Shela Van Puyvelde
‘Kleuteronderwijs hervormen? Hopelijk luistert de politiek dan naar de mensen die elke dag voor de klas staan’
‘Hoewel een snelle reactie op de dalende leerprestaties noodzakelijk is, dreigt minister van Onderwijs Zuhal Demir met haar bureaucratische aanpak voorbij te gaan aan de kern van de uitdagingen’, schrijft docent kleuterdidactiek Shela Van Puyvelde (HOGENT). ‘Met haar aankondiging dat er minimumdoelen voor het kleuteronderwijs moeten komen, lijkt de minister te suggereren dat er in de kleuterklas op dit moment niet doelgericht wordt gewerkt. Ze zou toch beter moeten weten.’
De voorbije week leek het wel alsof iedereen – opnieuw – een mening had over ons onderwijs. De recent gepuliceerde TIMSS-resultaten laten een dalende trend zien van de wiskundekennis in het lager onderwijs. Vlaams minister van Onderwijs Zuhal Demir wil ‘de tanker keren’, en kondigde aan dat ze minimumdoelen wil voor kleuters. Haar uitspraken hebben veel mensen die vandaag in het kleuteronderwijs werken, met verstomming geslagen.
Hoewel een snelle reactie op de dalende leerprestaties noodzakelijk is, dreigt de minister met haar bureaucratische aanpak voorbij te gaan aan de kern van de uitdagingen.
Minder crèche, meer klas
Het beeld waarmee minister Zuhal Demir de afgelopen week het kleuteronderwijs heeft afgeschilderd, stoot mij – als lerarenopleider – en de lesgevers van vandaag en morgen fameus tegen de borst. Als je aangeeft dat ze in de kleuterklas alleen spelen en niet tot leren komen, heb je dan ooit al eens een dag in de kleuterklas beleefd? Natuurlijk spelen kinderen! Peuters en kleuters exploreren, ze spelen om de wereld rondom zich te verkennen. Precies in de kleuterklas gaan leren en spelen hand in hand.
Dit exploreren, dit spontaan spelen vormt voor kleuters de basis om te leren. Spontaan spelen is niet hetzelfde als vrij spelen. De kleuteronderwijzer voorziet een weloverwogen aanbod, met een duidelijke structuur, zodat het kind een vrije inbreng ervaart, maar toch gericht geprikkeld wordt.
Met haar aankondiging dat er minimumdoelen voor het kleuteronderwijs moeten komen, lijkt de minister te suggereren dat er in de kleuterklas op dit moment niet doelgericht wordt gewerkt. Ze zou toch beter moeten weten.
Er zijn weldegelijk onderwijsdoelen voor de kleuters, waarvan 31 doelen voor Nederlands, 18 voor wiskundige initiatie en 23 voor wetenschappen-techniek. Al gaat het inderdaad slechts om ontwikkelingsdoelen. Die moeten nagestreefd, maar niet per sé bereikt worden. Uiteraard doet de kleuteronderwijzer van jouw kind er alles aan om de doelen te behalen, maar als een doel niet behaald wordt, heeft dit geen consequenties voor het kind. Het kan gewoon starten in het eerste leerjaar.
De huidige ontwikkelingsdoelen, die dateren uit 1997 zouden ook aan een update toe zijn. Dat kan, maar een discussie over die datum, lijkt me hier niet de prioriteit. (Tenzij de minister enkel wil terugblikken op haar legislatuur met een tastbaar verwezenlijkt lijstje nieuwe minimumdoelen, maar dan moet ze wel beseffen dat die mogelijk voor moeilijkheden zullen zorgen bij de uitwerking van de nieuw opgestelde leerplannen.)
Leerplicht invoeren
In plaats van met de vinger te wijzen naar de lesgever, is het goed om je af te vragen waarom we vandaag nog altijd allen ‘maar’ ontwikkelingsdoelen hebben in ons kleuteronderwijs. Er is vandaag geen leerplicht voor de jongste kleuters, pas vanaf de leeftijd van 5 jaar. In plaats van het uitwerken van nieuwe doelen, is een leerplicht invoeren misschien een meer structureel alternatief?
Waar het schoentje dan echt wringt? Wel, bij de zorgtaken die de minister in één zin benoemt. De impact van de zorgnoden is confronterend. In elke klas zitten er kinderen die niet in die klas thuis horen. Kinderen met gedragsstoornissen die een gevaar vormen voor zichzelf en voor anderen, kinderen die verstandelijk niet meekunnen. De tijdsinvestering om met deze zorgen om te gaan, gaat ten koste van de onderwijskwaliteit.
Het M-decreet dat in 2015 is ingegaan, heeft mijn inziens voor een kentering gezorgd. De maatregelen die sinds dan van de scholen worden gevraagd om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het reguliere onderwijs toe te laten, worden redelijke aanpassingen genoemd. De definitie van redelijk trek ik hier toch in twijfel. Concreet vraag ik om zorg echt uit het onderwijs te halen door kinderen niet allemaal in het regulier onderwijs toe te laten.
Tot slot wordt er veel geobserveerd en geëvalueerd in het kleuteronderwijs, maar helaas zijn de resultaten niet bindend. Het laatste woord ligt bij de ouders. Leerkrachten ervaren dit als demotiverend, met de vaak gehoorde opmerking: “Het maakt toch niet uit.”
Constructieve communicatie
Beeldvorming is cruciaal voor erkenning. In een interview geeft de minister aan dat ze meer respect wil voor de leerkracht. Absoluut noodzakelijk, denk ik dan!
Alleen is de harde taal waarmee ze kritiek uit op de leerkrachten allesbehalve constructief. Om meer respect te creëren, hoop ik op een meer waarderende en coachende leiderschapsstijl.
Het onderwijsveld smeekt om het onderwijssysteem te verbeteren. Als de politiek daar werk van wil maken, worden de mensen uit het werkveld hopelijk in het debat betrokken. Want alleen door te luisteren naar hun praktijkervaringen, kunnen we een duurzaam en effectief beleid ontwikkelen.
Leerkrachten staan tenslotte dagelijks met beide voeten in de realiteit van het klaslokaal. Het zijn hun inzichten die kunnen helpen om knelpunten bloot te leggen én te vertalen naar haalbare oplossingen.
Shela Van Puyvelde is lerarenopleider LO-BR en docent kleuterdidactiek aan HOGENT. Ze staat al 15 jaar in het onderwijs. Via het project Back to school van de Vlaamse overheid draait ze één dag per week mee in het basisonderwijs.
Kleuteronderwijs
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier