De Leraarskamer van Knack: ‘Waarvoor Ben Weyts wél goede punten krijgt? De Digisprong en de afschaffing van het M-decreet’
Welke maatregelen hebben het Vlaamse onderwijs de voorbije vijf jaar vooruitgeholpen? ‘Daar hebben we toch wel heel lang over moeten nadenken’, klinkt het in de Leraarskamer van Knack.
Om het jaar met een positieve noot te beginnen, vroegen we aan de leden van De Leraarskamer van Knack naar de beste maatregelen die de Vlaamse minister van Onderwijs, Ben Weyts (N-VA), de bijna afgelopen regeerperiode heeft genomen.
Dat bleek minder evident te zijn dan gedacht. Bijna de helft van de leerkrachten wilde of kon niet op de vraag antwoorden. Sommigen zijn naar eigen zeggen zo verbolgen over het beleid van de voorbije jaren dat ze niet eens over mogelijke lichtpuntjes willen nadenken.
Anderen kunnen er met de beste wil van de wereld geen verzinnen. ‘Ik heb lang naar goede maatregelen gezocht en er ook met mijn collega’s en mijn directie over gepraat’, klinkt het. ‘Maar met de beste wil van de wereld kunnen we niets positiefs zeggen.’
Anderen zijn milder. Zoals leerkracht Nederlands Alex Asselman: ‘Ik voel bij de minister veel goede wil. Helaas heeft dat zich niet echt vertaald in veranderingen op het werkveld.’
Een sprong van 375 miljoen
Leraars die wél een antwoord konden verzinnen, zitten grotendeels op dezelfde lijn. Eén maatregel steekt er met kop en schouders bovenuit: de Digisprong waarbij de Vlaamse overheid 375 miljoen euro in de digitalisering van het onderwijs investeerde.
Die middelen kunnen onder meer worden besteed aan laptops voor leerlingen, ICT-opleidingen voor leerkrachten, de aanstelling van een ICT-coördinator en de ontwikkeling van digitale leermiddelen.
Opvallend is dat vooral leden van de Leraarskamer die in het lager onderwijs lesgeven daar enthousiast over zijn. ‘Dankzij de Digisprong hebben de leerlingen van de hoogste klassen nu allemaal een chromebook’, zegt Katleen Defever, leerkracht in het buitengewoon lager onderwijs. ‘Als er bij de leerlingen vragen opkomen tijdens de les, dan kunnen ze online op zoek gaan naar een antwoord. Zo leren ze zelfstandig opzoeken en ontwikkelen ze computervaardigheden.’
Dankzij de digitalisering kan ik in de klas gemakkelijker differentiëren en mijn leerlingen motiveren.
Daarnaast zijn sommige leerkrachten ervan overtuigd dat de Digisprong de gelijke onderwijskansen heeft vergroot. Tot voor kort waren er leerlingen die thuis geen computer hadden of die er een moesten delen met hun ouders, broers en zussen. Toen tijdens de pandemie op afstandsonderwijs werd overgeschakeld, zorgde dat voor grote problemen.
‘Nu ze allemaal een toestel hebben, kan elke leerling deelnemen aan afstandsonderwijs en ook online tools gebruiken om opdrachten voor te bereiden’, zegt Sara Berckmans, die lesgeeft in een lagere school. ‘In de klas kun je als leerkracht ook gemakkelijker differentiëren en je leerlingen motiveren. Daarnaast heeft de digitalisering mijn planlast aanzienlijk verlaagd.’
Onredelijke aanpassingen
Een tweede maatregel die verschillende leerkrachten toejuichen, is de afschaffing van het M-decreet. Door die maatregel, die in 2015 werd ingevoerd, kreeg elke Vlaamse leerling het recht om zich in een gewone school in te schrijven, mits daar geen onredelijke aanpassingen voor nodig waren. Zo zouden veel scholieren van het buitengewoon naar het gewoon onderwijs kunnen doorstromen.
Een nobel idee, maar al snel bleek dat er te weinig mensen, middelen en ondersteuning werden ingezet om het ook in de praktijk te doen werken. Leerkrachten uit het gewoon onderwijs trokken aan de alarmbel: zij kregen leerlingen met de meest uiteenlopende stoornissen en beperkingen in hun klas en waren daar totaal niet op voorbereid. ‘Toen het M-decreet werd uitgerold, startten er op 1 september steeds minder leerlingen in onze school. Velen van hen stroomden van het buitgewoon lager onderwijs naar het gewoon beroepsonderwijs door’, zegt Henk Daels, leerkracht in het buitengewoon secundair onderwijs. ‘Maar na 1 februari, de dag waarop de leerlingen van elke school worden geteld om de werkingsmiddelen voor het volgende schooljaar te berekenen, kwamen heel wat van die jongeren toch bij ons terecht. Sommige leerlingen hielden het wat langer uit en keerden dan in het tweede of derde jaar naar ons terug. Tegen die tijd waren ze in veel gevallen totaal gedemotiveerd.’
Hoewel ze nadrukkelijk voor inclusie zijn, is het voor heel wat van onze leerkrachten een opluchting dat het M-decreet nu door het leersteundecreet is vervangen. Kinderen en jongeren met speciale zorgnoden kunnen nog altijd in het gewone onderwijs terecht, maar het buitengewoon onderwijs is weer een valabel alternatief. Gewone scholen krijgen ondertussen meer en betere ondersteuning om die leerlingen goed onderwijs te kunnen bieden. De leden van de Leraarskamer benadrukken wel dat het veel te vroeg is om het leersteundecreet al echt te evalueren.
Verder krijgt de minister ook goede punten voor onder meer de invoering van de masteropleiding voor leerkrachten lager en kleuteronderwijs, de investeringen in het kleuteronderwijs en – niet in de laatste plaats – de omkering van de bewijslast wanneer leerlingen hun schoolresultaten aanvechten.
Meer meningen van de De Leraarskamer van Knack leest u hier.
De Leraarskamer 23-24
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier