veel lijkt af te hangen van de kennis en gedrevenheid van de directie of personeelsdienst van de school. ‘Onze personeelsverantwoordelijke heeft er echt alles aan gedaan om mij toch anciënniteit te kunnen geven, en dat is haar uiteindelijk ook gelukt’, zegt De Dobbelaere. ‘Na een bijscholing kwam ze me glunderend vertellen dat ze een oplossing had gevonden. Dat bewijst natuurlijk hoe ingewikkeld het systeem is.’ Vanaf dit schooljaar verdient hij dus een paar honderd euro meer, maar dat geldt niet voor zijn collega Patrick De Wever. Nochtans zijn ze ongeveer even oud, werkten ze even lang in de privésector en begonnen ze allebei op 1 september 2021 in dezelfde school les te geven. ‘Ik heb de pech dat ik het schooljaar daarvoor al een vervangingsopdracht van een paar maanden heb gedaan’, zegt De Wever. ‘Wie voor 1 september 2021 in het onderwijs is gestapt, mag geen anciënniteit meenemen. Ook al geef ik economie en Engels, twee knelpuntvakken. Het is ontzettend frustrerend dat jongere zij-instromers die na mij in het onderwijs zijn begonnen en vaak nog niet eens een pedagogisch diploma hebben meer anciënniteit hebben gekregen en dus ook meer verdienen. Terwijl ik drie jaar heb gestudeerd om leerkracht te worden en ook nog heel wat relevante ervaring heb opgedaan in de privésector. Ik voel me onrechtvaardig behandeld. Niet door mijn school, maar door het systeem.’

Toch denkt De Wever er niet aan om weer uit het onderwijs te stappen. ‘Daarvoor doe ik het te graag en haal ik er te veel voldoening uit’, zegt hij. ‘Er is niets mooiers dan je ervaring en kennis aan jonge mensen te kunnen doorgeven.’ Anderen geven er na een tijd wel de brui aan. Soms is dat simpelweg omdat lesgeven hen toch niet echt blijkt te liggen, soms omdat ze het moeilijk hebben met hun loon of andere aspecten van het onderwijssysteem. ‘Bij de vakbond zien we inderdaad geregeld zij-instromers die weer stoppen’, zegt Libert. ‘We hebben de minister al vaak om cijfers van die uitstroom gevraagd, maar die krijgen we niet.’

Ook Soetkin Bulcke heeft het onderwijs na een paar jaar weer verlaten. Ze heeft een grotere lesopdracht aanvaard aan de hogeschool, waar bij de berekening van haar loon wél rekening wordt gehouden met haar anciënniteit uit de private sector. ‘Ik gaf nochtans heel graag les aan tieners’, zegt ze. ‘Maar als zij-instromer heb je niet zoveel te zeggen. Je moet vooral in de pas lopen en hard werken. Er is amper gelegenheid om met collega’s te reflecteren over de manier waarop sommige dingen worden aangepakt. Dat is net waarom ik er een boek over heb geschreven. Ik wil de buitenwereld laten zien hoe het er in het onderwijs echt aan toegaat. En zo hoop ik ook een antwoord te kunnen geven op de vragen die ik vaak krijg van mensen die overwegen om in het onderwijs te stappen. Dat zijn er véél.’

Soetkin Bulcke, Expeditie onderwijs – Remedies voor ons falend onderwijsbeleid, Standaard Uitgeverij, 204 blz., 22,50 euro.

Partner Content