Elke Van Bogaert

‘Hoe één lesuur per week levens kan redden: vak over mentaal welzijn en sociale vaardigheden is een basisrecht’

Elke Van Bogaert Psycholoog

‘De groeiende aandacht voor mentale gezondheid in de media heeft paradoxaal genoeg ook een schaduwzijde. Psychologische termen zijn mainstream geworden, maar worden daardoor ook misbruikt’, schrijft Elke Van Bogaert.

Gisteren in mijn praktijkruimte verzuchtte een jongere na de zelfmoord van een vriendin “Waarom hebben we dit nooit op school geleerd”. Haar vraag snijdt diep.

Ik deel haar onbegrip. We spreken vaak over de jeugd als de toekomst, maar hoe serieus nemen we die verantwoordelijkheid? Als we écht iets willen veranderen in de maatschappij, moeten we beginnen bij de jongeren. Zij vormen het fundament van de samenleving van morgen.

Het blijft dan ook onbegrijpelijk dat er in ons onderwijssysteem nog steeds geen structureel vak bestaat waarin jongeren leren over mentaal welzijn, emoties, communicatie en sociale interactie. De wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg blijven eindeloos groeien en de Wereldgezondheidsorganisatie voorspelt dat depressie in 2030 de grootste ziekte zal zijn.

Ondanks deze zorgwekkende evoluties blijven structurele oplossingen uit. We zien wel korte projecten, losse initiatieven van vzw’s en geëngageerde leerkrachten die binnen de beperkte ruimte die ze hebben hun uiterste best doen om jongeren enkele handvaten mee te geven. Leerkrachten hebben echter nu al een bijzonder brede opdracht.

Dit is dan ook geen pleidooi om de werklast van leerkrachten verder te verzwaren. Het is een oproep aan de overheid om haar verantwoordelijkheid te nemen. Als we het welzijn van zowel jongeren als volwassenen willen verbeteren, als we de manier waarop we samenleven willen versterken, dan moet de basis gelegd worden in het onderwijs.

Want preventie begint bij kennis, en een gezonde samenleving begint bij goed geïnformeerde jongeren. Hoe kunnen we van jongeren verwachten dat ze mentaal veerkrachtig zijn als we hen nooit de tools geven om dat te worden?

Het bio-psycho-sociaal model wordt in de wetenschap reeds lange tijd als essentieel beschouwd, maar in het onderwijs blijft het grotendeels afwezig. Biologie krijgt een prominente plaats in het curriculum, maar psychologie en sociologie blijven voorbehouden aan specifieke studierichtingen.

De groeiende aandacht voor mentale gezondheid in de media heeft paradoxaal genoeg ook een schaduwzijde. Psychologische termen zijn mainstream geworden, maar worden daardoor ook misbruikt. We zien hoe woorden als “narcist” of “autist” achteloos als scheldwoorden worden gebruikt, zonder begrip voor de echte diagnose. Dit is geen nieuw fenomeen, maar een moderne variant. Ooit waren “imbeciel” en “hysterisch” immers officiële medische termen, die later als beledigingen werden ingezet.

Vandaag gebeurt hetzelfde op sociale media: complexe fenomenen worden gereduceerd tot labels, die eerder stigmatiseren dan verduidelijken. In verhitte gesprekken wordt het makkelijker om iemand met een etiket weg te zetten in plaats van een inhoudelijk argument te voeren. Jongeren moeten leren om psychologische concepten te begrijpen en correct toe te passen.

Lessen over veerkracht en sociale vaardigheden hebben een bewezen positief effect: leerlingen ervaren minder stress en angst, presteren beter op school en zijn minder betrokken bij pestgedrag of agressie. Empathie is een kernvaardigheid die in de wereld van vandaag uiterst belangrijk is om aangeleerd te krijgen. We kunnen leerlingen leren actief naar elkaar te luisteren, elkaar te ondersteunen en leren inzien hoe empathie wijselijk kan ingezet worden.

We vinden talloze voorbeelden van landen die hierin al veel verder staan.

Sommige Nederlandse scholen experimenteren met geluksonderwijs, gebaseerd op positieve psychologie. Programma’s als MindUp en The Happy Schools Project: gericht op mindfulness, stressmanagement en dankbaarheid.

Australië heeft een uitgebreid onderwijsprogramma gericht op mentaal welzijn, veerkracht en sociale vaardigheden, genaamd Resilience, Rights and Respectful Relationships (RRRR). Dit programma wordt door veel scholen gebruikt en is verplicht opgenomen in het nationale curriculum. Het richt zich op de sociale, emotionele en morele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Het leert hen om te gaan met stress en tegenslagen (veerkracht), hoe gezonde relaties op te bouwen en te onderhouden, respectvol om te gaan met anderen en emoties te herkennen en reguleren.

Scandinavië staat bekend om zijn vooruitstrevende aanpak van mentaal welzijn. Psychosociaal welzijn is er een vast onderdeel van het onderwijs, met aandacht voor veerkracht en emotionele ontwikkeling. In Denemarken is “Klassens Tid” (Klastijd) een verplicht vak waarin leerlingen van 6 tot 16 jaar wekelijks samenkomen om over hun gevoelens en welzijn te praten. Verschillende landen nemen hierin dus al het voortouw. Waarom zouden we in België achterblijven?

Een essentieel onderdeel van zo’n vak zou mediawijsheid moeten zijn. Sociale media zijn een realiteit, en ertegen vechten is zinloos. Wat we wél kunnen doen, is jongeren leren hoe ze sociale media verstandig gebruiken. Hoe herken je manipulatie? Hoe ga je om met online ontmoetingen? Wat is een betrouwbare informatiebron?

Sociale media beïnvloeden niet alleen ons gedrag, maar ook ons wereldbeeld. Algoritmes zorgen ervoor dat we vooral informatie te zien krijgen die onze bestaande opvattingen bevestigt, waardoor we in een filterbubbel terechtkomen. Dit vergroot de polarisatie en maakt jongeren vatbaarder voor desinformatie.

Bovendien hebben sociale media een verslavend effect: hoe langer je online blijft, hoe meer advertentie-inkomsten bedrijven genereren. De algoritmes spelen in op onze emoties, en berichten die boosheid of verontwaardiging oproepen krijgen de meeste aandacht. The Facebook Files onthulden dat Facebook voorrang geeft aan berichten die als boos zijn getagd, met als resultaat een door woede gedreven feed.  Dit mechanisme is geen toeval, maar een bewuste strategie als vorm van manipulatie.

Onderzoek van de Wereldgezondheidsorganisatie toonde aan dat 11 procent van de jongeren op een problematische manier omgaan met sociale media. Ruim 1 op de 10 jongeren vertoont symptomen van verslaving, trekt zich op zichzelf terug en geeft er andere activiteiten voor op. Dat kan leiden tot depressie, angsten en slechte schoolprestaties. Naast de 11 procent die het problematisch gebruikt, is 32 procent intensieve gebruiker, 44 procent actieve gebruiker en 12 procent die zelden online actief is.

Niet alle jongeren gebruiken sociale media op een ongezonde manier. Wie het intens gebruikt, gaf zelfs aan dat ze een sterkere steun van leeftijdgenoten voelden en meer sociale connecties konden maken. De 12 procent die zelden online actief is, gaf dan weer aan dat ze een slechter mentaal en sociaal welbevinden hebben dan adolescenten die actief gebruikmaken van sociale media.

Het is dus duidelijk zoeken naar een gulden middenweg. Sociale media kunnen zowel positieve als negatieve gevolgen hebben. Het is daarom belangrijk om jongeren betere digitale vaardigheden aan te leren voor een beter evenwicht tussen het online en offline leven.

Het wordt tijd dat we onze jongeren de kennis en vaardigheden geven om zich in deze complexe wereld staande te houden. Een structureel vak over mentaal welzijn en sociale vaardigheden zou geen luxe moeten zijn, maar een basisrecht. Want een gezonde samenleving begint bij goed geïnformeerde jongeren.

Elke Van Bogaert is afgestudeerd als klinisch psychologe, ze werkt as geconventioneerd psychologe in eigen zelfstandige praktijk in Sinaai en in een huisartsenpraktijk in Vrasene. Ze is ook freelance medewerker bij vzw Boeren Op Een Kruispunt en vzw Dyzo, coördinator van vzw Otti.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content