Bijgedachte | Onderwijs

‘Het resultaat van vijf jaar Ben Weyts? Het onderwijs is als de dood voor vernieuwing’

© Getty Images
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Dat de aanbevelingen van de onderwijskoepels voor de volgende regeerperiode weinig opzienbarend zijn, is wellicht geen toeval. Het beleid van de voorbije jaren heeft ervoor gezorgd dat een sector die zo ontzettend snakt naar verandering doodsbang is geworden voor elke hervorming.

Onze leerlingen zakken verder weg in de internationale rankings, worden happend naar adem meegesleurd in het watervalsysteem en zitten uren per week in de studie omdat er niet genoeg mensen meer zijn die hen willen onderwijzen. ‘Was er onlangs geen onderzoek waar ons onderwijs wél goed uitkwam?’ hoor ik u denken. Dan verwijst u vast naar de proeven die leerlingen van het katholiek onderwijs aan het eind van het zesde leerjaar moeten afleggen. Onlangs bleek inderdaad dat die scores zijn verbeterd. Maar één zwaluw maakt de lente niet – om een van de vele uitdrukkingen te gebruiken die het gros van de scholieren al lang niet meer begrijpt.

In zo’n situatie zou je van de vertegenwoordigers van de onderwijssector, zoals de onderwijsnetten en -koepels, hyperambitieuze, snijdende, zelfs opruiende geschriften verwachten. Geen aanbevelingen, maar regelrechte eisen voor vergaande veranderingen. Vandaar mijn verbazing toen ik de memoranda onder ogen kreeg die GO! gemeenschapsonderwijs, OVSG en Katholiek Onderwijs Vlaanderen in aanloop naar de Vlaamse verkiezingen hebben opgesteld. Niet alleen zijn de aanbevelingen nogal bescheiden, je moet ook flink je best doen om ze op echt vernieuwende ideeën te betrappen. En dat terwijl elk kind dat ooit een brief aan Sinterklaas heeft geschreven, weet dat je het onmogelijke moet vragen om het haalbare te krijgen.

Niet dat de koepels geen fundamentele ingrepen vragen. Zo schuiven ze – voor de derde keer alweer – een vergaande hervorming van het statuut van leerkracht naar voren. Helemaal terecht natuurlijk. Het slaat nergens op om scholen en leerkrachten zowel de statuten als het personeelsbeleid uit het begin van de jaren negentig te blijven opdringen. Hetzelfde geldt voor de voorstellen om eindelijk iets te doen aan de vele verouderde en vaak ook te kleine schoolgebouwen – een oud probleem dat in de pandemie nog zichtbaarder is geworden. Maar net zoals de roep om een betere sociale mix in Vlaamse klassen, een duurzame visie op digitalisering en meer autonomie voor scholen en leerkrachten had dat allemaal best een pak scherper gemogen.

Elk kind dat ooit een brief aan Sinterklaas heeft geschreven, weet dat je het onmogelijke moet vragen om het haalbare te krijgen.

Al is die voorzichtige toon nu ook weer niet zo vreemd. Door de bijna voorbije regeerperiode (en – ere wie ere toekomt – eigenlijk ook de twee regeerperiodes ervoor) is de hele sector half lamgeslagen. Hoopten leerkrachten en directies nog op grote verfrissende vernieuwingen, dan genazen ze daar nog voor het eind van de pandemie van. Of zoals een van de leden van De Leraarskamer van Knack het formuleert: ‘Keer op keer worden vernieuwingsoperaties aangekondigd die aanvankelijk veelbelovend zijn, vervolgens een paar jaar voor onrust zorgen en uiteindelijk verzanden in een stapel doekjes voor het bloeden.’ Geen wonder dat een groot deel van het onderwijspersoneel woedend is.

Dat bleek afgelopen week nog maar eens toen we de vijftien leerkrachten van De Leraarskamer van Knack vroegen wat Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) volgens hen wél goed heeft gedaan. Meer dan de helft kon of wilde de vraag niet beantwoorden. Sommigen omdat ze naar eigen zeggen met de beste wil van de wereld geen positieve realisaties konden bedenken, anderen omdat de vraag alleen al hen de gordijnen in joeg.

Maar leerkrachten zijn niet alleen kwaad. De meesten zijn ook ontzettend moe. Doordat ze te weinig collega’s hebben, maar ook omdat de onophoudelijke stroom nieuwe voorstellen, ideetjes en maatregelen ze heeft uitgeput. Ze hebben genoeg van alle eindeloze discussies die er uiteindelijk voor zorgen dat zij aan het eind van het ene schooljaar nog niet weten wat er in het volgende van hen wordt verwacht. Het is veelzeggend en volledig terecht dat het OVSG ervoor pleit om voortaan geen nieuwe maatregelen meer te introduceren na de paasvakantie.

Als de aflopende regeerperiode voor één ding heeft gezorgd, dan is het wel dat een sector die zo snakte naar verandering doodsbang is geworden voor elke hervorming. De meeste leerkrachten en directies verlangen nu eerder naar rust dan naar vernieuwing. ‘Mijn wens voor het nieuwe jaar?’ schreef een leerkracht onlangs in een e-mail. ‘Dat ik elke dag voor de klas kan staan en mijn leerlingen kan proberen warm te maken voor mijn vak zonder dat ik me druk hoef te maken over wat ze in Brussel nu weer hebben verzonnen.’ Wellicht is dat precies wat ook de onderwijskoepels hebben aangevoeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content