Walentina Cools (OVSG): ‘Onderwijs is misschien wel enige sector waarin je van eerste tot laatste dag op dezelfde manier blijft werken’
Schooldirecties krijgen hun vacatures nauwelijks ingevuld. Voor de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten is er dringend een plan voor de lange termijn nodig. ‘Het personeelsbeleid mag best wat soepeler.’
‘Hoe zorgen we ervoor dat het lerarenberoep over tien jaar weer aantrekkelijk is?’, zegt Walentina Cools, algemeen directeur van de Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten (OVSG). ‘Alle maatregelen van de voorbije maanden moeten het huidige lerarentekort oplossen. Maar alleen daarmee zullen we er niet komen. Wat we echt nodig hebben, is een plan op lange termijn. Misschien moeten we ook maatregelen nemen die eerst voor een grotere terugval zorgen en later pas meer leerkrachten aantrekken, zoals bijvoorbeeld een bindende instaptoets in de lerarenopleidingen.’
Wordt er vandaag al aan zo’n plan gewerkt?
Walentina Cools: Nog niet. We zitten wel geregeld samen met de andere onderwijskoepels en -netten. Het Vlaamse onderwijs heeft een ander, flexibeler personeelsbeleid nodig – daarover zijn we het allemaal eens. Ook de vakbonden, maar zij hebben natuurlijk nog andere bezorgdheden.
Nu moet de politiek voor een klimaat zorgen waarin we besprekingen kunnen opstarten. Heel concreet vragen we de Vlaamse minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) om een forum te creëren waar de onderwijsverstrekkers, vakbonden en wat mij betreft ook de scholierenkoepel rond de tafel kunnen zitten.
We hebben geen maatregelen voor een paar jaar nodig, maar wel een echt loopbaanplan dat door alle politieke partijen wordt gedragen en over verschillende regeerperiodes heen loopt.
Zal een eigentijdser personeelsbeleid volstaan om het lerarentekort in te dijken?
Cools: Het zal in elk geval een heel groot verschil maken. Vorige week nog hadden we hier ontmoetingsdagen met zo’n 250 directeurs uit het basisonderwijs. Allemaal vinden zij dat het huidige personeelsbeleid te weinig ruimte laten, ook al werken ze soms heel creatief. Ik ken bijvoorbeeld een man met dertig jaar ervaring in de IT-sector die graag in een secundaire school wil lesgeven. Zo iemand zou een prachtige vakleerkracht zijn. Toch kan hij niet worden aangesteld, want hij heeft alleen een diploma secundair onderwijs.
Zo sluiten we mensen uit of schrikken we hen af. Je diploma bepaalt of je een vak al dan niet mag geven, of je benoemd kunt worden en hoeveel je verdient. Dat mag allemaal wat soepeler.
Dankzij de lerarenbonus kunnen leerkrachten zonder pedagogisch diploma nu toch al twee of drie uur per week worden vrijgesteld voor een opleiding?
Cools: Daar kunnen we nog veel verder in gaan. Vandaag is het onderwijs misschien wel de enige sector waarin je van je eerste werkdag tot je laatste op precies dezelfde manier blijft werken. Zodra je er aan de slag gaat, wordt van je verwacht dat je als een volleerde leerkracht functioneert. Krijg je later behoefte aan verandering, dan zijn er maar heel weinig mogelijkheden. Dat komt vooral doordat alle leerkrachten evenveel les moeten geven. Alle taken die ze daarnaast nog doen, worden niet in rekening gebracht.
Dus pleiten wij voor de invoering van een jaaropdracht, waarbij alleen wordt vastgelegd hoeveel uur leerkrachten jaarlijks moeten werken. De directie bepaalt dan hoeveel van die werkuren iemand aan lesgeven moet spenderen. Een jonge leerkracht kan bijvoorbeeld in het begin wat minder uren lesgeven, zodat hij meer tijd overhoudt om zich in te werken. Een zijinstromer kan tijd krijgen voor een pedagogisch diploma en meer ervaren leerkrachten kunnen worden vrijgesteld om lesmateriaal te ontwikkelen, startende collega’s te coachen of een masterdiploma te behalen.
Het Vlaamse onderwijs staat voor nog een andere grote uitdaging. Op vraag van onder meer Katholiek Onderwijs Vlaanderen heeft het Grondwettelijk Hof de eindtermen voor de tweede en derde graad van het secundair onderwijs vernietigd.
Cools: Wij vinden die nieuwe eindtermen ook te uitgebreid, te gedetailleerd en te omslachtig. Het is simpelweg onhaalbaar om alles in te passen. Er blijft onder meer te weinig ruimte over voor praktijkvakken. Zeker in het technisch, beroeps- en kunstonderwijs is dat een groot probleem.
Wij pleiten voor de invoering van een jaaropdracht, waarbij alleen wordt vastgelegd hoeveel uur leerkrachten jaarlijks moeten werken.
Waarom bent u dan niet mee naar het Grondwettelijk Hof gestapt?
Cools: Het was te laat. In onze scholen was iedereen zich al helemaal op de nieuwe eindtermen aan het voorbereiden. We konden het onze leerkrachten niet meer aandoen om alles weer overhoop te gooien.
U bent dus blij dat de eindtermen vernietigd zijn?
Cools: Ik ben vooral bezorgd over wat er nu komen gaat. In de huidige vorm vinden wij de eindtermen onhaalbaar. Ze moeten minder gedetailleerd en minder uitgebreid worden. Dat geldt ook voor die van de eerste graad, want we kunnen niet de eindtermen voor de laatste vier jaar herzien en die voor de eerste graad ongemoeid laten.
Ondertussen werkt de overheid aan centrale toetsen die leerlingen van alle netten vanaf 2024 moeten afleggen. Een goede zaak?
Cools: Ik kan daar moeilijk tegen zijn, want bij OVSG organiseren we al zo’n dertig jaar centrale toetsen. Niet alleen neemt 97 procent van de stads- en gemeentescholen die af, ze worden ook in het GO! gemeenschapsonderwijs gebruikt. Alleen maak ik me wel zorgen dat de Vlaamse centrale toetsen alleen zullen peilen naar de kennis van Nederlands en wiskunde. Dat vinden wij veel te beperkt.
Daarnaast zullen de resultaten niet alleen worden gebruikt om de onderwijskwaliteit van een school te meten, maar ook voor de evaluatie van leerlingen. Wat gebeurt er bijvoorbeeld als de klassenraad een leerling die voor die toetsen is geslaagd toch geen A-attest wil geven omdat zijn andere resultaten niet goed zijn? Ouders zullen de centrale toetsen dan gebruiken om die beslissing aan te vechten. En dan heb ik het nog niet over de planlast die nog groter zou worden.
Erg positief klinkt u niet.
Cools: Ik vind het gewoon een gemiste kans. Onze OVSG-toetsen bewijzen al dertig jaar hun nut. De Vlaamse overheid had er perfect voor kunnen kiezen om een batterij vragen aan onze toetsen toe te voegen. Met de interdiocesane proeven van Katholiek Onderwijs Vlaanderen had ze dan eventueel hetzelfde kunnen doen. Dat had veel minder geld en moeite gekost dan de ontwikkeling van een heel nieuw systeem.
Dit schooljaar krijgen veel scholen met nog andere problemen te maken. Ook zij kreunen onder de stijgende energieprijzen.
Cools: Het zijn de schoolbesturen die voor de energiefactuur instaan en dat zijn bij ons de steden en gemeenten. Ik vrees dat ze door de hoge energieprijzen geplande investeringen voor de vernieuwing, verbouwing of uitbreiding van schoolgebouwen zullen uitstellen.
In het basisonderwijs bestaat er een maximumfactuur en dus zullen die scholen de hogere energiekosten niet aan de ouders doorrekenen. In het secundair onderwijs is dat in principe wel mogelijk. Ze zullen op de schoolfactuur natuurlijk geen verwarmingskosten aanrekenen, maar in theorie kunnen ze ouders wel laten betalen voor dingen die ze tot nu toe zelf bekostigden, bijvoorbeeld activiteiten tijdens de jaarlijkse GWP-reis (Geïntegreerde Werkperiode, nvdr). Al merk ik dat onze scholen op dat vlak erg terughoudend zijn. Ze zullen eerder activiteiten schrappen of de aankoop van nieuwe leerboeken uitstellen dan dat ze de schoolfactuur hoger laten oplopen. De vraag is of ze dat op termijn kunnen volhouden. Daarom vragen wij aan de overheid dat de werkingsmiddelen volledig geïndexeerd zouden worden. Ook een btw-verlaging op de energiekosten of een compensatie kan al wat soelaas bieden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier