Esther Gheyssens
‘Leerkrachten doen heus wel meer dan spelletjes spelen in de klas’
‘Ook al discussiëren we volop over de oorzaken van de daling. Over oplossingen zie ik meer consensus’, schrijft onderwijskundig pedagoog Esther Ghessens over de achteruitgang die het Vlaams onderwijs liet optekenen in het laatste PISA-onderzoek.
Ons onderwijs hinkt achteruit. Dit heeft allicht meerdere oorzaken. Eén van de oorzaken die luidkeels klinkt de afgelopen dagen is dat het allemaal de fout is van de zogeheten “pretpedagogie”. De kinderen moeten geen maaltafels meer leren, maar spelen enkel nog spelletjes in de klas. Deze gedachtegang is weinig respectvol naar leerkrachten toe die de afgelopen jaren met de beste bedoelingen basiskennis aanleerden, deze leerkrachten deden heus meer dan enkel spelletjes spelen in de klas. Opvallend is dat er hierbij hoofdzakelijk gekeken wordt naar het basisonderwijs (terwijl de PISA-resultaten het hebben over 15-jarige leerlingen). Allicht omdat er op didactisch vlak grote uitdagingen en oplossingen voorhanden zijn voor het basisonderwijs?
Het mag ook wel gezegd worden. Ons onderwijs is een stuk minder prestatiegericht en kennisgericht dan 15 jaar geleden. Vooral op vlak van kennis aanreiken, hebben we onze leerlingen tekort geschoten, ook al was dit vaak met de beste intenties. Ik kom echter al 10 jaar als onderzoeker en externe begeleider in basisscholen, en kan bevestigen dat ik tijdens die periode wel degelijk heb geobserveerd dat leerkrachten nog steeds de maaltafels erin drillen. Zo speels was de aanpak lang niet altijd. Integendeel, veel van de praktijken die ik observeerde waren herkenbaar van toen ik zelf ruim 20 jaar geleden in de basisschool zat. Waar ligt het dan wel aan?
Foute differentiatie
We zien dat differentiërende praktijken, die erg zinvol kunnen zijn, momenteel niet altijd efficiënt of zinvol ingezet worden. Zo weten we bijvoorbeeld dat zwakste leerlingen het meeste baat hebben bij ondersteuning door de eigen klasleerkracht. Toch wordt op de meeste basisscholen nog steeds de zwakste leerlingen uit de klas gehaald om mee te gaan met de zorgleerkracht. Terwijl de sterkste leerlingen meesturen met de zorgleerkracht, zodat de zwakste leerlingen extra aandacht krijgen van hun eigen klasleerkracht voordeliger is voor het leerproces. Idem voor het werken met niveaugroepen (meersporenbeleid zoals dat op veel scholen heet).
Dit kan opnieuw zinvol zijn voor bepaalde inhouden aan te reiken, maar mag niet ten koste gaan van het klassikale lesgeven. De klas is nog steeds een entiteit als groep en directe instructie met klassikale inoefening zijn nog steeds waardevolle praktijken.
Ook bij het inspelen op interesses van leerlingen door speelse activiteiten te integreren, hetzij op de computer, hetzij met een bal of iets anders, zien we de slinger soms doorslaan. Deze kunnen motiverend werken en mogen een aanvulling zijn op het inoefenen van kennis, maar deze dienen niet ter vervanging van klassieke oefenmethodes.
(Lees verder onder de preview.)
Leerkrachtentekort
Het is lang niet de enige oorzaak, maar wel de oorzaak die de laatste twee jaar het zichtbaarste is geworden. Er zijn scholen (zeker in grootsteden) waar er een heel schooljaar door vacatures openstaan. In deze scholen, met een extra kwetsbaar leerlingenpubliek, zien we ook meer verloop van leerkrachten. Deze dingen zijn nadelig voor het leren van leerlingen.
Als ik een observatie uitvoer in een kleuterklas waar er één leerkracht is die er alleen voor staat voor 35 kleuters wegens geen andere leerkracht te beschikking, dan ligt de onderwijskwaliteit nu éénmaal laag. In zo’n gevallen zijn er weinig didactische oplossingen die de kwaliteit kunnen doen stijgen. En ja dit soort situaties komen voor.
Invulboeken, te weinig aandacht voor (begrijpend) lezen
De rol van invulboeken, die soms nuttig zijn, maar soms ook doorspekt zijn met onduidelijke instructie of ervoor zorgen dat kinderen te weinig volzinnen leren schrijven. Daarnaast gaat er veel aandacht naar technisch lezen (wat een voorwaarde is om te kunnen begrijpend lezen), maar komt het begrijpend lezen opvallend minder aan bod. Sommige leesmethodes die technisch lezen aanreiken doen dit ook met zinnen en teksten die niet geschikt zijn om ook begrijpend te leren lezen.
Kinderen kunnen wel lezen, maar begrijpen vaak niet wat er staat. Het lezen van boeken zien we ook steeds vaker wegvallen in het curriculum.
Daarnaast hoor ik leerkrachten ook vaak vertellen dat ze niet achter alles staan wat in het handboek/invulboek wordt aangereikt, maar dat dit nu éénmaal de gekozen methode is.
(Lees verder onder de preview.)
Toenemende anderstaligheid, toenemende kansarmoede, schoolsluitingen door covid,…
Het lijstje van oorzaken is lang, maar de groep kwetsbare leerlingen is toch toegenomen de laatste jaren. Enerzijds door toenemende migratie en anderstaligheid thuis, maar anderzijds betekent het niet omdat een kind thuis geen Nederlands spreekt, dat het thuis geen rijke taal aangereikt krijgt. De toenemende kansarmoede speelt hier een nog grotere rol. Terwijl de doorsnee middenklasse Vlaming boekjes voorleest aan zijn peuters en educatief speelgoed zoals (leg)puzzels aanreikt, is er een steeds groter wordende groep kinderen die thuis geen boekjes voorgelezen krijgen of nog nooit een puzzel gezien hebben tot ze starten op school.
Deze kinderen hebben vaak al een achterstand in de kleuterklas en deze gaat over meer dan taal: leren knippen, de pengreep, puzzelen,… zijn allemaal vaardigheden die zorgen voor een sterke start in het eerste leerjaar en waarvan ik kleuterleerkrachten hoor vertellen dat dit steeds moeizamer loopt omdat de kinderen deze dingen thuis niet hebben en dus niet oefenen. Voeg daar nog eens drie schooljaren beïnvloed door schoolsluitingen en quarantaines aan toe waarin deze groep nog minder in aanraking kwam met taalrijke inhoud en schoolse vaardigheden. Dan zien we dat die groep kwetsbare kinderen echt wel hard getroffen is.
Ik kan nog even doorgaan. Er is niet één oorzaak van de daling van onze onderwijskwaliteit. Er is evenmin één oplossing. Het is ook geen probleem dat ontstaan is van gisteren op vandaag. We zien dit al 15 jaar gebeuren. Er is wel te laat in actie geschoten want er is helaas ook geen oplossing van vandaag op morgen. Desondanks alles ben ik hoopvol, want ook al discussiëren we volop over de oorzaken van de daling. Over oplossingen zie ik meer consensus. Onderzoek naar effectieve onderwijspraktijken toont duidelijk waar oplossingen liggen: meer focus op taal en kennis, een sterker curriculum, een sterker (en voltallig) lerarenkorps aangevoerd door een duidelijke en onderbouwde beleidsvisie met oog voor professionalisering van leerkrachten. En het beste van allemaal is dat dit niet ten koste hoeft te zijn van het welbevinden van leerlingen. Deze zaken dragen net bij tot het welbevinden. Kennisgerichte pedagogie kan ook best prettig zijn!
Esther Gheyssens is onderwijskundig pedagoog. Ze werkt als procesbegeleider bij Schoolmakers en als gastprofessor aan de educatieve master van UGent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier