De Leraarskamer van Knack: ‘Wat ik ook verzin, sommige leerlingen willen niet meer leren’

Sommige leerlingen uit het secundair onderwijs zijn zo schoolmoe dat ze verschillende keren moeten zittenblijven en uiteindelijk zelfs geen diploma behalen. Waarom verliezen ze gaandeweg hun motivatie? We vroegen het aan De Leraarskamer van Knack.

Meer dan een op de zeven jongeren verlaat de schoolbanken zonder diploma. Psychische problemen, een slechte thuissituatie, maar ook schoolmoeheid kunnen daarbij een rol spelen. Daarom wil de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) leerlingen uit de arbeidsmarktfinaliteit (de vroegere beroepsopleiding) die schoolmoe zijn met een speciaal ‘groeitraject’ weer op de rails krijgen. Ook de leden van De Leraarskamer van Knack worden geregeld met schoolmoeheid geconfronteerd.

Henk Daels (leerkracht buitengewoon secundair onderwijs): Leerlingen die bij ons instromen, hebben vaak al een rist negatieve schoolervaringen achter de rug. Dan is het heel belangrijk dat wij hen helpen in de juiste studierichting terecht te komen, want ze hebben succeservaringen nodig om hun motivatie terug te vinden.

Hoe merken jullie dat leerlingen schoolmoe zijn?

Ellick Geeroms (leerkracht bouwkunde): Wanneer ze niet meer voor een toets studeren of constant op hun telefoon zitten, zijn ze duidelijk niet meer geïnteresseerd en boeken ze ook geen vooruitgang. Wat ik ook verzin, leren willen ze niet meer. Daar haal je als leerkracht natuurlijk ook geen voldoening uit, en zo kun je opgebrand raken.

Een leerling die het zat is, trekt anderen met zich mee.

Henk Daels, leerkracht buitengewoon onderwijs

Cathy Lecoutre (leerkracht geschiedenis): In mijn ogen is er een verschil tussen schoolmoeheid en een gebrek aan motivatie. Alleen al door hun leeftijd zijn veel leerlingen in het secundair onderwijs niet erg gemotiveerd. Onlangs klaagde een leerlinge dat ze al achttien jaar van haar leven aan school had verspild, maar dat bestempel ik niet als schoolmoeheid.

Toen ik nog PAV (project algemene vakken) gaf aan toekomstige vrachtwagenchauffeurs, moest ik knokken om interesse op te wekken voor de wereld buiten hun vrachtwagen. School was voor hen een noodzakelijk kwaad, maar ze wilden wel heel graag beginnen te werken. Echte schoolmoeheid, waarbij leerlingen geen zin meer hebben om ook maar iets bij te leren, heb ik in mijn carrière gelukkig nog niet vaak meegemaakt.

Wat is volgens jullie de reden waarom leerlingen schoolmoe worden?

Lode Govers (leerkracht Nederlands en Frans): De brede eerste graad, waar leerlingen allemaal min of meer dezelfde basisvorming krijgen, ontneemt velen de mogelijkheid om positieve schoolervaringen op te doen. Jongeren die anders meteen naar de dubbele finaliteit zouden gaan, worden nu verplicht om door die gemeenschappelijke eerste graad heen te komen. Daardoor komen ze helemaal ontmoedigd in de tweede graad van de dubbele finaliteit aan.

© Getty Images

Ellick Geeroms (leerkracht bouwkunde): Er zijn veel mogelijke redenen: ze voelen zich niet goed in hun vel, leven in armoede, worden gepest, ondervinden genderproblemen of kunnen niet goed mee op school.

Henk Daels (leerkracht buitengewoon secundair onderwijs): Schoolmoeheid kan zich ook in de klas verspreiden. Een leerling die het zat is, probeert soms gelijkgestemden te vinden en hen dan naar zich toe te trekken. Hoe meer leerlingen schoolmoe zijn in een klas, hoe moeilijker het wordt om daar als leerkracht iets aan te doen.

Hoe grijp je in als leerkracht?

Cathy Lecoutre (leerkracht geschiedenis): De meeste volwassenen zeggen dat hun schoolcarrière de mooiste tijd van hun leven was. Dat probeer ik mijn leerlingen altijd aan het verstand te brengen: ‘Je bent hier nu toch, probeer er het beste van te maken.’

Ellick Geeroms (leerkracht bouwkunde): Ik doe vooral mijn best om elke leerling bij de les te betrekken. Ik trek briefjes met hun namen op uit een pot of laat ze hun antwoord op een bordje schrijven. Zo hebben leerlingen die achteraan in een hoekje zitten de kans niet om zich te verstoppen. Omdat die aanpak meer tijd kost, kan ik daardoor vaak niet alle oefeningen afwerken. Maar uiteindelijk schieten we op die manier meer op doordat alle leerlingen de basis meekrijgen.

Complexere problemen moet je als leerkracht natuurlijk wel signaleren zodat experts het kunnen overnemen. We kunnen onze leerlingen niet evalueren als we ook dienstdoen als vertrouwenspersoon

Henk Daels (leerkracht buitengewoon secundair onderwijs): Het maakt al een groot verschil als leerlingen op school goed worden ondersteund en ook in de juiste studierichting terechtkomen.

Individuele trajecten zijn als een reddingsboei die je gooit naar een kind dat aan het verdrinken is.

Cathy Lecoutre, leerkracht geschiedenis

Lode Govers (leerkracht Nederlands en Frans): Leerlingen die in de eerste graad achter aan de wagen bengelen, laat ik een praktische richting in de tweede graad bezoeken. Zo krijgen ze meer toekomstperspectief.

Cathy Lecoutre (leerkracht geschiedenis): Er bestaan speciale trajecten op maat waarbij leerlingen die echt schoolmoe zijn tijdelijk uit de school worden weggehaald. Maar die hebben alleen kans op slagen als zo’n jongere beseft dat het op school zo slecht nog niet is. Ik zie zulke trajecten als een reddingsboei die je gooit naar een kind dat aan het verdrinken is. Grijpt het die boei niet vast, dan is het alsnog verloren.

Cathy Lecoutre (leerkracht geschiedenis): Er bestaan speciale trajecten op maat waarbij leerlingen die echt schoolmoe zijn tijdelijk uit de school worden weggehaald. Maar die hebben alleen kans op slagen als zo’n jongere beseft dat het op school zo slecht nog niet is. Ik zie zulke trajecten als een reddingsboei die je gooit naar een kind dat aan het verdrinken is. Grijpt het die boei niet vast, dan is het alsnog verloren.

Partner Content