Christiaan Van Echelpoel

‘Is het onderwijs echt ‘een trage tanker’? Die beeldspraak klopt niet’

In heel wat debatten over het onderwijs komt de beeldspraak terug dat de onderwijswereld een logge tanker is, die maar traag kan keren. Leerkracht en gewezen schooldirecteur Christiaan Van Echelpoel vreest dat dat beeld de zaak niet vooruit helpt.

In elke jeremiade over de toestand van het Vlaamse onderwijs wordt telkens weer hetzelfde maritieme cliché bovengehaald: het onderwijs is “ een trage tanker” die moeilijk te keren valt (dixit Peter Casteels in het kerstinterview met Matthias Diependaele).

Voor de vele leerkrachten, directies en opvoed(st)ers is deze uitgeholde beeldspraak een zoveelste kaakslag, want ze klopt niet.

“Het” onderwijs is géén tanker! Als we dan toch in de maritieme beeldspraak willen blijven: het onderwijs is een vloot van enkele duizenden schepen met een ongelooflijke variëteit: er zijn logge, oude bakken die nog nauwelijks vooruit gaan; er zijn mooie, statige driemasters die het water doorklieven; er zijn kleine, snel wendbare hypermoderne catamarans die ver voorop varen; en er zijn heel veel bootjes die een beetje doelloos ronddobberen omdat de bevelen van alle kanten komen.

De onderwijswereld is gigantisch divers, gaande van oubollige colleges tot innovatieve wijkschooltjes. In elk van die scholen staat een kapitein-directeur aan het roer en voeren de matrozen-leerkrachten de instructies uit.

Zolang de minister zich echter gedraagt  als de kapitein van een trage tanker, zal er niet veel veranderen in de onderwijswereld. Als er van bovenaf instructies blijven komen op microniveau, zal dat nefast zijn voor de dynamiek van de onderwijsvloot. De vloot zal zich gaan gedragen als… een tanker. De minister ontneemt immers de autonomie van de scholen, wat juist een belangrijke motiverende factor is.  

De minister zou zich, vanuit en samen met haar kabinet, beter de rol van een “loodswezen” toemeten, die al die schepen van kaarten voorziet zodat ze de juiste vaarroute kiezen, die zorgt dat er vuurtorens zijn om te waarschuwen voor gevaarlijke kliffen. Het is aan de minister om ervoor te zorgen dat alle boten zeewaardig zijn en goed onderhouden blijven (de infrastructuur van vele Vlaamse scholen is vaak vreselijk aftands: oude gebouwen, slecht geïsoleerd), dat de kapiteins en de matrozen een degelijke opleiding hebben genoten zodat ze hun schip over de woelige wateren kunnen loodsen (het wordt méér dan tijd om de lerarenopleiding eens aan een grondige audit te onderwerpen).

Het is aan de minister om goed onderwijs te faciliteren, niet om het als een verlichte despoot op te leggen.

Verder moet de minister, en bij uitbreiding de hele politieke wereld, misschien eens bij zichzelf te rade gaan en zich afvragen of de verregaande politisering van het onderwijs niet het échte probleem is. Wekelijks kunnen we de parlementaire debatten over onderwijs volgen, en telkens weer moet je vaststellen dat er veel ideologisch getouwtrek aan te pas komt. Links wil meer aandacht voor gelijke kansen, rechts wil terug meer discipline. De ene wil een Vlaamse canon opnemen in de leerplannen, de andere wil levensbeschouwing vervangen door maatschappelijke vorming.

Wat in al deze debatten heel vaak ontbreekt, is een wetenschappelijk onderbouwde argumentatie. Het gaat eerder om “buikgevoel”, of eigen ervaring, of hier of daar opgepikte ideeën. Zo komt de minister nu af met het Britse voorbeeld dat we moeten volgen.

We kennen die hypes ondertussen wel in de onderwijswereld: 10 jaar geleden moesten we allemaal naar Finland om het onderwijsmirakel te gaan bewonderen, enkele jaren geleden was het Estland, daarna Ierland. Telkens weer bleek dat het inderdaad om mirakels ging: plaatselijke successen, die zich niet zomaar laten herhalen in een andere context. We weten ondertussen immers dat de beste aanpak evidenceinformed werken is, waarbij je wetenschappelijk verantwoorde inzichten toepast op (en indien nodig aanpast aan) je eigen praktijk.

Dàt is wat een goede onderwijsminister moet faciliteren: dat scholen in hun plaatselijke context, met hun publiek, met hun lerarenkorps de beste keuze maken om hun jongeren tot leren te brengen. Want dat is toch wel de belangrijkste vaardigheid die we onze jeugd vandaag, anno 2025, kunnen bijbrengen: dat ze de kennis én de vaardigheid bezitten om een leven lang te blijven leren in een snel evoluerende wereld.

Christiaan Van Echelpoel is bijna 37 jaar bezig in het onderwijs. Hij startte als leerkracht secundair onderwijs (Nederlands – Engels), was 7 jaar directeur in Poperinge, en rondt nu zijn carrière af, opnieuw als leerkracht. Hij werkte ook een tijd in de nascholing voor leerkrachten en toekomstige directeurs.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content