Brecht Nuyts

‘Een leerling uitsluiten voelt nooit goed: meestal is dat het laatste wat een school wil’

Brecht Nuyts Leerkracht

‘Er hangt een taboe rond jongeren waarop leerkrachten en leerlingenbegeleiders geen vat meer hebben’, schrijft leerkracht Brecht Nuyts. Hij pleit voor meer mildheid voor scholen.  

In haar artikel “Als de leerling wordt weggestuurd, heeft de school gefaald” haalt Ann Peuteman een pijnlijk punt aan: in ons land kampen scholen steeds vaker met jongeren waar een team van opvoedkundigen geen weg mee weet. Als leraar met ervaring op scholen met een uitdagend publiek, deel ik de hoofdlijnen in haar analyse: het gaat over een kleine groep jongeren waar ondanks zoveel inzet van collega’s en klasgenoten, geen beterschap in zit. Of toch te weinig beterschap om de veiligheid te garanderen, laat staan een gunstig leerklimaat in de klas. Wat we nodig hebben, zo eindigt algemeen directeur van het Vrij CLB Netwerk Stefan Grielens in het artikel, is meer externe begeleiding.

Dat is een stelling waarmee ik helemaal akkoord ga. Toch stoot de titel van het artikel me tegen de borst. “Als de leerling wordt weggestuurd, heeft de school gefaald”, is een quote van onderwijsexpert Kristof Das.

Niet alleen is dat victim blaming, deze visie lijkt dominant bij experten die bepalen hoe scholen beleid voeren, toch hindert ze een effectieve aanpak van het probleem.

Waarom victim blaming?

Er wordt gesproken over een jongen met gedragsproblemen die een groot mes in zijn rugzak meezeult om mogelijks een schoolgenoot ermee aan te vallen. Gelijkaardige verhalen zijn helaas de realiteit op heel wat scholen in Vlaanderen. Via intensieve leerlingenbegeleiding en tuchtprocedures worden zo’n jongeren uiteindelijk uit school gezet.

Uit academische middens horen we stemmen die de agressor vervolgens als slachtoffer neerzetten, want deze leerling moet – ik citeer – thuisblijven en zijn of haar dagen vullen met gamen.

Waar is de bewondering voor collega’s die zo’n moeilijke situatie een schooljaar lang doorstaan, meerdere schooljaren na elkaar? Ik zou niet willen dat zij het als een persoonlijk falen zouden beschouwen als er een leerling van de school moet uitgesloten worden, zelfs als dat de laatste mogelijkheid zou zijn om in een bepaalde klas nog te kunnen lesgeven.

Het is naar mijn aanvoelen niet de school die faalt op zo’n moment, want een leerling uitsluiten is meestal het laatste wat zij willen. Dat voelt nooit goed.

(Lees verder onder de preview.)

Leerlingen zijn geen labomuizen

Zolang een jongen of meisje concrete criminele plannen heeft, hoort hij of zij niet thuis in een school. Als jonge vader voelt het enigszins vreemd aan dat we hierover nog moeten discussiëren. Zo’n jongere heeft absoluut nood aan externe hulp. Waar komt die overtuiging toch vandaan dat we zware psychologische problemen eerst op school moeten proberen oplossen? Is het fierheid, zuinigheid of een voorliefde voor maffe experimenten?

Nu geef ik les op een goede school, eentje zonder cowboyverhalen en waar lessen – hout vasthouden – standaard ordelijk verlopen. Mijn leerlingen zijn niet intelligenter, maar ze scoren wel veel beter, omdat onder andere de klassfeer het toelaat en de thuissituatie wellicht gunstiger is. Ik begrijp leerkrachten van andere scholen als ze hun werkplaats eerder als een sociaal experiment ervaren, dan een educatief project.

Er hangt een taboe rond jongeren waarop leerkrachten en leerlingenbegeleiders geen vat meer hebben. Niet alleen leerlingen die school na school allerhande probeersels doorlopen, riskeren we daarmee te behandelen als labomuizen. Ook hun klasgenoten staan telkens voor een hele hoop extra uitdagingen bovenop het normale curriculum en de pubertijd, terwijl ze net als iedereen recht hebben op faire onderwijskansen in een aangename, veilige klas.

Investeer in jeugdhulp en thuisbegeleiding

In de 33 jaar van mijn bestaan, kan ik me niet anders herinneren dan dat jeugdhulporganisaties schreeuwen om extra financiële middelen. Geef die sector de centen die ze nodig hebben om optimaal werk te kunnen leveren en alle jongeren met problemen op te vangen. Zij hebben de expertise, de drive en de tools om jongeren met zware gedragsproblematiek aan te pakken en hen een eerlijke nieuwe start te geven. Niet alleen wordt dan het probleem aangepakt, er worden ook problemen vermeden doordat ze geen leeftijdsgenoten meesleuren in hun wangedrag.

Ik geef lang genoeg les om te weten dat niet de studierichting, maar wel de klascontext bepaalt hoe goed een jongere zich kan ontplooien.

(Lees verder onder de preview.)

Ten slotte wil ik ook een oproep doen aan de overheid om organisaties extra middelen te geven die zich inzetten voor jongeren met een schrijnende thuissituatie, maar ook om na te denken over de herverdeling van rijkdom. Jongeren die weinig kansen krijgen thuis, zijn meestal een vogel voor de kat. Daar faalt niet de school, maar de hele samenleving.

Laten we verder met z’n allen mild zijn voor scholen, en vooral kijken naar wat ze allemaal doen ter ondersteuning van hun leerlingen, in plaats van hen te wijzen op hun ‘falen’.

Brecht Nuyts is leraar in het secundair onderwijs. Hij is lid van de christelijk geïnspireerde denktank Logia.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content