Pieter Van den Bossche
‘Er is een hervorming van het secundair onderwijs aan de gang die haast niemand weet te bekoren’
‘Stellen dat het lerarentekort de grote boosdoener is voor de problemen waar ons onderwijs mee te kampen heeft, is een schoolvoorbeeld van hoe de kar voor het paard te spannen’, schrijft leerkracht Latijn Pieter Van den Bossche.
Verontwaardigd kijkt het drietal mij aan. Vierdejaars. Tieners met een verschroeiend kritische blik op mens en wereld. De vraag die net gesteld werd, blijft een beetje onbehaaglijk hangen in het deurgat dat zich tussen ons bevindt. Onwillekeurig kijk ik de gang in die bijna leeggestroomd is. Middagpauzes brengen nu eenmaal de oermens in elk van ons naar boven. Met opgetrokken wenkbrauwen herhaalt de jongedame in het midden de vraag. Of ik de laatste aflevering van ‘Het verhaal van Vlaanderen’ bekeken had. En wat ik ervan vond.
Ze wacht mijn antwoord niet langer af maar vult alvast zelf in. Een pastiche van de historische werkelijkheid die de rijke cultuur en dito erfenis van de Kelten geweld aandoet. En dan die Romeinen. Net of Caesar (ze bootst de tussentaalse uitspraak van Tom Waes na bij het zeggen van die naam) een masterplan in gedachten had toen hij aan zijn campagne tegen de Helvetiërs begon. Om over de betrouwbaarheid van een propagandawerk als De bello Gallico te zwijgen. Iedereen met een beetje kennis van zaken zou moeten weten dat Caesar zijn tegenstanders niet accuraat neerzette omdat dat simpelweg zijn bedoeling niet was. In de lessen Latijn hadden ze dat compleet anders gezien. Toch?
Afgelopen dagen was onderwijs – nog maar eens – in het nieuws door nieuw onderzoek dat uitwijst hoe slecht het gesteld is met de prestaties van onze leerlingen. Hervormingen en digisprongen ten spijt blijkt – alweer – dat leerlingen enkel goed en adequaat leren wanneer hun leerkrachten goed en adequaat lesgeven. Met een priemende vinger wordt gewezen naar het lerarentekort als grote boosdoener. Volkomen terecht uiteraard. Maar ook een schoolvoorbeeld van hoe de kar voor het paard te spannen. Hebben beleidsmakers en onderwijsverstrekkers zich al eens oprecht afgevraagd wat dat fameuze lerarentekort veroorzaakt? Stellen zij zich ooit de vraag hoe het komt dat starters en zij-instromers en masse afhaken na – in het beste geval – enkele jaren voor de klas?
Er is een volledige hervorming van het secundair onderwijs aan de gang die haast niemand weet te bekoren. Leerkrachten en directeurs vinden hun weg niet in het ondoorzichtige en amateuristische kluwen dat momenteel uitgerold wordt in de derde graad. Een gevolg van politieke compromissen die per definitie lelijk zijn en gericht op de korte termijn. Maar ook een gevolg van een onthutsend schuldig verzuim van de onderwijskoepels die hun huiswerk nooit goed gemaakt hebben. Ingepakt door de mooie woorden van voluntaristische ministers van onderwijs of gewoonweg kinderlijk naïef? Resultaat is dat wie op de werkvloer met onderwijs bezig is, zich op zijn minst niet gehoord voelt. Het oprichten van expertengroepen en commissies van zelfverklaarde wijzen verandert daar niets aan.
(Lees verder onder het artikel.)
Wie lesgeeft, weet ook hoeveel tijd gestopt wordt in overbodige administratie. Elke mail dient gearchiveerd, iedere handeling moet een schriftelijk spoor achterlaten. De verantwoordelijkheid van leren ligt vandaag de dag meer dan ooit in het kamp van de leerkracht. Bij tekorten is de eerste vraag die aan de vakleerkracht gesteld wordt of die de leerling in kwestie voldoende geremedieerd heeft. Slechte resultaten zijn de verantwoordelijkheid van de leraar, die het slecht uitgelegd heeft. Verwerking thuis gebeurt enkel wanneer daar tijd voor is tussen twee hobby’s door. Lessen dienen zo leuk en vrijblijvend mogelijk te zijn. Een beetje zoals opvoeding, met andere woorden. Een absurde omkering van normen en waarden, die perfect illustreert waar collega’s dagelijks mee worstelen.
Oplossingen voor de aanslepende problemen in het onderwijs liggen in de leraarskamer nochtans voor het rapen. Een herziening van de vaste benoeming, om maar iets te zeggen, zou al veel broodnodige zoden aan de dijk brengen. Wie beweert dat dit volkomen gedateerde systeem garant staat voor onderwijskwaliteit, dwaalt schromelijk. Benoemd worden heeft niets met goed lesgeven te maken. Wel met een gezonde portie geluk en proberen in de gunst te blijven bij je directie. Wie benoemd raakt, hoeft zich dan weer geen zorgen meer te maken. Schaamteloos slecht lesgeven of leerlingen vierkant aan hun lot overlaten kan in feite straffeloos omdat de evaluatie van benoemde personeelsleden in de praktijk dode letter blijft. Gevolg is een totaal gebrek aan personeelsbeleid dat jonge, gemotiveerde mensen maar al te vaak uit het onderwijs duwt.
Een hertekening van het schooljaar dringt zich ook dringend op. Leerlingen verliezen duur verworven kennis en vaardigheden omdat de zomervakantie eindeloos lang duurt. Ook hier is sprake van een gevolg uit een ver en grijs verleden, waarin boerenzonen en dito dochters ’s zomers mee moesten helpen bij het binnenhalen van de oogst. De Waalse regering heeft al een hele tijd geleden ingezien dat een schooljaar niet meer ingedeeld hoeft te worden op basis van landbouwactiviteiten. Nu Vlaanderen nog.
Ik kijk het drietal voor me aan en schraap mijn keel. Niet alles is verloren.
Pieter Van den Bossche is leraar Latijn, Grieks en filosofie.
Lees ook:
– ‘Het verhaal van Vlaanderen’: ook het verhaal van de N-VA?
– ‘Zonder Google Earth weten leerlingen niet eens waar de Schelde ligt’
– ‘Veel mannen willen niet voor de klas staan omdat er zoveel vrouwelijke leerkrachten zijn’
– WEDSTRIJD: schrijf ook jouw school in voor de Mooiste Speelplaats van Vlaanderen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier