De Limburgse Leraarskamer: ‘Ouders blokkeren soms het nummer van de school om niet meer gestoord te worden’

De Limburgse Leraarskamer van Knack (v.l.n.r): Julie Duchateau, Kevin Weyts, Miette Plessers, Ruben Stals, Muriel Hombroukx, Yacin Burakcin, Tania Byloos, Knack-redactrice en moderator Ann Peuteman, Katelijne Recko en Sara Bomans. © Jonathan Verschaeve
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Waarom vermijden sommige vaders en moeders alle contact met de school? ‘Op den duur willen ze niet meer horen dat hun kind het niet goed doet, want ze hebben het gevoel dat ze daar toch niets aan kunnen veranderen’, klinkt het in de Limburgse Leraarskamer van Knack.

Deze week komen de vijf nieuwe Leraarskamers van Knack voor het eerst samen. Alle panels hebben het over hetzelfde heikele thema: hoe ga je als leerkracht om met ouders die je amper kunt bereiken en wat doe je als ze zich net te veel met het schoolwerk van hun kinderen bemoeien? ‘We zouden ons tegenover de ouders best wat milder mogen opstellen’, vinden de leden van de Limburgse Leraarskamer van Knack, die in de Provinciale Kunsthumaniora Hasselt (PIKOH) aanschoven. ‘Als leerkracht weet je nooit helemaal hoeveel ballen zij in de lucht moeten houden.’

Het schooljaar is nu zo’n zes weken bezig. Heeft iemand van jullie zich al geërgerd aan de ouders van een leerling?

Kevin Weyts (leerkracht huishoudkunde en opvoedkunde): Bij ons moeten alle ouders een account op Smartschool hebben. Daar zijn we heel strikt in. Sommigen heb ik in een week tijd wel vijf keer gebeld om aan te dringen dat ze er een zouden aanmaken, maar toch gebeurde er niets. Heel frustrerend is dat. Ik vind het vooral erg voor die kinderen. Doordat hun ouders hen niet steunen en opvolgen, worden hun kansen ontnomen.

‘We hadden ooit een leerling die op school de hele tijd vuurwerk afstak. Zijn ouders zeiden ons: “Jullie bellen veel te vaak. Stop daarmee.” Blijkbaar vonden ze het gedrag van hun kind niet storend, maar de telefoontjes van school wel.’

Yasin Burakcin, leerkracht Engels

Tania Byloos (leerkracht godsdienst): Ik heb eerlijk gezegd heel weinig contact met ouders. Aangezien er voor godsdienst geen punten worden gegeven, boeit mijn vak de meesten ook niet echt. Maar ik ervaar dat niet als een probleem.

Miette Plessers (leerkracht vijfde en zesde leerjaar): Ons doel is dat onze leerlingen tegen het eind van het zesde leerjaar zelfstandig kunnen werken en plannen zodat ze klaar zijn voor het secundair onderwijs. Ondertussen hebben ze daar natuurlijk wel hulp bij nodig, maar sommigen zijn helemaal op zichzelf aangewezen. Daardoor zijn ze vaak niet in orde of hebben ze de juiste spullen niet bij zich. Vaak is dat doordat er thuis niemand is die hen vraagt wat er op de planning staat.

Muriel Hombroukx (leerkracht aardrijkskunde en geopolitiek): Er zijn zelfs ouders die alle contact met de school vermijden. Vaak komt dat doordat ze zo al genoeg zorgen hebben. Ze hebben geen Smartschool-account en laten ook niets weten als hun kind om de een of andere reden afwezig is. Sommigen blokkeren zelfs het telefoonnummer van de school. Wij willen die kinderen natuurlijk niet loslaten, maar op den duur kunnen we soms niet anders.

Yasin Burakcin (leerkracht Engels): Een paar jaar geleden hadden we een leerling die op school de hele tijd vuurwerk afstak. Elke keer weer belden wij naar zijn ouders met de vraag om in te grijpen. Op een bepaald moment zei een van hen tegen de directie: ‘Jullie bellen me veel te vaak. Stop daarmee.’ Blijkbaar vond hij het gedrag van zijn kind niet storend, maar de telefoontjes van school wel. In plaats van met zijn zoon te praten, blokkeerde hij gewoon het telefoonnummer van de school zodat we hem niet meer konden bellen.

Weyts: Zulke ouders vinden in veel gevallen dat wij zo’n probleem maar zelf moeten oplossen.

Burakcin: Sommigen vermijden ook alle contact omdat ze ervan uitgaan dat we wéér zullen vertellen dat hun kind zich slecht gedraagt. Op den duur willen ze dat gewoon niet meer horen.

Ruben Stals (leerkracht buitengewoon lager onderwijs): Dan denken ze: ‘Wat voor zin heeft het om daar nog eens naar te luisteren? Ik kan er toch niets aan doen.’ Hun hoofd loopt al over van de zorgen en dan valt de school hen ook nog eens de hele tijd lastig met klachten over hun zoon of dochter. Vaak hebben ze ook geen idee wat ze zouden moeten doen. Ik vind het altijd weer een beetje bevreemdend dat mensen mij – een jonge snaak van 26 – tijdens het oudercontact vragen hoe ze hun kind moeten aanpakken.

Katelijne Recko (leerkracht kleuteronderwijs): Daarom is het zo belangrijk dat ouders niet alleen iets van de school horen als er problemen zijn. Wanneer de kleuters worden opgehaald, probeer ik altijd een gesprek met hun ouders aan te knopen. Dan vertel ik wat we die dag hebben gedaan of informeer ik hoe het thuis met hun kind gaat. Zelfs een mama die niet veel Nederlands kent, vindt het fijn om op zo’n losse manier over haar kleuter te praten. Als er werkpunten zijn, kan ik dat in zo’n gesprek ook aankaarten zonder dat het meteen negatief overkomt.

Sara Bomans (leerkracht waarnemingstekenen en beeldende vorming): Een tijd geleden kwam een leerling met autisme vanuit het buitengewoon onderwijs naar onze school. Zijn hele leven hadden hij en zijn ouders te horen gekregen dat hij nooit gewoon onderwijs aan zou kunnen. Zijn moeder ging al jaren niet meer naar oudercontacten omdat ze daar alleen maar te horen kreeg hoe vervelend haar zoon zich in de klas gedroeg. Maar hier bloeide die jongen open en kreeg hij ook complimenten op zijn rapport. Plots kwam zijn moeder wél naar het oudercontact.

‘Ik vind het soms een beetje bevreemdend dat mensen mij – een jonge snaak van 26 – vragen hoe ze hun kind moeten aanpakken.’

Ruben Stals, leerkracht buitengewoon lager onderwijs

Ouders zouden ook steeds vaker het studieadvies van leerkrachten naast zich neerleggen. Merken jullie dat ook?

Julie Duchateau (leerkracht geschiedenis): Het komt inderdaad geregeld voor dat ouders een beslissing nemen die niet goed is voor hun kind. Aan het eind van vorig schooljaar heb ik, bijvoorbeeld, heel wat leerlingen uit het derde jaar natuurwetenschappen aangeraden om voor een andere richting te kiezen. Het was duidelijk dat zij in de derde graad geen richting met veel uren wiskunde aan zouden kunnen. Toch waren er weer veel ouders die dat advies niet wilden volgen.

Stals: Ze overschatten hun kind vaak. Dat begrijp ik ook, want veel ouders hebben geen referentiepunt. Soms denk ik dat we ons daar als leerkracht meer bij moeten neerleggen. Willen ouders hun zoon of dochter tegen ons advies in naar het gewoon onderwijs sturen, dan moeten ze dat maar doen. Uiteindelijk is het hún kind.

Duchateau: In het secundair onderwijs ligt dat toch moeilijker. Wanneer leerlingen een verkeerde studiekeuze maken, zijn er veel die na de kerstvakantie weer van studierichting veranderen. Zeker in de derde graad zijn er dan klassen die halveren. En de school moet dat allemaal maar georganiseerd krijgen.

Hombroukx: Als er in een klas veel leerlingen zitten die eigenlijk niet in die richting thuishoren, daalt het niveau voor iedereen. Het klopt dat sommigen uiteindelijk het licht zien en in januari naar een andere richting overstappen, maar er zijn ook diehards die je tot het eind van het schooljaar mee moet nemen. Dat heeft gevolgen voor de hele groep, want als leerkracht kun je de lat dan niet zo hoog leggen als je zou willen.

De vijf provinciale Leraarskamers van Knack kwamen tot stand met de steun van de Koning Boudewijn Stichting en de Nationale Loterij.

De foto’s van de samenkomsten van de Leraarskamers van Knack worden afwisselend gemaakt door drie veelbelovende fotografiestudenten van het KASK & Conservatorium in Gent, die zo de kans krijgen om ervaring op te doen. Jonathan Verschaeve nam de Leraarskamer van Limburg voor zijn rekening.

Partner Content