Hoofddoekenverbod GO! doorstaat toets bij Europees Hof voor de Rechten van de Mens
Het verbod op het dragen van levensbeschouwelijke kentekens in het Vlaamse gemeenschapsonderwijs (GO!) is niet in strijd met de godsdienstvrijheid die verankerd is in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). Dat heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld na een klacht van drie jonge moslimvrouwen. “Hopelijk kan het gezeur over de hoofddoek nu stoppen”, reageert minister van Onderwijs Ben Weyts op de uitspraak.
De zaak heeft een lange voorgeschiedenis in Vlaanderen. Samengevat: in 2009 kondigde de Raad van het Gemeenschapsonderwijs (Raad GO!) een algemeen verbod aan op het dragen van levensbeschouwelijke kentekens (zoals een hoofddoek, maar ook een keppel of een tulband). Tegen dat verbod werden meteen verschillende juridische procedures opgestart.
Zo waren ouders van moslimmeisjes in het Limburgse Maasmechelen naar de rechter gestapt omdat ze wilden dat hun dochters wél nog de hoofddoek konden dragen. De burgerlijke rechtbank van Tongeren gaf hen eerst gelijk, maar het Antwerpse hof van beroep draaide die uitspraak in 2019 terug. Het verbod bleef dus overeind. Maar in 2020 stapten drie jonge moslimvrouwen uit Maasmechelen naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mensen in Straatsburg.
Volgens hen gaat het verbod in het GO! in tegen verschillende bepalingen in het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM), zoals de bepaling rond de vrijheid van godsdienst, vervat in artikel 9. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens noemt het ingediende verzoek echter “onontvankelijk”. Het hof oordeelt dat de neutraliteit die het GO! met het verbod op religieuze tekens nastreeft niet in strijd is met de vrijheid van godsdienst.
Het hof wijst er onder meer op dat het verbod niet alleen gericht is op de hoofddoek, maar op alle levensbeschouwelijke kentekens. Het verbod is volgens het hof ook proportioneel of in verhouding met de beoogde “bescherming van rechten en vrijheden van anderen en de openbare orde en daarom ‘noodzakelijk’ in een democratische samenleving”.
De andere klachten van de indieners – onder meer rond artikel 10 en de vrijheid van meningsuiting – werden verworpen om de nationale rechtsmiddelen niet werden uitgeput. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts reageert tevreden op de uitspraak.
“Nu kan hopelijk ook het gezeur over de hoofddoek stoppen”, stelt de N-VA-minister. Het verbod garandeert volgens hem neutraliteit. “En dus is er geen plaats voor opzichtige uitingen van politieke of religieuze overtuiging. Leerlingen, ouders en leerkrachten die kiezen voor het GO!, kiezen voor neutraliteit, dat is hun goed recht. Dat recht waarborgen wij”, aldus Weyts.
Volgens de onderwijsminister is het toelaten van de hoofddoek ook geen oplossing in de strijd tegen het lerarentekort. “Zowat de helft van de vrije scholen laat die wel degelijk toe en ook daar zijn vacatures te over”, klinkt het.