Fouad Gandoul
‘Onderschat het aantal misnoegde jongeren niet die ten prooi vallen aan radicalisering’
‘Ik geloof in een lot dat ons overkomt als we niets doen.’ Fouad Gandoul, politicoloog, werkzaam bij het ACV en secretaris van Empowering Belgian Muslims vzw, roept op tot een doordacht beleid. ‘Politici moeten zich engageren om de strijd aan te gaan tegen radicalisering door perspectieven en kansen te creëren.’
Oorlog is altijd pure horror. Spelregels worden zelden gerespecteerd in conflicten waarin asymmetrische krachten elkaar naar het leven staren. Oorlogen brengen het donkerste, het bruutste in de mens naar boven.
Karl Popper stelde in zijn magnum opus, dat als we beginnen met het onderdrukken van rede en waardigheid, we noodgedwongen eindigen met de bruutste en meest gewelddadige vernietiging van alles wat menselijk is. ‘Er is geen weg terug naar de harmonische natuurstaat. Als we omkeren, dan moeten we de hele weg gaan – dan moeten we terugkeren tot beesten.‘
‘Er moet worden nagedacht over een pan-Europese strategie om de groeiende Islamitische Staat aan te pakken’
De Syrische strijd voor rede, waardigheid en democratie is ontaard in een burgeroorlog van de wreedste aard. De Islamitische Staat is daar een kind van. Te gruwelijk voor al-Qaeda, te onmenselijk voor diens spin-off al-Nusra. Beide organisaties hebben expliciet afstand genomen van de Islamitische Staat die bewust alle regels van jus in bello overtreedt.
De Islamitische Staat verdient om redenen van morele hygiëne onze meest absolute verachting en veroordeling. De snelheid waarmee het is uitgegroeid tot de best gefinancierde en meest aanlokkelijke terreurbeweging in die regio zou onze beleidsmakers moeten verontrusten en ernstig moeten doen nadenken over een pan-Europese strategie. Maar ook over robuuste nationale antiradicaliseringsplannen. De voedingsbodem voor de talloze Europese jongeren die de rangen vervoegen van de Islamitische Staat is zo overduidelijk een tastbare en reële bedreiging voor alle betrokken lidstaten van de Europese Unie waar ze vandaan komen.
‘Moest Bart De Wever, of all people, met die hypocriete oproep naar buiten komen?’
De oproep van Bart de Wever aan het adres van de moslimgemeenschap om afstand te nemen van de ideologie van de Islamitische Staat kon op geen slechter moment vallen. Overal ter wereld, ja zelfs in het ultraorthodoxe en extreem salafistisch Saoedi-Arabië, nemen vooraanstaande islamitische schriftgeleerden en imams het woord om in de meest absolute termen de ideologie van de Islamitische Staat streng en ondubbelzinnig te veroordelen. Van Amerika tot Indonesië staan moslimleiders op om de jongeren op te roepen geen gehoor te geven aan de sirenenzang van de IS-ideologen en hun leeftijdsgenoten in hun rangen.
Was het nu echt nodig dat, of all people, de burgemeester van Antwerpen afkwam met de hypocriete oproep aan de moslimgemeenschap in Vlaanderen om zich te distantiëren van de Islamitische Staat? Antwerpen, waar sommige jongeren openlijk kiezen om de rangen van het Israëlisch leger te vervoegen en zich schuldig maken aan even immorele en schandelijke schendingen van de mensenrechten in Gaza. Hoe inconsequent is die oproep niet?
Indien hij van bij het begin even consequent was geweest met de IDF (Israeli Defence Forces) als met jihadi’s, dan was zijn oproep vast en zeker niet in dovemansoren gevallen. De vraag was legitiem maar kwam van de meest slecht geplaatste gezagsdrager in Vlaanderen.
Ja, een oproep van islamitische gezagsdragers is meer dan op zijn plaats. Al was het maar omwille van het feit dat 80 procent van de jongeren die vertrekken naar Syrië om te strijden van Marokkaanse afkomst is. Een feit dat glashelder de problematiek schetst waar zo lang al voor is gewaarschuwd. De oproep dient om de medeburger gerust te stellen dat de moslimgemeenschap niet in zijn geheel radicaliseert.
‘Vlaams minister-president Geert Bourgeois en de toekomstige premier moeten werk maken van een beleid dat perspectief biedt voor alle kansarme jongeren in dit land’
Je kunt echter geen inclusieve maatschappij opbouwen door bewust de ongelijkheden te negeren en door blind te blijven voor het identiteitsvraagstuk in een extreem diverse samenleving. Fukuyama citerend kunnen we stellen dat ‘vooral bij sociale groepen die lang gediscrimineerd zijn, de erkenning van hun culturele identiteit een belangrijke politieke eis wordt.’
Onderschat het aantal misnoegde jongeren niet die hun plek in de maatschappij niet vinden. Die zich benadeeld voelen omdat ze moslim zijn. Onderschat de steeds groter wordende groep niet van perspectiefloze allochtone jongeren zonder adequate opleiding in een door kennis gedreven economie waar selectie op basis van origine geen uitzondering is. Onderschat de frustratie niet van hoogopgeleide allochtone jongeren die, volgens de SERV, ondanks uitstekende resultaten zeven keer minder kans maken op een job dan hun autochtone studiegenoten. Hoog tijd dus om eens serieus na te denken over beleid.
Ik geloof, zoals Ronald Reagan ooit zei, niet in een lot dat ons overkomt, wat we ook doen. Ik geloof in een lot dat ons overkomt als we niets doen. Bij deze dan ook een oproep aan Vlaams Minister-president Geert Bourgeois en de toekomstige premier van dit land om dringend werk te maken van beleid dat kansen en perspectieven biedt voor alle kansarme jongeren in dit land. Onderwijs, tewerkstelling en een efficiënt antidiscriminatiebeleid moeten kernopdrachten worden voor beide regeringen. Niet omdat het moreel evident is, maar omdat het in het eigenbelang is van de maatschappij. Elke politicus die zich echt wil engageren om de strijd aan te gaan tegen radicalisering door perspectieven en kansen te creëren, kan rekenen op de bereidwilligheid, steun en samenwerking van moslimmiddenveldorganisaties. Beleid maak je nu eenmaal nooit top-down maar bottom-up.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier