De Leraarskamer van Knack: ‘Leerkrachten doen vaak alsóf ze de zoveelste hervorming doorvoeren’
Tijdens een live editie van De Leraarskamer van Knack bogen onze leerkrachten zich over de grote uitdagingen waar het Vlaamse onderwijs vandaag voor staat. Voor het beleid waren ze alvast niet mals.
In september trad de eerste Leraarskamer van Knack aan. Uit honderden inzendingen selecteerden we vijftien leerkrachten die het hele schooljaar lang hun mening geven over alle mogelijke aspecten van het Vlaamse onderwijs. Vorige week kwamen ze voor het eerst fysiek samen op de redactie van Knack. Tijdens een levendig en strijdvaardig rondetafelgesprek wisselden ze ervaringen uit en deden ze de problemen waarmee ze in de klas worden geconfronteerd uit de doeken. Vandaag leest u wat ons onderwijspanel te zeggen heeft over de impact van het Vlaamse onderwijsbeleid op hun werk.
Selwin Maginet (leerkracht wiskunde en STEAM): De manier waarop de nieuwe onderwijshervorming werd ingevoerd, is ronduit schandalig. Dat komt vooral doordat Hilde Crevits (CD&V), de vorige Vlaamse minister van Onderwijs, dat plan er aan het eind van de regeerperiode nog snel wilde doorjagen. Daardoor moesten wij er halsoverkop mee aan de slag toen er nog van alles aan mankeerde.
Jan Toremans (leerkracht klassieke talen): Crevits draagt zeker verantwoordelijkheid voor wat vandaag gebeurt, maar ze heeft ook het een en ander van haar voorganger Pascal Smet (Vooruit) geërfd. Toen hij echt vergaande hervormingen wilde doorvoeren, botste hij op veel weerstand. Het gevolg was een dubbelzinnig decreet over de brede eerste graad. Vervolgens heeft Crevits de hervorming inderdaad versneld doorgevoerd omdat ze resultaten wilde kunnen voorleggen bij de verkiezingen. Vandaag zijn we nog altijd met de gevolgen daarvan aan het knoeien.
Maginet: Toch hebben we ons met z’n allen aan die hervorming aangepast. In ijltempo zijn we beginnen te vergaderen en hebben we onze lesroosters en lessen omgegooid. Maar nog geen halfjaar later kondigde de overheid alweer veranderingen aan. Als je zo’n gigantische hervorming wilt doorvoeren, zorg er dan tenminste voor dat het helemaal af is en stap daarna naar de scholen om er duidelijk over te communiceren. Nu is het allemaal veel te amateuristisch aangepakt.
Saskia Van Lanckere (leerkracht maatschappelijke vorming en STEM): Zo gaat het elke keer weer. Heeft een politicus al eens een goed idee, dan wil hij dat zo snel mogelijk uitvoeren. Toch zeker voor het eind van de regeerperiode, want de kans is groot dat hij daarna een andere bevoegdheid krijgt. Het gevolg is dat er de hele tijd plannen worden uitgerold die totaal niet klaar zijn.
Bjorn Rondags (leerlingenbegeleider): Er is geen langetermijnvisie. Het beleid bestaat vandaag uit een amalgaam van ideeën, die vaak uit het buitenland worden gehaald.
Senne Heremans (leerkracht vijfde en zesde leerjaar): Is er in Portugal of in sommige Scandinavische landen haast geen buitengewoon onderwijs meer? Dan willen wij dat ook! Daarbij vergeten de beleidsmakers wel dat we in Vlaanderen een heel ander onderwijssysteem hebben.
Ik heb geen flauw idee waar het Vlaamse onderwijsbeleid naartoe wil.
Rondags: Door de invoering van het M-decreet moesten plots zo veel mogelijk leerlingen van het buitengewoon onderwijs naar gewone scholen doorstromen. Bij ons in het buitengewoon onderwijs werden veel collega’s daar heel onzeker van. Ze vreesden zelfs dat ze hun job zouden verliezen. Maar amper een paar jaar later wordt het M-decreet al afgevoerd en zitten er weer evenveel kinderen in het buitengewoon onderwijs als vroeger. Ondanks alle heisa is er dus totaal niets veranderd.
Heremans: Doordat de bevoegdheid onderwijs veel media-aandacht krijgt, wil iedereen zich erop profileren. Straks wordt er wellicht gevochten voor de post van minister van Onderwijs. Maar ondertussen heb ik geen flauw idee waar het Vlaamse onderwijsbeleid naartoe wil. Het blijft vooral bij steekvlampolitiek. Als het maar goed klinkt in de oren van het grote publiek.
Freya Dawoud (leerkracht wiskunde): Het ergste is dat we niet meer weten waar we aan toe zijn. Vorige week nog vroegen ouders ons tijdens een infoavond hoe de derde graad er volgend schooljaar zal uitzien. Daar kunnen wij niet op antwoorden, want we hebben nog geen idee welke leerstof we volgend jaar zullen aanbieden.
Hans Verbrugghe (leerkracht Nederlands, geschiedenis en aardrijkskunde): Tijdens een vakvergadering aardrijkskunde zei onze vakbegeleider doodleuk: ‘Straks zal men beslissen welke leerstof moet worden gegeven in de derde graad. Op basis daarvan kunnen wij dan herbekijken wat we in de eerste en tweede graad doen.’ Terwijl we dat nog maar net allemaal hebben aangepast!
Toremans: Dat er op dit moment zo veel onzekerheid is, komt natuurlijk door de onenigheid over de nieuwe eindtermen tussen Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en sommige onderwijskoepels. Die brokstukken vallen nu op ons hoofd.
Saskia Boelens (leerkracht geschiedenis): En nog veel meer op het hoofd van onze leerlingen! Hoe kan een leerling uit het vierde middelbaar nu kiezen welke richting hij volgend jaar wil volgen? Wij kunnen hem daar niet genoeg informatie over geven, want we weten het zelf ook allemaal niet meer. Dat vind ik echt heel erg.
Dawoud: Onze jobinhoud wordt door de politiek bepaald zonder dat daarbij al te veel rekening wordt gehouden met wat leerlingen moeten kennen en kunnen. Nu Ben Weyts het voor het zeggen heeft, moet er bijvoorbeeld veel aandacht gaan naar de kennis van het Nederlands. Duidelijk een standpunt van zijn partij.
Aileen Debusscher (leerkracht Nederlands en geschiedenis): Ik heb de indruk dat politici problemen verzinnen, maar blind zijn voor wat écht misloopt. Over onze hoofden heen bepalen ze telkens weer welke richting het onderwijs uit moet. De voorbij jaren hebben we ons bijvoorbeeld moeten verdiepen in de theorieën van onderwijspsycholoog Benjamin Bloom, want een deel van de hervorming is daarop gebaseerd. Vier jaar lang hebben we die aanpak aan onze kinderen moeten opdringen, maar nu wordt daar blijkbaar weer van afgestapt. Gelukkig zijn we er ondertussen allemaal heel bedreven in om te doen alsof we de zoveelste hervorming doorvoeren. De kunst is vooral om de juiste woorden te gebruiken wanneer de onderwijsinspectie langskomt. In de vragen voor een toets vervang je gewoon ‘analyseer’ door ‘leg uit’.
Dawoud: Eigenlijk zou het onderwijs beter bij de politiek worden weggehaald.
Van Lanckere: Al is het maar omdat hervormingen er dan tenminste niet meer binnen een regeerperiode zouden moeten worden doorgejaagd. Het is door die haast dat in wezen veelbelovende plannen vaak verkeerd uitpakken.
Toremans: Het belangrijkste is dat er een eind wordt gemaakt aan de doorgeslagen mediatisering en polarisering van het onderwijsdebat. Daarom vind ik het positief dat er expertencommissies in het leven zijn geroepen, zoals de commissie Beter Onderwijs en de commissie onder leiding van Dirk Van Damme die het school- en personeelsbeleid moet moderniseren. De commissie Beter Onderwijs heeft zo veel mogelijk in de luwte gewerkt. Ver weg van de media. Dat lijkt me een interessante strategie om geleidelijk tot verandering te komen. Die commissie heeft blijkbaar ook onafhankelijk kunnen werken, want ik hoor dat Ben Weyts niet met alles wat in dat rapport staat even gelukkig is.
Trudo Herman (leerkracht vierde leerjaar): Dat kan ik me voorstellen. In dat rapport wordt de onderwijsinspectie met de grond gelijk gemaakt. Er staat ook letterlijk in dat het bedoeld is om de leerkrachten op de werkvloer echt te steunen.
Johan Van Holderbeke (leerkracht sociale vaardigheden en godsdienst): Over de commissie van Dirk Van Damme ben ik veel minder te spreken. Die man begon al met te zeggen wat er allemaal op de schop moet, zoals de vaste benoemingen. Luister toch eerst eens naar de mensen!
Toremans: Dat bedoel ik net: zo’n commissie kan maar echt goed werken als ze uit de media wegblijft tot ze haar werk heeft gedaan. Luwte. Dát is wat ons onderwijs vandaag nodig heeft.
Meer over De Leraarskamer van Knack Live op Knack.be/Leraarskamer
De Leraarskamer 2022-2023
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier