De Leraarskamer van Vlaams-Brabant en Brussel: ‘Wij zijn het zat om ons voor die drie maanden vakantie te moeten verantwoorden’

De Leraarskamer van Sven De Jongh, Jesse Van de Kerckhove, Kirsten Bertels, Greet Coomans, Zahra Choua, Laura Alleman, moderator Philippe Cuylaerts, Seppe De Peuter, Stefan Gybels en Laura Buelinckx. © Helena Verfaillie
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Hoe durven leerkrachten over de hoge werkdruk te klagen als ze er nog een flexi-job naast doen? ‘Soms heb je zoiets nodig om met plezier voor de klas te kunnen blijven staan’, klinkt het in de Leraarskamer van Vlaams-Brabant en Brussel.

Deze week komen de vijf provinciale Leraarskamers van Knack voor de tweede keer samen. Allemaal hebben ze het over hetzelfde thema: het lerarenberoep. Wat maakt hun job (on)aantrekkelijk? Zijn ze tevreden over hun loon? Moet het leerkrachtenstatuut worden gemoderniseerd?

In het Go! Atheneum Vilvoorde discussieerde de Leraarskamer van Vlaams-Brabant en Brussel onder leiding van leerkracht Frans Philippe Cuylaerts over vooroordelen die telkens weer opduiken. Dat ze meer vakantie hebben dan dat ze moeten werken, bijvoorbeeld.

Zodra leerkrachten over de hoge werkdruk durven te klagen, is er wel iemand die hen erop wijst dat ze heel veel vakantie hebben. Begrijpen jullie dat?

Sven De Jongh (kleuterleerkracht): Zelfs als je met vrienden op café zit, moet je dat geregeld aanhoren. Sinds een paar jaar heb ik het lef om dan te antwoorden: ‘Hier zijn mijn loonbriefjes en de sleutels van mijn klas. Ga het maar zelf doen. Vacatures genoeg.’ (lacht)

Seppe De Peuter (leerkracht geschiedenis): Dat we veel vakantie hebben, wordt vaak gebruikt als argument om ons nog wat harder te doen werken. ‘Binnenkort is het toch weer vakantie’, zeggen ze dan. Maar als het zover is, ben ik zo leeg dat ik er amper iets aan heb. Ik heb twee jaar voor de provincie gewerkt, en daar had ik zo’n veertig dagen vakantie per jaar. Veel minder dan in het onderwijs, maar ik was er wel gelukkiger mee omdat ik toen tenminste niet als een vod aan de vakantie begon.

Stefan Gybels (leerkracht volwassenenonderwijs): Mijn vader was vroeger leerkracht in het beroepsonderwijs. Wanneer hij na school thuiskwam, moest hij eerst een uur gaan liggen omdat hij compleet leeggezogen was. Ik denk dat veel collega’s dat herkennen. Leerkrachten werken ook veel meer uren dan ze voor de klas staan. Vaak veel meer dan in de privésector. In die zin zijn onze vakanties eigenlijk een compensatie voor onze overuren.

‘Leerkrachten werken veel meer uren dan ze voor de klas staan. Vaak veel meer dan in de privésector.’

Stefan Gybels, leerkracht volwassenenonderwijs

Jesse Van de Kerckhove (boekenjuf): Wat de meeste mensen onderschatten, is dat je als leerkracht constant ‘aan’ moet staan. Je kunt niet even wegdromen achter je computer.

Greet Coomans (leerkracht opvoedkunde en voeding): Het is veelzeggend dat nogal wat collega’s het lesgeven in de covidperiode minder uitputtend vonden. Het zou een goed idee kunnen zijn om iedereen de kans te geven een dag of een halve dag per week online les te geven. Op die manier zouden er meer rustpunten zijn tussen de vakanties door.

Laura Alleman (leerkracht eerste leerjaar): Nu voelt alleen de grote vakantie écht als vrije tijd. Al de rest heb ik gewoon nodig om op adem te komen. Bovendien stopt de verantwoordelijkheid voor je leerlingen niet omdat het toevallig krokusvakantie is. Je bent dan nog altijd met hen bezig. Leerkracht zijn is nu eenmaal geen nine-to-five-job. Ik klaag daar niet over, want ik heb er bewust voor gekozen en doe mijn werk met veel plezier. Maar ik ben het echt zat om me altijd weer voor die vakanties te moeten verantwoorden.

De Jongh: Precies. De passie waarmee wij in het onderwijs staan, geeft energie maar is ook uitputtend.  De voorbije drie weken weken, bijvoorbeeld, heb ik met mijn kleuters gewerkt rond de opera De toverfluit. Vrijdag hebben we dat verhaal dan in een eigen bewerking uitgebeeld. Het was geweldig om te zien hoe de kinderen daarvan genoten en hoe ze in korte tijd waren gegroeid, maar tegen het eind was ikzelf wel bekaf. Ik ben dus blij dat we straks een weekje vakantie hebben, zodat ik weer wat energie kan opdoen.

Kirsten Bertels (leerkracht Engels en Italiaans): Toch kunnen we niet ontkennen dat geen enkel ander beroep zo veel vakantie heeft als het onze. Daardoor hoeven we onze kinderen ook niet elke vakantie voor een kampje in te schrijven. Dat zie ik als een soort extralegaal voordeel, want het bespaart me veel geld.

Laura Buelinckx (leerkracht Nederlands): Maar net doordat mijn kinderen tijdens de vakanties ook thuis zijn, kan ik dan niet voor school werken, terwijl ik wel de hele tijd het gevoel heb dat ik dat zou moeten doen.

Bertels: Daarom trekken wij er tijdens de vakantie altijd op uit. Anders denk ik toch maar: de kinderen zijn boven aan het spelen en dus kan ik best even wat taken verbeteren.

‘Wij hoeven onze kinderen niet elke vakantie voor een kampje in te schrijven. Dat zie ik als een soort extralegaal voordeel, want het bespaart me veel geld.’

Kirsten Bertels, leerkracht Engels en Italiaans

De Peuter: Het is heel positief dat we allemaal zo geëngageerd zijn, maar vinden jullie het echt normaal dat we op reis moeten gaan om onze job even achter ons te kunnen laten?

Het feit dat leerkrachten hard moeten werken, wordt vaak openlijk in twijfel getrokken. Vaak wijzen buitenstaanders er dan op dat velen van hen er nog een andere job naast doen.

Buelinckx: Ik sta heel graag voor de klas, maar op den duur werd ik gek van de nooit aflatende stroom verbeterwerk. Elke avond, wanneer de kinderen in bed lagen, moest ik nog taken en toetsen verbeteren. Daarom heb ik op een gegeven moment besloten om minder les te gaan geven. Omdat ik heel graag schrijf, ben ik in de vrijgekomen tijd met copywriting begonnen. Zo gaat dat voor wel meer leerkrachten: omdat ze in het onderwijs te veel werkdruk ervaren, gaan ze deeltijds werken en daarnaast doen ze dan een flexi-job of bijberoep.

Van de Kerckhove: Ik ken veel collega’s die nog iets naast hun job als leerkracht doen, maar haast niemand van hen werkt voltijds in het onderwijs. Dat geldt ook voor mij: ik werk halftijds op school en ben de rest van de tijd actrice.

‘Omdat ze in het onderwijs te veel werkdruk ervaren, gaan sommige leerkrachten deeltijds werken en daarnaast doen ze dan een flexi-job.’

Laura Buelinckx, leerkracht Nederlands

Laura Alleman Met een voltijdse opdracht kun je zoiets haast niet combineren. Ik heb in bijberoep bijlessen gegeven, maar na een jaar ben ik daar alweer mee gestopt.

Gybels: In de arbeidsmarktfinaliteit hebben ze veel vaklui nodig. Die mensen willen hun vak meestal niet helemaal opgeven om voor de klas te staan, en dus blijven ze daarnaast als zelfstandige werken.  Dat heb ik ook altijd gedaan. In de week was ik op school, in het weekend kon je me in mijn atelier vinden, waar ik met interieurbouw bezig was.

Zahra Choua (leerkracht gedrags- en maatschappijwetenschappen): Ik heb geen bijberoep, maar ik ben wel met een bijkomende masteropleiding bezig. Dat vergt natuurlijk ook heel wat tijd.

Bertels: Samen met mijn man, die leraar lichamelijke opvoeding is, heb ik tijdens de schoolvakanties lange tijd kinderkampen georganiseerd. Maar toen mijn man directeur werd, hebben we dat opgegeven. Hoe dan ook begrijp ik heel goed dat veel collega’s ook nog iets anders doen. Als je lesgeeft, snak je op den duur soms naar een nieuwe uitdaging of naar een bezigheid waarin je je creativiteit kwijt kunt. Vergeet niet dat onze loopbaan heel vlak is. De enige manier om promotie te maken, is directeur worden, maar dat is een totaal andere job.

De Peuter: Om met volle goesting voor de klas te kunnen blijven staan, kan het soms helpen om even iets helemaal anders te doen.

Choua: Ja, maar laten we niet vergeten dat er ook collega’s zijn die uit financiële noodzaak een bijberoep hebben of een flexi-job doen. Alleenstaande ouders die net gescheiden zijn, bijvoorbeeld.  Voor hen is dat geen ontspanning, maar zorgt zo’n job voor nog meer stress en werkdruk. Ik zou eerlijk gezegd niet weten hoe ik er nog zo’n bijverdienste zou moeten bijnemen, want ik kom nu al vaak uitgeput thuis.

De vijf provinciale Leraarskamers van Knack kwamen tot stand met de steun van de Koning Boudewijnstichting en de Nationale Loterij.

De foto’s van de samenkomsten van de Leraarskamers van Knack worden afwisselend gemaakt door drie veelbelovende fotografiestudenten van het KASK & Conservatorium Gent. Helena Verfaillie nam dit keer de Leraarskamer Vlaams-Brabant en Brussel voor haar rekening.

Partner Content