Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) vindt het perfect verdedigbaar dat scholen kledijvoorschriften opleggen aan hun leerlingen.
‘Het maakt wel uit wat je draagt en niet draagt. Het is goed dat er lijnen worden getrokken. Een school is een locatie om te leren, geen vrijetijdslocatie. Een school is geen strandbar’. Dat heeft de minister geantwoord op een vraag van PVDA-parlementslid Jos D’Haese. Weyts vindt het wél een goede zaak dat jongeren hun stem laten horen.
De voorbije dagen laaide er een discussie op over de (on)zin van kledijvoorschriften die sommige scholen hanteren. Het verbod op bijvoorbeeld korte rokken of blote schouders lokte hier en daar protestacties uit.
PVDA-parlementslid Jos D’Haese legde de kwestie woensdag in het Vlaams Parlement voor aan minister van Onderwijs Ben Weyts. De N-VA-minister is alvast niet van plan om vanuit Brussel kledingvoorschriften uit te vaardigen. ‘Ik ga niet vanuit Brussel voor alle scholen regels uitvaardigen over piercings, petten, pantoffels of spaghettibandjes’. Elke school moet dat volgens Weyts zelf bepalen.
‘Stem laten horen’
Maar dat scholen kledingvoorschriften hanteren is volgens de N-VA-minister de logica zelf. ‘Ik vind het evident dat er kledijnormen zijn. Er is een zichtbaar en tastbaar verschil tussen een school als locatie om te leren en een vrijetijdslocatie’.
Weyts wijst er ook op dat de kledingvoorschriften in het schoolreglement staan die de ouders onderschrijven bij de inschrijving. Toch vindt Weyts het ook een goede zaak dat jongeren ‘hun stem laten horen’. ‘Het is goed dat jongeren met kritische zin naar de regels kijken ook al hebben ze het schoolreglement ondertekend’.
