Leesvaardigheid Vlaamse kinderen daalt: hoe doe je ze beter lezen?
Vlaamse kinderen hebben steeds meer moeite met begrijpend lezen, blijkt uit internationaal onderzoek. Er zijn oplossingen.
Leesvaardigheid Vlaamse leerlingen daalt
De leesvaardigheid van Vlaamse kinderen gaat sinds 2006 alarmerend snel achteruit. Dat blijkt uit de resultaten van de PIRLS-test, een vijfjaarlijks internationaal onderzoek naar de leesvaardigheid van leerlingen uit het vierde leerjaar lager onderwijs. Vlaanderen eindigt op de 30e plaats, op 43 onderzochte landen en regio’s. Hoe lossen we dat op?
1. Meer aandacht voor leesvaardigheid in andere vakken
In het algemeen moet het onderwijs volgens professor pedagogische wetenschappen Hilde Van Keer (UGent) meer aandacht schenken aan het leren lezen van rijke teksten. ‘Aandacht voor begrijpend lezen blijft vaak verpakt in één vak’, stelt Van Keer.
‘Het zou goed zijn om ook de transfer te maken naar andere lessen. In vakken zoals aardrijkskunde lezen leerlingen natuurlijk ook. De leraar aardrijkskunde moet daarom geen les begrijpend lezen geven, maar kan model staan voor hoe leerlingen teksten uit het vakgebied best aanpakken.’
2. Motiveer kinderen om te lezen
‘Motivatie en leesvaardigheid zijn een wisselwerking’, zegt Van Keer. ‘Wie goed kan lezen, is sterker gemotiveerd om verder te lezen. Omgekeerd, als je kinderen tot een sterke leesmotivatie kan brengen, zullen ze meer lezen en heeft dat ook een impact op hun leesvaardigheid.’
Hoe wek je dan motivatie bij kinderen? ‘Je moet grijpen naar teksten waar ze zich mee kunnen identificeren en die hun interesses prikkelen.’
3. Zorg voor interactie bij het lezen
Verder moet er meer ingezet worden op interactie bij het lezen en leeslessen. Praten over hoe je teksten aanpakt of tussen de regels door kan lezen, kunnen een goede leermethode zijn.
‘Interactie tussen leerkracht en leerling is belangrijk’, vertelt Van Keer. ‘Maar ook interactie tussen leerlingen onderling kan erg nuttig zijn.’
(Lees verder onder de preview)
Interactief voorlezen
Postdoctoraal onderzoeker Silke Vanparys (UGent) doet onderzoek naar interactief voorlezen. Uit haar onderzoek blijkt dat interactief voorlezen een krachtige hefboom kan zijn naar een betere taal- en leesvaardigheid van kinderen.
Samen met Iedereenleest, een organisatie die werkt rond leesbevordering, stelde ze binnen het #Iedereenvoorlezen-project tips op zodat ook u interactief kan voorlezen.
Hoe lees je interactief voor?
1. Stel open vragen
Het is belangrijk om open vragen te stellen, zoals: ‘Wat zou de kat daar doen?’. Vanparys: ‘Door vragen te stellen en opmerkingen te geven of linken te leggen met hun leefwereld neem je kinderen mee in het verhaal.’
2. Haal de leefwereld en voorkennis aan
‘Wie heeft er ook een kat in huis?’ Vragen die de aandacht trekken van kinderen, kunnen een gesprek naast het boek starten.
3. Sta stil bij nieuwe woorden
‘Moeilijke woorden die in een verhaal gecontextualiseerd aan bod komen, onthouden kinderen makkelijker op lange termijn’, vertelt Vanparys. Interactief voorlezen kan dus de woordenschat van kinderen vergroten. ‘Zelfs zeldzame woorden en themaspecifieke woorden bleken kinderen goed te onthouden via interactief voorlezen’.
De Voorleesweek loopt van 18 tot en met 26 november. Wie zelf aan de slag wil als voorlezer tijdens de Voorleesweek kan zich registreren als voorleesbuddy via: https://www.voorleesweek.be/.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier