Het coronarapport van Ben Weyts (N-VA): ‘Een schoolvoorbeeld in vergelijking met andere sectoren’
Is onderwijsminister Ben Weyts de enige politicus die ongeschonden uit één jaar coronacrisis komt? Zijn niet-aflatende strijd om de scholen open te houden kon op brede steun rekenen van de Vlamingen én van de belangrijkste experts. Knack overschouwt het onderwijsveld na een rampjaar.
We kregen de nieuwsflash allemaal op hetzelfde moment. Ik zag iedereen meteen naar zijn smartphone kijken’, herinnert Maggie De Block (Open VLD) zich van de eerste Nationale Veiligheidsraad over corona. We schrijven donderdag 12 maart 2020. De Block is op dat moment federaal minister van Volksgezondheid. De vergadering was om 18.30 uur begonnen en om 20.00 uur kondigt de Franse president Emmanuel Macron aan dat hij alle scholen sluit. Premier Sophie Wilmès (MR) kondigt na een lange vergadering ’s avonds laat ongeziene maatregelen aan: het land gaat op slot, en na de tussenkomst van Macron ook de scholen.
In Het Journaal van 19.00 uur had infectiologe Erika Vlieghe Vlaanderen nochtans gerustgesteld: de scholen kunnen gerust openblijven. ‘De remedie mag ook niet erger zijn dan de kwaal’, zei ze tegen nieuwsanker Annelies Van Herck, want het zou pas helemaal een ramp zijn als alle ouders hun kinderen voor opvang naar de grootouders zouden sturen. ‘Een schoolsluiting kan enkel zinvol zijn als we de piek van de epidemie bereiken, maar dat is nu absoluut niet aan de orde.’
Vlieghe verkondigde daarmee de consensus die onder experts was ontstaan op basis van gegevens uit Azië: kinderen spelen, in tegenstelling tot bij een griepepidemie, geen hoofdrol in covid-19-pandemie. Er waren toen wel al wat besmettingen in Franstalige scholen vastgesteld, maar niets alarmerends, vonden de experts. De politici zagen het anders.
Waarom moet elke leraar zelf digitale lessen maken? De onderwijskoepels zouden dat materiaal kunnen aanleveren.
Wouter Duyck, cognitief psycholoog UGent
‘Het was vooral een emotionele beslissing om de scholen toch te sluiten’, zegt De Block daar vandaag over. ‘We moesten de kwetsbaren in de samenleving beschermen, en voor veel mensen zijn kinderen nu eenmaal de allerzwaksten. Ouders maakten zich grote zorgen, en vergeet niet dat de Franstalige onderwijsbonden zelfs dreigden met stakingsaanzeggingen. Hoe hadden wij kunnen verdedigen dat we de scholen openhielden als ze in buurland Frankrijk wel dichtgingen? Dat ging gewoon niet.’
15 MAART 2020 – De ‘schorsing van de lessen’
Corona stort de hele samenleving in een diepe crisis. De ziekenhuizen maken zich op voor een oorlogssituatie, maar zeker ook voor de onderwijswereld is dat het begin van een traumatische periode. ‘Wij waren helemaal niet voorbereid’, zegt Raymonda Verdyck, topvrouw van het Gemeenschapsonderwijs. Koen Van Kerkhoven, secretaris-generaal van de onderwijsvakbond COC, heeft het over ‘chaotische toestanden’ in die eerste weken. De sluiting geldt in eerste instantie alleen voor de drie weken voor de paasvakantie. Voor veel jongeren lijken die weken nog het meest op een extra vakantie, die ook nog eens samenvalt met het begin van een warme lente. Voor ouders, die worden gevraagd om thuis te werken, begint vanaf dag één de zoektocht naar opvang.
Op aandringen van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) moeten de scholen in opvang voorzien voor kinderen van ouders met essentiële beroepen. Dat geeft hem ook de kans om het in zijn communicatie niet over een ‘sluiting van scholen’ maar subtiel over een ‘schorsing van de lessen’ te hebben. Naarmate die schorsing langer duurt, moeten scholen soms schipperen tussen hun eerste pogingen om digitale lessen te organiseren en de verplichte opvang van sommige kinderen. ‘Onze directeuren vroegen zich af of ze er waren om opvang of om lessen te organiseren’, zegt Lieven Boeve, directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen, over die periode. ‘Ik heb toen tegen de minister gezegd dat wij geen opvang meer zouden organiseren als dat ten koste gaat van het onderwijs. De gemeenten zijn daar nu verantwoordelijk voor. Helaas werd het onderwijs in het voorjaar te gemakkelijk een instrument ten dienste van de samenleving. In het najaar hebben we er alles aan gedaan om dat te vermijden.’
Hoe kijken de experts een jaar later terug op die eerste sluiting? ‘De kennis waarop we toen onze adviezen voor de scholen baseerden, is nadien behoorlijk solide gebleken’, zegt viroloog Marc Van Ranst. Hij geeft wel toe dat in het achterhoofd van enkele virologen het idee meespeelde dat het openhouden van de scholen eventueel de groepsimmuniteit tegen covid-19 kon bevorderen. Als voldoende mensen in de samenleving zonder veel erg besmet worden, bouwen we collectieve immuniteit op. ‘Daar zijn we snel van afgestapt’, aldus Van Ranst. ‘Er werd meer bekend over de longaandoeningen waar covid-19 ook voor zorgde. Het was gewoon veel te gevaarlijk.’
Van Ranst had uiteindelijk, net als Steven Van Gucht van Sciensano, respect voor de politieke beslissing om de scholen toch te sluiten, al was het tegen hun advies in. Volgens Van Gucht speelde bij de politici toen vooral ‘nervositeit’, onder andere door de beelden uit Noord-Italië. Het was ook maar de vraag of het onderwijs in het voorjaar op een veilige manier had kunnen worden georganiseerd. ‘Vergeet niet dat we toen ook een groot tekort hadden aan beschermingsmateriaal’, zegt Van Gucht vandaag. ‘In die zin was het goed om op de rem te staan en de scholen te sluiten.’
18 MEI 2020 – Terug naar school, ‘met een bang hartje’
Op vrijdag 15 mei 2020 gaan de scholen proefdraaien en op maandag 18 mei zwaaien de schoolpoorten echt open, vier weken na het einde van de paasvakantie. ‘Dat was met een bang hartje’, zegt Van Ranst. Lang niet alle leerlingen zijn welkom op school, en zeker in middelbare scholen zijn er veel jongeren die in maart voor de laatste keer dat schooljaar in hun klaslokaal zitten.
De veiligheidsregels zijn strikt: eerst worden maar tien kinderen per klas toegelaten, dat worden er uiteindelijk veertien. Per kind moet in een klaslokaal vier vierkante meter ruimte zijn, voor een leraar nog eens acht vierkante meter. De scholen en onderwijskoepels ergeren zich aan die strikte regels en de krappe bewegingsvrijheid die ze krijgen, maar aan de andere kant zijn er leraren die zich tot vandaag zorgen maken over alle voorschriften. ‘Schrijnende toestanden die vóór corona vaak ook al bestonden, zijn in deze crisis pas echt aan de oppervlakte gekomen’, zegt Nancy Libert, algemeen secretaris van ACOD Onderwijs. Ze denkt daarbij aan klaslokalen waar voordien al niet genoeg plaats was voor alle leerlingen, laat staan op een veilige afstand van elkaar, of aan lokalen waarvan de ramen nooit open kunnen. ‘Een school kan ook niet zomaar worden verbouwd’, zegt ze. ACOD organiseerde een enquête, onder andere over het gebruik van een CO2-meter op school, een toestelletje dat virologen vaak aanraadden om te testen of een lokaal goed geventileerd is. Minder dan een kwart van de scholen blijft vandaag zo’n metertje te hebben. ‘Nogal wat leraren kopen dan maar zelf zo’n meter met hun eigen centen’, vertelt Libert. ‘Als het alarm afgaat, weten ze dat ze de klas moeten verluchten.’
We hadden al lang in code rood moeten zitten. Men had zich minstens aan de kleurenbarometer moeten houden.
Nancy Libert, ACOD
‘Het is mede omdat de Christelijke Onderwijscentrale (COC) al in maart eiste om mondmaskers in het secundair onderwijs te verplichten dat de verplichting er uiteindelijk in mei is gekomen’, zegt Koen Van Kerkhoven. ‘Het was toen nog taboe. Men bekeek mij alsof ik van een andere planeet kwam toen ik daarover begon.’ Hij noemt het ook een ‘vals debat’ om alleen de leerling centraal te stellen. ‘Er moet een goede balans zijn met maatregelen die ook het onderwijspersoneel beschermen. Zonder de inbreng van de vakbond zou de situatie in de scholen er vandaag gegarandeerd heel anders uitzien.’
1 JULI 2020 – ‘De achterstand is groot’
Na het einde van het schooljaar in juni blijft één grote vraag onbeantwoord: hoe groot is de leerachterstand van de leerlingen door de lockdown? Onderwijseconoom Kristof De Witte (KU Leuven) onderzocht tijdens de zomermaanden op verzoek van Katholiek Onderwijs Vlaanderen de resultaten van kinderen uit het laatste leerjaar van de lagere school. Zijn conclusie is ontstellend: de achterstand kan wel oplopen tot een half jaar. ‘Ik heb nog geen enkel vergelijkbaar onderzoek gezien dat zo’n grote achterstand laat zien’, zegt Dirk Van Damme. Hij is onderwijsexpert bij de OESO, en heeft van daaruit zicht op de resultaten van andere Europese landen. ‘In Nederland is de achterstand ongeveer de helft daarvan, en dat loopt min of meer gelijk met landen zoals Duitsland, Estland, Finland en het Verenigd Koninkrijk. Het onderzoek van De Witte springt er echt uit. Het Vlaamse onderwijs is erger getroffen door corona dan dat in andere landen.’
De belangrijkste reden is volgens Van Damme het gebrek aan ervaring met afstandsonderwijs en digitaal leren in Vlaanderen. We bengelen aan het staartje, terwijl landen als Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk daar al veel eerder mee waren begonnen. Wouter Duyck, cognitief psycholoog aan de UGent, noemt Vlaanderen op dat vlak ‘een ontwikkelingsland’: we trekken voor ICT 67 eurocent per leerling per jaar uit in het lager onderwijs en 84 eurocent in het middelbaar onderwijs. Dat is minder dan 20 euro per klas. De rest moet de school zelf bijpassen. Onderwijsminister Weyts heeft ondertussen besloten om eenmalig 375 miljoen euro te investeren, wat meer dan het tienvoud is van het jaarlijkse budget. ‘Sinds het najaar is er wat beterschap, maar de achterstand blijft groot’, zegt Duyck. ‘Waarom moet elke leraar ook zelf digitale lessen in elkaar steken? De onderwijskoepels zouden dat materiaal voor iedereen kunnen laten maken door hun allerbeste leerkrachten.’
De steen des aanstoots voor veel leerkrachten, leerlingen, ouders én experts is Smartschool, het onlineplatform dat veel scholen door dat woelige jaar moest loodsen. ‘Dat is gewoon amateuristisch’, vindt Van Damme. ‘Dat is helemaal geen digitale leeromgeving, het is een veredeld managementplatform. Ik zeg dat met alle sympathie voor de makers, maar het is dringend tijd voor een professioneler platform. Helaas bestaat er in Vlaanderen grote weerstand tegen grote spelers als Microsoft, Amazon en Google. In andere landen leveren zij de technologie.’
Over het mentale welzijn van de Vlaamse leerlingen bestaat voorlopig nog minder onderzoek dan over leerachterstand. Duyck, die lid is van het relancecomité van minister-president Jan Jambon (N-VA), pleitte er mee voor om een dashboard met indicatoren te maken om die trends te volgen. Voorlopig is er enkel anekdotisch bewijs, naast veel schrijnende getuigenissen. ‘Ik denk dat alle alarmsignalen op rood staan’, zegt Duyck daarover. ‘Onze psychische gezondheidszorg is sinds corona overbelast. Al een jaar zie je daar Italiaanse toestanden, alleen hebben we daar minder oog voor. Dát is de reden waarom de scholen nooit opnieuw mogen sluiten. Dat moet echt de aller-, allerlaatste noodgreep zijn.’
1 SEPTEMBER 2020 – De kleurenbarometer slaat tilt
Op 1 september mogen alle kinderen terug naar school. Half augustus is dat afgesproken tijdens overleg met de minister, het onderwijsveld en de experts. Het zag er nochtans lang anders uit.
Voor de zomer neemt Weyts de leiding in de beslissingen over het nieuwe schooljaar. Het onderwijs is daarmee de enige sector waarvan de heropening zo goed als helemaal in Vlaamse handen komt te liggen. De minister slaagt erin om in overleg met het onderwijsveld voor de zomervakantie een kleurenbarometer af te spreken die het volgende schooljaar zal worden gehanteerd: met een oplopend risico, en dus ook bijbehorende verstrengingen, zal de onderwijswereld groen, geel, oranje of rood kleuren. Maar terwijl scholen in september – de epidemie wint alweer aan kracht – in code oranje of zelfs code rood hadden moeten opstarten, wordt er toch voor code geel gekozen. De afspraken die bij de kleurcodes horen zullen ook nog wijzigen.
‘We hadden al lang in code rood moeten zitten’, zegt Nancy Libert van ACOD. Zij was en is bezorgd over de veiligheid van de leerkrachten. Het is niet omdat de scholen niet de motor zijn van de epidemie, zoals Weyts blijft herhalen, dat ze niet getroffen kunnen worden. ‘Wij willen ook dat de scholen maximaal openblijven, maar men had zich minstens aan die barometer moeten houden’, vindt Libert. ‘Ouders werden ook wanhopig van de steeds veranderende regels. Wij hebben nog nooit zo veel telefoontjes gekregen van ouders als dat najaar. Ze komen normaal heel zelden bij de vakbond aankloppen. Nu vroegen ze mij of ik kon garanderen dat hun kinderen veilig naar school konden. Dat kan ik natuurlijk niet.’
Smartschool is amateuristisch. Dat is geen digitale leeromgeving, het is een veredeld managementplatform.
Dirk Van Damme, onderwijsexpert OESO
De ouders blijven buiten alle officiële overlegorganen staan. Karolien Bouchet, directeur Onderwijs van de Vlaamse Confederatie van Ouders en Ouderverenigingen, wijst er wel op dat ze zich indirect lieten horen via de onderwijskoepels en de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR). De ouderkoepelverenigingen van verschillende netten organiseerden een aantal gezamenlijke enquêtes, waarvan de resultaten ook bij de minister terechtkwamen. ‘Uit onze enquêtes bleek zowel diepe verdeeldheid als angst en bezorgdheid bij de ouders’, zegt Bouchet. Ouders hadden het soms lastig met de uiteenlopende manieren waarop de informatie tot bij hen kwam: via de scholen, via de minister, via de media. ‘Ze wisten niet altijd goed hoe hun school de beslissingen concreet zou uitvoeren.’
Toch zorgt de springerige communicatie van Weyts in de media soms voor wrevel: overal waar hij een kans ziet om verder te gaan dan pas is afgesproken, grijpt hij die met beide handen. Pedagoog Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool), die lid was van de taskforce sinds de eerste lockdown, vindt de kritiek op minister Weyts ‘cynisch’: ‘Aan de regio’s werd gevraagd om zélf regels voor de heropening uit te werken. Vlaanderen liep dankzij hem voorop. De Franse en de Duitstalige Gemeenschap volgden vaak gewoon.’
Een van de redenen waarom zo makkelijk wordt afgeweken van de barometer die twee maanden eerder is bedacht, is de nauwe betrokkenheid van de virologen. ‘U zult weinig experts vinden die ontevreden zijn over Ben Weyts’, zegt Marc Van Ranst daarover. ‘De beslissingen over de scholen en de voorbereiding ervan zijn zowat een schoolvoorbeeld in vergelijking met andere sectoren.’ Biostatisticus Niel Hens, een van de experts die Weyts adviseert, bevestigt dat. ‘Er zat soms misschien een weekje tussen wat wij zeiden en het moment dat de minister besliste, maar de samenwerking verloopt heel positief. Het is ook echt goed dat hij vecht om de scholen open te houden.’
In het begin van het nieuwe schooljaar raken cijfers bekend van virusuitbraken op scholen. De Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB) staan in voor het ’tracken’ en ’tracen’ van besmette leerlingen en leerkrachten. Sinds dit jaar verfijnden de CLB’s hun rapporteringsmethode, dus de cijfers van het najaar geven misschien geen totaalbeeld, maar ze waren wel verrassend laag. ‘Stel dat het aantal besmettingen drie keer zo hoog lag’, zegt Lieven Boeve daar nu over. ‘Dat zouden nog altijd lage cijfers zijn in vergelijking met de rest van de samenleving. Er was dus nog wel wat marge.’
Ben Weyts weet zichzelf populair te maken als de minister die ervoor zorgt dat de scholen openblijven – en dat in een najaar waarin we worden verrast door een tweede golf. Het overleg dat Weyts in Vlaanderen organiseert, is cruciaal voor zijn succes. ‘Overleggen met het middenveld zit nochtans niet in het DNA van deze minister’, merkt een van de deelnemers aan het overleg op. ‘Hij doet het alleen omdat hij weet dat hij er zelf beter uitkomt. En laten we niet naïef zijn: er spelen altijd economische motieven mee. Ouders kunnen nu eenmaal beter thuiswerken als hun kinderen op school zitten.’
OKTOBER 2020 – Weyts wordt overruled
Eén keer moet Weyts inbinden. In oktober neemt het aantal besmettingen vervaarlijk toe. Er wordt besloten dat de scholen overschakelen naar een nogmaals verwaterde versie van code oranje, maar van een verlengde herfstvakantie wil hij niet weten. Pas nadat het Franstalige onderwijs heeft besloten om de vakantie met twee dagen te verlengen, gaat Weyts daarmee akkoord. Uiteindelijk beslist het Overlegcomité op advies van de virologen om er zelfs een hele extra week van te maken. Weyts wordt tegen zijn zin overruled.
Vandaag is duidelijk dat de herfstvakantie en de week erna de piek waren van de tweede golf. De sluiting strookt met het advies van experts om scholen enkel op zo’n cruciaal moment te sluiten, ook al waren de besmettingscijfers in scholen niet dramatisch hoog. ‘Hier kwamen veel factoren samen’, zegt Niel Hens. ‘We zagen dat de cijfers begonnen te stijgen in de scholen, want ze volgen de besmettingen in de samenleving. Veel leraren, directeuren en CLB’s konden die afkoelingsweek best gebruiken. We merken ook dat ouders – en dus een groot deel van de bevolking – bij schoolsluitingen minder contacten hebben. Maar dat was niet de hoofdreden.’
JANUARI 2021 – ‘De cijfers geven ons gelijk’
Begin 2021 wordt het opnieuw spannend. De tweede golf is nog niet helemaal voorbij of een derde lijkt zich aan te dienen. De varianten van het virus die over de hele wereld opduiken, zijn de grootste bezorgdheid. Dirk Van Damme houdt een vurig pleidooi om de scholen te sluiten, vooral omdat veel andere Europese landen dat voorzichtigheidshalve ook doen. In Vlaanderen ligt die optie nooit echt op tafel. ‘Iedere klas of school die toch moest sluiten door een uitbraak kwam toen in de krant’, zegt Lieven Boeve. ‘Het ging over een zestigtal scholen, terwijl er in totaal vierduizend zijn. Voor mij was dat net het bewijs dat ons beleid goed werkte. We hebben nog altijd scholen waar geen enkele besmetting is vastgesteld, of waar één leerling in quarantaine moest. Dat zijn echt geen uitzonderingen.’
Immunoloog Hans-Willem Snoeck, die in de media het luidst pleit voor sluiting, blijft er nadien bij dat de sluiting nodig is om ons van het hoge plateau aan besmettingen te halen waar we sinds het begin van dit jaar op blijven zitten. ‘Hij heeft waarschijnlijk gelijk’, zegt Hens. ‘Maar het is altijd een afweging: lagere besmettingscijfers door een schoolsluiting betalen we met oplopende leerachterstand, terwijl er nog wel andere maatregelen te bedenken zijn. Telewerk is nog niet overal de regel. Onze politici hebben ervoor gekozen om de scholen open te houden, en ik ben daar eerlijk gezegd heel blij mee.’
Het secundair onderwijs krijgt een ‘afkoelingsweek’ net voor de krokusvakantie, maar de onderwijsnetten hopen dat na de paasvakantie ook alle leerlingen van de middelbare scholen voltijds naar de klas kunnen. Zij krijgen slechts halftijds les op school sinds november. Tijdens het eerste overleg na de krokusvakantie wordt dat idee op tafel gelegd, maar de experts vinden het te vroeg om al te beslissen. Van Gucht wil zelfs niet uitsluiten dat er nog eens een algemene sluiting kan komen. ‘We staan nog voor moeilijke weken’, zegt hij. ‘Zeker als die roep om snelle versoepelingen aanhoudt. Als er weer een piek in zicht komt, moeten we misschien opnieuw overgaan tot een sluiting. Maar dat is vandaag niet aan de orde: de cijfers geven ons voorlopig gelijk om leerlingen naar school te laten gaan.’
Het effect van zulke schoolsluitingen is vijf tot tien jaar later nog altijd zichtbaar.
Pedro De Bruyckere, pedagoog Arteveldehogeschool
Het moet gezegd: de omstandigheden waarin dezer dagen wordt lesgegeven zijn niet van dien aard dat de leerachterstand van de eerste lockdown zal worden opgehaald. Die is nochtans reëel, en kan makkelijk verder oplopen. Van Damme ziet voorlopig geen enkel plan om de achterstand snel weg te werken. ‘Het Verenigd Koninkrijk heeft daar een speciale commissaris voor aangesteld, en Nederland trekt er 8,5 miljard euro voor uit’, zegt hij. ‘Voor Vlaanderen zou dat een kleine 5 miljard euro zijn, maar ik zie niets bewegen.’
Voorlopig heeft Weyts daar ‘maar’ 60 miljoen euro voor uitgetrokken. Wouter Duyck kijkt voor een inhaalmanoeuvre ook naar de scholenkoepels. ‘Koepels kunnen niet voor alles autonoom bevoegd willen zijn en nergens voor verantwoordelijk’, zegt hij. ‘Ik klaag dat al tien jaar aan. Waar blijven hun actieplannen om de leerachterstand in te halen? In deze crisis moeten we misschien iets milder zijn, maar ze hebben ook een rol te spelen. Helaas denkt Lieven Boeve al zijn energie te moeten stoppen in de strijd tegen de nieuwe eindtermen, tot bij het Grondwettelijk Hof toe. Ik erger me daar blauw aan.’ (Katholiek Onderwijs Vlaanderen kondigde vorige week aan om boven op de begeleiding die er dit schooljaar al is, vijftien medewerkers vrij te maken om scholen te helpen met de leerachterstand door corona, nvdr)
Een jaar na de eerste lockdown zijn de ongelijkheden in het Vlaamse onderwijs enorm. Dat wordt misschien wel de grootste naschok van de coronacrisis. Sommige scholen schakelden namelijk wél vlot over op afstandsonderwijs, een heel aantal leerlingen deed het zelfs beter dan andere jaren. Maar er waren ook scholen die letterlijk elk contact verloren met hun vaak al zwakkere leerlingen. Tijdens de eerste golf ging het in de Antwerpse basisscholen om 20 à 30 procent. ‘Maar sinds september is er een inhaalbeweging ingezet’, zegt Raymonda Verdyck. ‘Dat blijkt ook uit de toetsresultaten, al zijn we natuurlijk nog niet op hetzelfde niveau als andere jaren. Maar ik heb er vertrouwen in dat we de achterstand weer wegwerken. We hebben dit jaar vooral gezien hoe flexibel en creatief leerkrachten én leerlingen kunnen zijn. Dit is geen verloren generatie.’
Pedro De Bruyckere is sceptisch. Volgens hem kan het voor veel leerlingen jaren duren voor die leerachterstand is weggewerkt: ‘Het effect van zulke sluitingen is vijf tot tien jaar later nog altijd zichtbaar.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier