Geert Kelchtermans
‘Hoe vergroten we het lerarentekort? Met de leraar-specialist’
‘De piste van de specialist-leraren waarmee minister Weyts zichzelf de afgelopen week in de media-aandacht werkte, zal niet bijdragen tot de oplossing van het dramatisch lerarentekort. Wel integendeel. Ze zal dat tekort nog doen toenemen’, schrijft Geert Kelchtermans (KU Leuven). ‘De maatregel staat immers haaks op alle inzichten over het belang van collegiale samenwerking op scholen. Niet alleen voor het organiseren van goed onderwijs, maar ook voor de beroepsmotivatie en voldoening van leraren.’
Het leraarschap is een heftige, complexe job, die veel eist van de individuele leraar. Net daarom is de verbondenheid met collega’s zo’n belangrijke werkconditie. Of preciezer uitgedrukt, leraren hebben nood aan het ervaren van erkenning en waardering voor hun eigen expertise en engagement als individuele professional, terwijl ze zich tegelijkertijd ook deel voelen van een team dat gemeenschappelijk de verantwoordelijkheid draagt om ‘school’ te maken. De nieuwe maatregel doet precies het omgekeerde. Na de centrale toetsen die straks de concurrentie tussen de scholen tot nieuwe hoogtes zullen drijven, wordt nu ook de competitie tussen de leraren binnen de schoolteams opgepookt.
Hoe denkt de minister bij te dragen aan dat gemeenschappelijke engagement van schoolteams met maatregelen die leraren onderling in een concurrentiepositie plaatsen? Waarom zouden collega’s zich nog samen blijven inspannen als sommigen daarvoor beter verloond worden dan anderen? Hoe kunnen de directeurs de drijvende kracht zijn achter een collaboratieve schoolcultuur als ze tegelijkertijd de financiële competitie tussen hun teamleden moeten installeren?
De prijs die betaald zal worden in verlies aan gemeenschappelijk draagvlak, solidariteit, beroepsvoldoening en stimulerende samenwerking in schoolteams is gigantisch. Terwijl net dat de werkcondities zijn die leraren wél in het beroep houden. Kortom, nog meer leraren zullen nog meer redenen hebben om nog sneller het onderwijs de rug toe te keren. En ook de al veelgeplaagde directeurs zien met deze maatregel hun job nog moeilijker, mentaal belastend en ondankbaarder worden dan hij in vele opzichten nu al is. En dan zouden we verbaasd moeten zijn dat er straks ook een directeurstekort opduikt in het onderwijs?
(Lees verder hieronder.)
Wat dan met de stelling dat hiermee de vlakke onderwijsloopbaan zou worden aangepakt? Dat argument snijdt enkel hout als men redeneert vanuit de simpele, traditionele idee van verticale promotie. In die visie beschouwt men het opklimmen van een individu in de organisatiestructuur, dat zich vertaalt in hogere individuele beloning als de belangrijkste motivator in een beroepsloopbaan. Voor de onderwijsloopbaan is echter het idee van “horizontale promotie” veel relevanter. Met deze term verwijzen onderwijskundigen naar het creëren van mogelijkheden om leraren toe te laten naast hun gemeenschappelijke beroepstaken en -competenties, ook specifieke expertise op te bouwen op domeinen die inhoudelijk rechtstreeks relevant zijn voor het onderwijsleerproces. Men kan daarbij denken aan leerlingbegeleiding, vakinhoudelijke of -didactische specialisatie, samenwerking met relevante professionals en diensten buiten de school, …
Wat leraren in eerste instantie motiveert zijn immers de intrinsieke aspecten van het beroep: een verschil maken in het leven en de ontwikkeling van leerlingen, een bijdrage leveren aan de collectieve expertise en engagement van het schoolteam. Op die manier krijgen leraren de kans om reliëf te brengen in de ogenschijnlijk vlakke loopbaan, waarbij de ‘beloning’ inhoudelijk of intrinsiek is in plaats van financieel. Zo kunnen ze inhoudelijk groeien in het beroep, ‘beter’ worden, op een manier die tegelijkertijd ook ten goede komt aan het grotere geheel. Een personeelsbeleid gericht op duurzame schoolontwikkeling zet niet in op individuele concurrentie en competitie, maar omgekeerd op complementaire competentie: het geheel is meer dan de som van de delen, er is ruimte voor eigenheid en verschillen tussen de individuele teamleden, waardoor ze elkaar aanvullen, in evenwicht houden.
De ervaring in heel wat scholen leert dat dit een veel duurzamere en positieve piste is om scholen te ontwikkelen tot plaatsen waar ook leraren voldoening en uitdaging blijven vinden in hun beroep. Beroepsmotivatie -zo leert de Zelf-Determinatie-theorie van Deci en Ryan- wordt immers versterkt als individuele teamleden kunnen voelen dat ze competent zijn om met succes beroepstaken uit te voeren, daarbij de nodige autonomie krijgen én zich tegelijkertijd verbonden voelen (‘sense of belonging’) met een groter geheel dat gezamenlijk de verantwoordelijkheid draagt.
En precies dat wordt ondergraven in de individualistische en neoliberale logica van (financiële) competitie en concurrentie die aan de basis ligt van de leraar-specialist. Dat daarenboven onderwijskoepels en vakbonden opgezadeld worden met de opdracht om de maatregel concreet te operationaliseren kan nauwelijks anders dan cynisch genoemd worden. Snel weer inpakken en duurzaam opbergen dat idee van de specialist-leraar!
Geert Kelchtermans is Hoogleraar onderwijspedagogiek aan de KU Leuven.
Lees hier meer over De Leraarskamer van Knack.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier