De Leraarskamer van Knack: ‘Collega’s die geen spelfouten aanduiden in de taken van hun leerlingen? Dat is schuldig verzuim’

Hebben handgeschreven dictees nog zin nu leerlingen hun kennis van spelling en grammatica ook in allerlei apps kunnen testen? ‘Correct schrijven is geen taak die kinderen moeten uitvoeren. Er moet altijd, in elke les en in elk vak, aandacht aan worden besteed’, klinkt het in de Leraarskamer van Knack.
Op 1 april om 10.30 uur zullen duizenden Vlaamse en Brusselse leerlingen uit het zesde leerjaar elk in hun eigen klas hetzelfde dictee maken. Voor één keer geen tekst waarbij de moeilijkheidsgraad van de woorden belangrijker is dan de inhoud, maar wel een knotsgek verhaal van de hand van acteur en schrijver Dimitri Leue, die het dictee ook zelf inleest. Met ‘het Zotste Dictee’ SpelSpel hoopt de organisatie Creatief Schrijven het traditionele dictee weer cool te maken.
Maar zijn dictees nog wel van deze tijd? Kunnen spelling en grammatica niet veel beter digitaal worden getoetst? We vroegen het aan leerkrachten uit De Leraarskamer van Knack.
Geven jullie zelf nog veel dictees?
Maaike Bultinck (leerkracht vijfde leerjaar): Ongeveer om de twee weken. In de taalmethode waarmee we op school werken, wordt aan het eind van elk deel een dictee gegeven, maar wij plannen er halverwege ook nog een in. Leerlingen hebben er behoefte aan om voldoende te oefenen en te herhalen.
Raphaël Vossen (leerkracht vijfde leerjaar): Wij starten ‘s ochtends met een spellingblaadje en ik geef elke dag ook één spellingles. Volgens de methode die we gebruiken, worden er maar acht dictees per schooljaar afgenomen. Maar ik geef de leerlingen iedere dinsdag een dictee over de regel die we net hebben ingeoefend.
Stef Van den Brande (leerkracht lager onderwijs): Ik vind dictees nog altijd nuttig. We toetsen er niet alleen de kennis van spelling en grammatica mee, maar trainen leerlingen ook op onder meer hun luistervaardigheid, geduld, doorzettingsvermogen, schrijfdruk en pengreep.
Elke Bertels (leerkracht Nederlands): Ik geef zelden dictees. Wel dicteer ik soms korte, losse zinnen wanneer mijn leerlingen alle werkwoordvormen hebben gezien. Dat is nuttig omdat ze dan moeten nadenken of ze, bijvoorbeeld, de persoonsvorm, het voltooid deelwoord of de infinitief moeten gebruiken. Dan wil ik ook dat ze de juiste regel toepassen. Ik moet wel bekennen dat de inhoud van zo’n dictee niet echt boeiend is. Misschien moet ik de volgende keer eens creatievere teksten bedenken.
‘Je kunt ook spelling aanleren door kinderen op de speelplaats naar letters te laten zoeken.’
Gaan jullie, zoals bij het Zotste Dictee, bewust op zoek naar boeiende of ludieke teksten om te dicteren?
Niels Sinnaeve (leerkracht derde en vierde leerjaar): Ik kan me voorstellen dat leerlingen traditionele schooldictees niet altijd plezierig vinden, en dus mag de tekst best wat vlotter en leuker worden gemaakt. Wel op voorwaarde dat de inhoud aansluit bij het niveau van de leerlingen.
Stef Van den Brande (leerkracht lager onderwijs): Bij taalsterke leerlingen is het zeker mogelijk om een dictee wat ludieker aan te pakken, maar voor taalarme leerlingen of kinderen met een andere thuistaal ligt dat moeilijker. Zelf doe ik bewust geen moeite om zo’n dictee extra boeiend te maken, want bij de minste afleiding dreigen de leerlingen hun aandacht te verliezen.
Vanessa Ruttens (leerkracht eerste leerjaar): Verandering van spijs doet nochtans eten. Daarom volg ik af en toe een online workshop of pik ik ideeën van het internet om in de klas toe te passen. Vaak zijn de kinderen dan extra gemotiveerd.
Anthony Florizoone (leerkracht eerste leerjaar): Zo’n zot dictee kan leuk zijn, maar ik ben er geen voorstander van dat kinderen de hele tijd in hun werkschrift zitten te schrijven. Wanneer ze daarbij bewegen, zijn ze veel gemotiveerder om correct te leren spellen. Mijn leerlingen mogen dan, bijvoorbeeld, om de beurt een dobbelsteen gooien, een woord lezen, in hoepels springen om dat woord te spellen en het vervolgens aan een klasgenoot dicteren.
Ruttens: Ik maak tijdens die lessen ook veel gebruik van bewegend leren. Niet zomaar de woorden opzeggen, maar ze in schrijfletters over de speelplaats verspreiden, die vervolgens één voor één zoeken en dan naar de klas terugkeren om het woord op te schrijven.
Zijn dictees nog wel de beste manier om spelling en grammaticaregels in te oefenen en te testen nu er zo veel digitale apps zijn die hetzelfde doen?
Sinnaeve: Dat is maar een van de vele methodes die je in de klas kunt gebruiken. Als leerkracht in het freinetonderwijs vertrek ik graag van de teksten die mijn leerlingen schrijven. Leren we in de les een grammaticale structuur, dan wil ik dat de kinderen die doorleefd kunnen toepassen in hun eigen teksten. Dat stopt trouwens niet bij de les Nederlands, maar loopt door in wereldoriëntatie en zelfs bij het analyseren van een wiskundig vraagstuk.
Filip Decuypere (leerkracht zesde leerjaar): Spelling, dictee en zonder fouten schrijven zijn dingen die in elke taalles aan bod zouden moeten komen. Zorg je daar als leerkracht niet voor, dan is dat in mijn ogen schuldig verzuim, want vandaag leiden we kinderen op die aan het eind van de lagere school niet correct kunnen schrijven. Of het nu om moeilijke woorden of werkwoorden gaat: we moeten die blijven inoefenen tot ze het kunnen. Van collega’s hoor ik soms dat ze nooit taalfouten aanduiden in de schrijfopdrachten van hun leerlingen. Ook dat is schuldig verzuim.
Kris Latré (leerkracht Nederlands): Weten jullie wat een groot probleem is? Wanneer de focus op spelling ligt, doen de leerlingen het betrekkelijk goed. Maar gaat het over een ander onderwerp of een ander vak, dan ligt de score meteen een pak lager. Wanneer ze een taak maken voor een niet-taalvak, schrijven sommigen op één bladzijde wel vijf of zes dt-fouten.
‘Wanneer ze een taak maken voor een niet-taalvak, schrijven sommige leerlingen op één bladzijde wel vijf of zes dt-fouten.’
Is het belangrijk dat kinderen een dictee met de hand schrijven of kan dat ook digitaal?
Bultinck: Bij ons worden dictees nog altijd met de hand geschreven. Er zijn wel leerlingen met dyslexie die een digitaal hulpmiddel mogen gebruiken. Hoe dan ook vind ik het belangrijk dat kinderen goed leren schrijven. Niet alleen zijn ze dan aandachtiger, ze zullen onvermijdelijk ooit in situaties terechtkomen waarbij ze die vaardigheid nodig hebben. Wanneer de moderne technologie even niet werkt, moet je het nu eenmaal op de ouderwetse manier doen. Daarom moeten mijn leerlingen ook nog geregeld gewone woordenboeken gebruiken.
Decuypere: Uiteraard wordt er met de hand geschreven! Onderzoeken tonen aan dat leerlingen minder fouten schrijven wanneer hun motoriek goed wordt ontwikkeld.
Van den Brande: Met de hand schrijven gaat ook trager, waardoor kinderen hun fout vaak zelf opmerken en die ook nog kunnen verbeteren.
Sinnaeve: Bovendien gaat memoriseren veel beter wanneer de letters gekoppeld worden aan een schrijfbeweging.
In de nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs zal de nadruk meer op basisvaardigheden worden gelegd, zoals correct schrijven. Een goed idee?
Bertels: De nieuwe minimumdoelen zien er veelbelovend uit. In lagere scholen is er in het taalonderwijs te lang veel aandacht besteed aan plezier en vaardigheden. Je kunt nochtans pas plezier aan taal beleven als je er voldoende kennis van hebt.
Bultinck: Dat klopt. Pas als er genoeg aandacht naar die basiskennis gaat, kunnen er complexere oefeningen opgelost worden. Daarvoor hebben we geen nieuwe leerplannen nodig: in de praktijk doen we dat al een aantal jaar.
Florizoone: In de klas zetten we inderdaad weer echt in op correct leren schrijven. Ik kan me bijvoorbeeld niet voorstellen dat je als leerkracht de taalfouten die kinderen in een WO-toets maken niet zou verbeteren. Je hoeft er geen punten voor af te trekken, maar ze moeten wel worden gecorrigeerd zodat de leerlingen leren hoe het wel moet.
Sinnaeve: In mijn klas, maar volgens mij ook in de rest van het onderwijs, is daar inderdaad al veel meer aandacht voor. Als de nieuwe minimumdoelen dat nog concreter maken, zal dat de leerlingen alleen maar ten goede komen.
De meest voorkomende schrijffouten
Welke fouten maken leerlingen van de lagere school volgens de leden van de Leraarskamer van Knack het vaakst in dictees?
1. Dé klassieker: dt-fouten
2. Weetwoorden die niet volgens de vaste regels worden gespeld
3. Tweeklanken zoals ui, eu, ou, au, ei, ie en ij
4. Verwarring tussen b en p of d en t
5. Het gebruik van hoofdletters
De Leraarskamer 24-25
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier