Ann Peuteman

‘Een Digisprong? Laptops worden gebruikt als veredelde invulboeken’

Dat de meeste Vlaamse leerlingen vandaag een computer hebben, is natuurlijk een goede zaak. ‘Maar als al die toestellen louter als veredelde invulboeken worden gebruikt, schieten we daar niet veel mee op’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag.

In het secundair onderwijs hebben alle leerlingen tegenwoordig een computer en in het lager onderwijs heeft de helft er een. Dat blijkt uit de vierde editie van de ICT-monitor, die nagaat hoe scholen met ICT omgaan. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) liet glunderend van trots weten dat de achterstand in een voorsprong is omgebogen. En dat allemaal dankzij de Digisprong, een stevige investering van de Vlaamse overheid in onder meer laptops, ICT-opleidingen voor leraren en digitale leermiddelen.

De minister heeft natuurlijk een punt. Vijf jaar geleden hadden heel wat scholen alleen wat vaste computers, die ook nog eens in een aparte klas waren ondergebracht. Leerkrachten die ze tijdens hun les wilden gebruiken, moesten dat lokaal op voorhand reserveren. In heel wat gevallen waren die computers ook nog eens behoorlijk verouderd. Wat een verschil met de laptops een chromebooks waarover hun leerlingen vandaag beschikken. Die kunnen ze niet alleen altijd en overal openklappen, ze zijn ook compatibel met de nieuwste apps en software.

Toch krijg ik de laatste tijd opvallend vaak berichten van leerkrachten die beweren dat het niet al te best is gesteld met de ICT-kennis van hun leerlingen. Onlangs nog vertelde een van de leden van De Leraarskamer van Knack zelfs dat ze de indruk had dat haar leerlingen vandaag minder goed met een computer overweg kunnen dan paar jaar geleden. ‘Toen moesten ze mij geregeld helpen wanneer ik computerproblemen had, nu is het eerder andersom’, zei ze.

Eerst hechtte ik niet al te veel geloof aan die onheilstijdingen. Tot ik het vorige week tijdens een schoolbezoek met eigen ogen zag. In de geschiedenisles verdeelde een leerkracht een klas vierdejaars in groepjes. Per drie moesten de leerlingen online op zoek gaan naar vrouwen die een rol hebben gespeeld in de eerste feministische golf. Na twintig minuten had nog maar één groepje een naam gevonden. De anderen slaagden er maar niet in om de zoekmachine de juiste vraag te stellen. ‘Zo gaat het telkens weer’, legde hun lerares me uit. ‘Doordat ze minder talig zijn dan de generaties voor hen kunnen ze niet alleen minder goed begrijpend lezen, maar hebben ze het ook moeilijk om hun vragen of bedoelingen efficiënt te formuleren.’ En laat dat nu net cruciaal zijn om zoekmachines of AI-assistenten in de juiste richting te sturen.

Moeten leerlingen hun laptop openklappen, dan klinkt het gezucht vaak even luid als wanneer ze de opdracht krijgen om hun handboek te nemen.

Kunnen alle uren die kinderen en pubers vanaf jonge leeftijd met tablets, smartphones en laptops doorbrengen dat dan niet compenseren? Niet echt, zo blijkt. Volgens de leerkrachten die ik sprak, komt dat doordat ze die schermen vooral passief gebruiken om naar TikTok-filmpjes te kijken, door posts te scrollen of van app naar app te swipen. ‘Ouders verkondigen soms vol trots dat hun kleuter al vlot met een tablet kan werken’, merkte een leerkracht onlangs op. ‘De waarheid is dat hun kind weet hoe het met zijn vingertjes een touchscreen kan bedienen. Meer niet.’

In veel Vlaamse klassen worden computers ondertussen nog altijd als veredelde invulboeken, schoolagenda’s of cursusblokken gebruikt. Moeten leerlingen hun laptop openklappen, dan klinkt het gezucht vaak even luid als wanneer ze de opdracht krijgen om hun handboek te nemen. Dat komt wellicht doordat de aardigheid er inmiddels wel af is en de lessen er ook niet wezenlijk door zijn veranderd. Nogal wat leerkrachten kennen de digitale mogelijkheden nog niet goed, zien er de meerwaarde niet van in of voelen zich niet gewapend genoeg om ze in de klas te benutten.

Willen we een échte Digisprong dan mogen al die toestellen dus niet louter worden gebruikt om papier te vervangen. Leerlingen moeten er écht mee kunnen werken. Dat wil zeggen dat zowel zij als hun leerkrachten de taal moeten leren die ze nodig hebben om goed met hun laptop te kunnen communiceren en dat ze meer inzicht moeten krijgen in de werking van de software en de apps die ze gebruiken. Of zoals een leerkracht biologie het verwoordt: ‘Met digitale vorming is het zoals met seksuele voorlichting. Als we alleen aanwijzen waar alles zit en vervolgens voor de gevaren te waarschuwen, sturen we onze leerlingen alsnog onvoorbereid de wereld in.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content