De Leraarskamer van Vlaams-Brabant en Brussel: ‘Als hun ouders niet naar het oudercontact komen, dan krijgen leerlingen geen rapport’
Hoeveel tijd moet een leerkracht investeren in de ouders van zijn leerlingen? ‘Er zijn in elk geval grenzen, want anders kom je niet meer aan lesgeven toe’, klinkt het in de Leraarskamer van Vlaams-Brabant en Brussel.
Deze week komen de vijf nieuwe Leraarskamers van Knack voor het eerst samen. Alle panels hebben het over hetzelfde heikele thema: hoe ga je als leerkracht om met ouders die je amper kunt bereiken en wat doe je als ze zich net te veel bemoeien? De Leraarskamer van Vlaams-Brabant en Brussel mocht de spits afbijten in het Go! Atheneum Vilvoorde, waar leraar Frans Philippe Cuylaerts het gesprek in goede banen leidde.
Philippe Cuylaerts (moderator): Er wordt gezegd dat een school niet kan functioneren zonder ouders. Zijn jullie het daarmee eens?
Stefan Gybels (leraar volwassenenonderwijs): Dat weet ik nog zo niet. In het beroepsonderwijs, waar ik tot voor kort lesgaf, is de betrokkenheid van de meeste ouders heel laag of zelfs onbestaand. Tijdens oudercontacten was ik al blij als de ouders van een van mijn twaalf leerlingen kwamen opdagen. Omdat ik de meesten niet kon inlichten over de studie- of gedragsproblemen van hun kinderen, probeerde ik hen vaak zelf op de een of andere manier te helpen. Soms voelde ik me haast een soort vader of grootvader. Hoe dan ook groeien veel van die jongeren uit tot sterke volwassenen en behalen ze ook een diploma. De vraag is dus of ouderparticipatie wel een absolute noodzaak is.
Erik Verstreken (leerkracht lager onderwijs): Ik geef les in een Freinetschool in Sint-Jans-Molenbeek en bij ons is ouderparticipatie cruciaal. Dat wil zeggen dat ouders ook in de klas welkom zijn – onze deuren staan altijd open. Soms helpen vaders of moeders hun kind even bij een project waarmee ze bezig zijn, of een leerling neemt zijn ouders voor schooltijd mee naar de klas om vol enthousiasme iets te laten zien.
Jesse Van de Kerckhove (boekenjuf in het lager onderwijs): Bij ons mogen ouders niet voorbij een streep op de speelplaats. Dat is vooral om het afscheid niet eindeloos te rekken. Ze komen dus ook niet mee tot in de klas. Wel kunnen ze ons altijd aan de schoolpoort of op de speelplaats aanspreken wanneer ze een vraag hebben of iets willen vertellen. Dat vind ik belangrijk, want als leerkracht weet ik graag wat er speelt in het leven van een leerling.
Kirsten Bertels (leerkracht Engels en Italiaans): Voor de overgrote meerderheid van de leerlingen is het echt wel nodig dat hun ouders bij de school betrokken zijn. Dankzij het leerlingenvolgsysteem op Smartschool kunnen zij hun kind nu ook nauwgezet opvolgen zonder daarvoor naar school te hoeven komen. Dat is zeker in de derde graad een groot pluspunt, want dan zijn de oudercontacten niet meer verplicht.
Cuylaerts: Is dat zo? Bij ons op school is het oudercontact tot en met het zesde jaar verplicht. Zien we dat ouders geen afspraak hebben ingeboekt, dan nemen we vooraf al contact met hen op. Doen we dat niet, dan zouden we 80 procent van de ouders nooit zien. Zeker omdat we hier in Vilvoorde een populatie hebben die vergelijkbaar is met die van Brussel.
Wil je er zeker van zijn dat álle ouders je bericht lezen? Geef dan een fluogele brief mee naar huis.’
Laura Alleman
Leerkracht eerste leerjaar
Zahra Choua (leerkracht gedrags- en maatschappijwetenschappen): In onze school krijgt een leerling geen rapport mee naar huis als zijn ouders niet zijn komen opdagen voor het oudercontact. Ze hebben dan wel nog even tijd om alsnog een afspraak met ons te maken. Ook de infoavond die we organiseren, is voor iedereen verplicht.
Cuylaerts: Wat gebeurt er als ouders toch niet komen?
Choua: Dan bellen we hen systematisch op. Maar ook los daarvan proberen we zo veel mogelijk contact te houden met de ouders. Zo werken wij niet met klastitularissen, maar met mentoren. Elke mentor volgt een groep leerlingen op, die niet noodzakelijk in dezelfde klas of hetzelfde jaar zitten. Zodra ik weet wie mijn mentorleerlingen zijn, bel ik hun ouders om me voor te stellen. Anders krijgen ouders alleen telefoon van de school als er iets negatiefs te melden valt. En als ze niet naar school komen en ook hun telefoon niet opnemen, gaan we gewoon naar hen toe.
Gybels: Als je huisbezoeken doet, begrijp je soms ook waarom ouders nooit naar de school komen. Toch vraag ik me af of we dat wel moeten doen. Onze kerntaak is en blijft lesgeven.
Seppe De Peuter (leerkracht geschiedenis): Het kost sowieso tijd om een goede band met de ouders van je leerlingen te onderhouden. Zeker als je kort op de bal wilt spelen. Natuurlijk wil ik graag feedback geven over evaluatiemomenten en ouders laten weten dat hun kind zijn boek niet bij zich had, maar dan heb ik wel minder tijd om mijn lessen voor te bereiden. Dat is soms frustrerend.
Verstreken: Wanneer je veel contact met de ouders hebt, zijn ze nochtans meer bereid om in te springen als dat nodig is. Wil ik graag een extra ouder mee als ik met mijn klas naar het theater ga, dan zet ik de dag ervoor gewoon een oproepje in onze WhatsAppgroep. Altijd bieden er zich dan spontaan mensen aan.
Laura Alleman (leerkracht eerste leerjaar): Heb jij een WhatsAppgroep met de ouders van al je leerlingen?
Verstreken: Inderdaad. Soms is dat handig en last heb ik er niet van. Ik heb mijn telefoon niet altijd bij de hand en als ik een bericht krijg, beantwoord ik dat gewoon als het me uitkomt.
Alleman: Onze school zet echt in op deconnectie. Dat is geen overbodige luxe, want er zijn ouders die om elf uur ‘s avonds nog berichten sturen. Sommige collega’s reageren daar dan meteen op en er zijn ook ouders die dat van je verwachten. Maar ik doe dat niet. Ik lees het de volgende dag wel. Hebben ze echt iets dringends te melden, dan kunnen ze dat ook altijd in de schoolagenda schrijven.
Van de Kerckhove: Bij ons is er in elke klas één ouder die op die manier met de leerkracht communiceert. Die geeft de informatie dan via een WhatsAppgroep aan de andere ouders door.
De Peuter: Er zijn ook ouders die klagen dat ze overspoeld worden met berichten van school.
Bertels: Dat kan ik wel begrijpen. Bij elke uitstap die kinderen doen, wordt een digitaal bericht naar hun ouders gestuurd en vaak volgt er ook nog een herinnering. Bij ons op school worden zulke mededelingen nu gewoon in de planning gezet. Ouders kunnen daar uit eigen beweging een kijkje nemen zonder dat ze de hele tijd berichten in hun mailbox krijgen.
Alleman: Wanneer wij ouders een bericht sturen via Questie, het online platform dat onze school gebruikt, kunnen we zien of ze het al dan niet hebben gelezen. We wéten dus dat lang niet iedereen die brieven bekijkt. Gaat het om echt belangrijke mededelingen, dan geven we de leerlingen daarom een fluogele papieren brief mee naar huis. Witte brieven blijven vaak ongelezen, maar fluogele brieven vallen in elk interieur op.
De Peuter: Misschien is de conclusie wel dat we meer op maat van de ouders zouden moeten werken. De een wil over elk detail worden geïnformeerd, de ander krijgt liever wat minder meldingen. De vraag is hoe we dat moeten organiseren. Ik word nu al knettergek van Smartschool.
De vijf provinciale Leraarskamers van Knack kwamen tot stand met de steun van de Koning Boudewijn Stichting en de Nationale Loterij.
De foto’s van de samenkomsten van de Leraarskamers van Knack worden afwisselend gemaakt door drie veelbelovende fotografiestudenten van het KASK & Conservatorium in Gent, die zo de kans krijgen om ervaring op te doen. Sander Van Damme nam de Leraarskamer van Vlaams-Brabant en Brussel voor zijn rekening.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De Leraarskamer 24-25
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier