Hoe kunnen we meer leerkrachten aantrekken? ‘Een hoger startloon, betere opleidingen en veel minder gezeur’

Vorige week kwamen de vijftig leerkrachten die dit schooljaar deel uitmaken van De Leraarskamers van Knack voor de tweede keer samen. Ze bogen zich over de grootste uitdaging waar het onderwijs vandaag voor staat: hoe kan hun beroep weer aantrekkelijk worden gemaakt?
Wie zal over drie, zes of twaalf jaar lesgeven aan de kinderen die vandaag worden geboren? De vraag is niet alleen of er dan weer genoeg leerkrachten voor de klas zullen staan, maar ook hoe gedreven en onderlegd die zullen zijn.
Vandaag schrijven niet alleen te weinig jonge mensen zich in voor een lerarenopleiding, vaak is dat ook allesbehalve hun eerste keuze. Sommigen zijn niet echt gemotiveerd om les te geven, anderen stappen met verkeerde verwachtingen in het onderwijs.
Het gevolg? Velen stoppen weer met hun studie of stappen al na een paar jaar uit het beroep. Ondertussen lopen steeds meer leerkrachten tegen een burn-out aan waardoor ze tijdelijk uitvallen of zelfs definitief afhaken. Wie aan boord blijft, moet dus nog harder werken.
Er moet iets gebeuren om die cirkel te doorbreken, dat staat buiten kijf. Maar wat? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat lesgeven weer een droombaan wordt? De leerkrachten van de vijf provinciale Leraarskamers van Knack geven enkele tips.
1. Maak de lonen rechtvaardiger
De meeste leerkrachten vinden dat ze genoeg verdienen – al mag het natuurlijk altijd een beetje meer zijn. Wel herinneren ze eraan dat zij zo goed als geen extralegale voordelen krijgen, in tegenstelling tot veel andere ambtenaren en vooral werknemers uit de private sector. Maar ze vinden het vooral een probleem dat de startlonen te laag zijn, zeker in het basisonderwijs.
Leerkracht lager onderwijs Chaimae Attiaoui kan dat beamen. Toen ze vijf jaar geleden begon les te geven, verdiende ze netto amper 1800 euro per maand. ‘Zeker als je alleen woont, kom je dan moeilijk rond’, zegt ze. Ook dat kan jonge mensen afschrikken om voor een lerarenopleiding te kiezen.
‘Misschien moeten ze het systeem herdenken’, vindt leerkracht beeld Michaël Marek. ‘Na 25 jaar in het onderwijs verdien ik nu dubbel zoveel als toen ik begon. Waarom geven we starters geen hoger loon en laten we het dan in de loop van hun carrière trager stijgen?’
Ook andere loonverschillen in het onderwijs zijn sommigen een doorn in het oog. ‘Masters worden meer betaald dan bachelors en in het secundair onderwijs verdien je meer dan in het lager’, zegt leerkracht Nederlands en esthetica Kris Latré. ‘Nochtans werken we allemaal even hard. Eigenlijk moeten leerkrachten betaald worden op basis van hun werk en inzet en niet louter op basis van hun diploma.’
2. Hou op met zeuren over al die vakantie
Over één ding zijn alle leerkrachten het eens: ze hebben er genoeg van om de hele tijd op hun drie maanden vakantie te worden aangesproken. ‘Zelfs als je met vrienden in het café zit, moet je dat geregeld aanhoren’, zegt kleuterleerkracht Sven De Jongh. ‘Sinds een paar jaar heb ik het lef om te antwoorden: “Hier zijn de sleutels van mijn klas en mijn loonbriefje. Ga het maar zelf doen.” Er zijn vacatures genoeg.’
‘De verantwoordelijkheid voor je leerlingen stopt niet omdat het toevallig krokusvakantie is. Je bent dan nog altijd met hen bezig.’
Laura Alleman, leerkracht lager onderwijs
Veel leerkrachten worden er een beetje wanhopig van, ze krijgen maar niet uitgelegd dat ze die vakanties broodnodig hebben, om tot rust te komen maar ook om hun lessen voor de volgende weken voor te bereiden. ‘Alleen de grote vakantie voelt echt als vrije tijd’, zegt leerkracht lager onderwijs Laura Alleman.
‘Al de rest heb ik gewoon nodig om op adem te komen. Bovendien stopt de verantwoordelijkheid voor je leerlingen niet omdat het toevallig krokusvakantie is. Je bent dan nog altijd met hen bezig. Ik klaag daar niet over, want ik doe mijn werk met veel plezier. Maar ik ben het wel echt zat om me altijd weer voor die vakanties te moeten verantwoorden.’
Dat neemt niet weg dat al onze leerkrachten blij zijn met hun vakantieregeling. ‘Die draagt zeker bij aan de aantrekkelijkheid van ons beroep’, zegt leerkracht Engels en Italiaans Kirsten Bertels. ‘Doordat ik tijdens de vakanties thuis ben, hoef ik mijn kinderen niet naar een kampje te sturen. Dat is fijn voor hen en ik spaar er ook veel geld mee uit.’
3. Hervorm de lerarenopleiding
Opvallend veel leerkrachten zeggen dat de lerarenopleiding hen niet genoeg op de praktijk heeft voorbereid. Zoals leerkracht Engels Yasin Burakcin, die zich totaal verloren voelde toen hij als starter aan leerlingen van de B-stroom moest lesgeven. ‘Zeker rond klasmanagement was ik niet genoeg gewapend. Ik had geen idee hoe ik die klassen moest aanpakken’, zegt hij. ‘Mijn aanvangsbegeleider probeerde me wel te helpen, maar zelf had die ook geen enkele ervaring met de B-stroom. Ik voelde me toen echt in de steek gelaten.’
Sommige leerkrachten zijn ervan overtuigd dat veel kan worden opgelost door studenten nog meer op stage te sturen. Anderen wijzen er dan weer op dat die stages meestal een vertekend beeld van de werkelijkheid geven: een stagiair neemt de klas van iemand anders over, krijgt daar geen stapels administratie bovenop en wordt ook niet geconfronteerd met de mentale of sociale problemen van veel leerlingen.
‘Bovendien wordt in de lerarenopleiding verwacht dat je elke les vooraf tot in het kleinste detail uitschrijft’, zegt leerkracht verkoop Bo Desmadryl. ‘Voor één lesuur ben je wel vier of vijf uur met de lesvoorbereiding bezig. Dat is gewoon onmogelijk zodra je echt voor de klas staat.’
Als leerkrachten het gevoel hebben dat ze niet goed beslagen ten ijs komen, heeft dat vaak te maken met de vele anderstalige kinderen en leerlingen met speciale zorgnoden in hun klas. Een kleuterleerkracht leert tijdens haar opleiding bijvoorbeeld om heel vermakelijk uit een prentenboek voor te lezen, maar weet doorgaans niet wat ze moet doen als de helft van haar kleuters de titel niet eens verstaat.
‘Gemiddeld geef ik per schooljaar 800 tot 1000 euro aan lesmateriaal uit.’
Vanessa Vandenaweele, kleuterleerkracht
‘Iedereen is het erover eens dat lesgeven veel complexer is geworden’, zegt leerkracht buitengewoon lager onderwijs Ruben Stals. ‘Dan is het toch niet logisch dat de bacheloropleiding nog altijd drie jaar duurt? Dat zou tegenwoordig een studie van minstens vier jaar moeten zijn.’ Anderen pleiten net voor een kortere opleiding in combinatie met een geleidelijke start in een school. ‘Het is onzin dat je alles wat je in je opleiding hebt geleerd meteen zou kunnen toepassen in de klas’, zegt leerkracht wiskunde Sam De Ridder. ‘Je kunt beter een korter opleidingstraject aanbieden, maar mensen daarna wel de kans geven om nog een paar jaar rustig te groeien op de werkvloer.’
4. Geef scholen meer geld
Doordat de meeste scholen elke euro twee keer moeten omdraaien, betalen leerkrachten vaak zelf voor het materiaal dat ze nodig hebben om les te geven. Ze kopen verkleedkleren en knutselmateriaal voor hun kleuterklas, laten zelf cursussen afdrukken, halen een lamineerapparaat in huis, laten zitbankjes voor hun klas maken of kopen een laptop omdat het exemplaar dat ze van school hebben gekregen van slechte kwaliteit is.
‘Gemiddeld geef ik per schooljaar 800 tot 1000 euro aan lesmateriaal uit’, zegt kleuterleerkracht Vanessa Vandenaweele. ‘Mijn man heeft in onze garage zelfs een zolderverdieping gebouwd waar ik al die spullen kan bewaren.’ Vooral leerkrachten in het basisonderwijs of in technische en beroepsrichtingen in het secundair onderwijs investeren zelf veel in hun lessen. ‘Omdat we met passie lesgeven en onze leerlingen goede onderwijskwaliteit willen bieden, doen we dat zonder er echt bij na te denken’, zegt leerkracht lager onderwijs Niels Sinnaeve. ‘Maar eigenlijk klopt dat totaal niet.’
‘We kennen allemaal vastbenoemde collega’s die zo weinig mogelijk doen, slecht lesgeven en hun leerlingen demotiveren.’
Sara Bomans, leerkracht waarnemingstekenen
Daarnaast investeren sommige leerkrachten ook veel middelen en energie in de inrichting en uitrusting van hun klas. Niet alleen schilderen en decoreren ze zelf, er zijn ook leerkrachten die meubels en zelfs isolatiemateriaal van thuis meebrengen. Om het gebouw te renoveren, een schoolbibliotheek op te zetten of nieuw materiaal voor de turnzaal te bekostigen, organiseert onderwijspersoneel ook vaak spaghettiavonden, worden er crowdfundings opgezet of kloppen leerkrachten bij serviceclubs aan.
5. Schaf de vaste benoeming af
De meeste leden van de Leraarskamers van Knack twijfelen over de meerwaarde van het huidige systeem van vaste benoemingen. Of ze willen er zelfs – voor een stuk – vanaf. Voorstanders wijzen vooral op de zekerheid en bescherming van zo’n vaste benoeming: voor een directie is het dan heel moeilijk om je nog te ontslaan. Maar daar zit ook een keerzijde aan. ‘Iedereen kent wel collega’s die zo weinig mogelijk doen, slecht lesgeven en hun leerlingen demotiveren. Zij zitten in een gouden kooi en de directie kan hen haast niet aan de deur zetten’, zegt leerkracht waarnemingstekenen Sara Bomans. ‘Alleen al daarom zou ik liever met vaste arbeidscontracten werken, zoals in de private sector.’
Daarnaast maken vaste benoemingen het ook moeilijk om van school te veranderen. Leerkracht lager onderwijs Maaike Bultinck liet in september haar vertrouwde school, waar ze zich al een hele tijd niet goed meer voelde, na twintig jaar achter zich.
‘Ik ben nog altijd heel blij dat ik dat heb gedaan, maar binnenkort sta ik wel voor een moeilijke beslissing: geef ik mijn vaste benoeming in mijn oude school op of ga ik toch terug?’ zegt ze. ‘Een leerkracht die van school verandert, geeft echt wel een stuk zekerheid op.’ Daardoor blijven veel leerkrachten vaak jarenlang werken in een school die eigenlijk niet echt bij hen past.
Iedereen lijkt tegenwoordig te denken dat hij kan lesgeven. Wie uitgekeken is op zijn job, probeert het gewoon in het onderwijs.’
Elke Bertels, leerkracht Nederlands en aardrijkskunde
Als het systeem van vaste benoemingen zou worden hervormd of afgeschaft, kunnen directeurs volgens veel leerkrachten ook een moderner en efficiënter personeelsbeleid voeren. ‘Nu kunnen ze amper kiezen welke leerkrachten ze aantrekken’, zegt leerkracht wetenschappen Joeri Lagrou. ‘Zelfs iemand die perfect in het team past en die de directie fantastisch vindt, moet soms vertrekken doordat er toevallig een vastbenoemde collega naar de school terugkeert.’
6. Steun starters en stagiairs
Leerkrachten moeten ook de hand in eigen boezem steken, want ze zijn niet altijd even hartelijk en behulpzaam tegenover jonge collega’s. Zo zijn er scholen waar stagiairs niet bij de ‘echte leerkrachten’ mogen aanschuiven of zelfs geen toegang krijgen tot de leraarskamer. ‘Een collega maakte dat mee tijdens een van haar stages’, zegt wiskundeleerkracht Sigried Colpaert. ‘In de pauze ging ze in de leraarskamer aan een tafel zitten, maar ze werd meteen weggestuurd. Blijkbaar was dat de tafel van de masters terwijl zij “maar een bachelor” was.’
Ervaren leerkrachten zijn ook lang niet altijd bereid om starters met raad en daad op weg te helpen. ‘Toen ik destijds aanvangsbegeleider was, zaten er geregeld huilende leerkrachten in mijn kantoor’, zegt leerkracht ziekenhuisschool Josfien Demey, ‘omdat collega’s pertinent weigerden om informatie te geven of lesmateriaal te delen. “Ik heb dat allemaal zelf moeten ontwikkelen en dus moeten die nieuwelingen ook maar hun plan trekken”, is hun redenering. Ook dat is volgens mij een reden waarom sommige leerkrachten al snel weer uit het beroep stappen.’
7. Zet niet zomaar iedereen voor de klas
Een gepensioneerde leraar uit Nederland die de leerlingen de hele tijd YouTubefilmpjes over wiskundige problemen laat zien, een voormalige verzekeringsagent die zonder opleiding in een basisschool lesgeeft of een medewerkster van de boekhouddienst die plots Frans mag geven omdat dat toevallig haar moedertaal is. ‘Door het grote lerarentekort zijn sommige directies bereid om iederéén aan te nemen. Als er maar iemand voor de klas staat’, zegt kleuterleerkracht Sara Rabaut. ‘Veel van die zij-instromers willen heel graag lesgeven en doen ook ontzettend hun best, maar ze worden er echt ingegooid. Ik wil die collega’s met plezier bijstaan, maar dat betekent wel veel extra werk terwijl ik natuurlijk ook nog mijn eigen klas heb.’
Nogal wat ervaren leerkrachten hebben het er best moeilijk mee dat er vandaag mensen voor de klas staan die geen educatief diploma hebben of nog een verkorte lerarenopleiding volgen. Ze vrezen dat de waarde van hun eigen diploma daardoor zal dalen. ‘Iedereen lijkt tegenwoordig te denken dat hij kan lesgeven. Wie is uitgekeken op zijn job in een andere sector, probeert het gewoon in het onderwijs’, zegt leerkracht Nederlands en aardrijkskunde Elke Bertels.
‘En als ze starten met een lerarenopleiding, kunnen ze al na een jaar een diploma hebben. Ik heb daar drie jaar voor moeten studeren. Hoe goed die trajecten ook in elkaar zitten, in één jaar kun je nooit evenveel leren. Het is niet omdat je zonder dt-fouten kunt schrijven dat je ook weet hoe je leerlingen die regel moet aanleren.’ Ook veel van haar collega’s vrezen dat de lat door het lerarentekort te laag wordt gelegd met een tanende onderwijskwaliteit tot gevolg.
8. Praat met respect over leerkrachten
‘Ongelooflijk hoe negatief veel mensen naar ons kijken’, zegt leerkracht Frans Brigitte Beeckman. ‘Wij zijn allemaal lui, we hebben te veel vakantie en nu beweren ze ook nog dat we een te hoog pensioen hebben. Met dat soort beweringen zullen we zeker geen mensen warm maken voor het lerarenberoep.’
Het gevolg is dat jongeren soms raar worden bekeken als ze aangeven dat ze een toekomst als leerkracht wel zien zitten. ‘Toen ik na mijn masteropleiding zei dat ik leerkracht wilde worden, zeiden ze: “Heb je nu echt zoveel gestudeerd om gewoon voor de klas te staan?” Dat vat de publieke opinie wel zo’n beetje samen’, zegt leerkracht Nederlands Laura Buelinckx.
Onze leerkrachten willen dan ook niets liever dan de vooroordelen over hun beroep doorbreken. Maar hoe doe je dat? Volgens sommigen begint alles bij de houding van de Vlaamse minister van Onderwijs Zuhal Demir (N-VA), die ‘eerder kritiek op leerkrachten lijkt te hebben dan dat ze ons steunt’. Anderen wijzen op de stroom aan negatieve onderwijsverhalen in kranten en tv-journaals.
‘Wat wij nodig hebben, is een tv-programma waarin echte leerkrachten worden gevolgd’, zegt leraar lager onderwijs Stef Van den Brande. ‘Maar dat moet dan ook tonen hoe we op vrijdag na de schooluren nog oudergesprekken voeren, ’s avonds samenkomen in werkgroepen en er alles aan doen om onze leerlingen enthousiast te maken.’
Al kunnen lesgevers zelf ook het imago van hun beroep verbeteren. ‘Wij vergeten vaak te benadrukken hoe mooi ons vak is en wat voor een gigantisch verschil we kunnen maken voor onze kinderen. Dat moeten we veel meer uitdragen’, zegt kleuterleerkracht Jo Van Doorsselaere.
Daar zijn de leden van álle provinciale leraarskamers van overtuigd. Vaak is het zelfs de belangrijkste reden waarom ze zich voor de Leraarskamer van Knack hebben ingeschreven. ‘Ik probeer zo vaak mogelijk uit te leggen waarom dit het mooiste beroep van allemaal is’, zegt leerkracht wiskunde en filosofie Sofie Dhondt. ‘Wat mij echt gelukkig maakt, is de vaststelling dat ik leerlingen die het moeilijk hebben toch kan motiveren om extra hun best te doen zodat ze hogere cijfers behalen. Alleen maar doordat ze voelen dat ik in hen geloof. Voor mij maakt dat alle kleine en grote nadelen van ons vak grotendeels goed.’
De vijf provinciale Leraarskamers van Knack kwamen tot stand met de steun van de Koning Boudewijnstichting en de Nationale Loterij.
De foto’s van de samenkomsten van de Leraarskamers van Knack werden gemaakt door Sander Van Damme, Helena Verfaillie en Jonathan Verschaeve, drie veelbelovende fotografiestudenten van het KASK & Conservatorium in Gent. Ze krijgen zo de kans om ervaring op te doen als persfotograaf.
TEST: wat voor leerkracht zou ú zijn?
Droomt u stiekem van een baan in het onderwijs? Overweegt u om u in te schrijven voor een lerarenopleiding? Vraagt u zich af of u uw leerlingen bij de les zou kunnen houden en de leerstof zou kunnen overbrengen?
Doe dan onze leerkrachtentest op Knack.be/klas en ontdek wat voor leerkracht u zou zijn. De test maakt deel uit van een campagne waarmee Knack een steentje hoopt bij te dragen aan de strijd tegen het nijpende lerarentekort.