Bert Bultinck
‘Nieuwe verkiezingen zijn de oplossing van de wanhoop’
‘Nieuwe verkiezingen zijn geen oplossing’, schrijft Bert Bultinck. ‘Ze versterken de antipolitiek en irriteren de kiezer, die wél met resultaten moet komen op zijn werk.’
Als je slechte kaarten hebt, kun je passen. Dat betekent dat je niet meespeelt, en op betere kaarten hoopt in een volgende ronde. Als iedereen aan de tafel past, omdat de kaarten slecht geschud zijn, dan moeten de kaarten opnieuw worden rondgedeeld. Het hangt af van het spel dat gespeeld wordt, maar doorgaans is de inzet van de volgende ronde dubbel zo groot.
Hoe langer de federale formatie duurt, hoe vaker je de woorden ‘nieuwe verkiezingen’ hoort rondzingen: de kiezer heeft de kaarten slecht geschud, de grote spelers lijken te willen passen, misschien moeten we opnieuw naar de stembus. In de dagelijkse formatie-updates – een soort van weerberichten met spinnende politici in plaats van het KMI – wordt dat scenario al maandenlang naar voren geschoven. Maar nieuwe verkiezingen zijn de oplossing van de wanhoop.
Zeker Vlaams Belang-voorzitter Tom Van Grieken is het idee genegen: België zit vast, zo klinkt het daar, dus moeten we opnieuw gaan stemmen. Dat is niet zo raar: zijn partij zit in een winning mood, de peilingen zijn verbluffend goed, de groeimarge van Vlaams Belang is de grootste van alle Vlaamse partijen. Maar ook de PS leek maanden geleden al zeker van haar zaak: ‘De enige vraag is wanneer de politici zullen toegeven dat we opnieuw naar de stembus moeten’, zei Marc Uyttendaele tegen de RTBF, amper drie dagen na 26 mei. ‘Deze verkiezingsresultaten zorgen voor een veelheid aan onmogelijkheden op federaal niveau.’ Uyttendaele is prof grondwettelijk recht. Hij is ook de man van PS-topvrouw Laurette Onkelinx.
Nieuwe verkiezingen zijn de oplossing van de wanhoop.
PS-kopstuk en ex-premier Elio Di Rupo, die veel zwaarder weegt bij de Franstalige sociaaldemocraten, zei eind vorige week op diezelfde zender dan weer dat de PS helemaal géén nieuwe verkiezingen wil. Nieuwe verkiezingen zouden zelfs neerkomen op ‘het falen van de democratie’.
In Spanje weten ze wat dat betekent, nieuwe verkiezingen. In juni 2018 stuurde de sociaaldemocraat Pedro Sánchez de conservatieve regering-Rajoy met een motie van wantrouwen naar huis, maar echt regeren was er niet bij. Na de val van zijn minderheidsregering in februari vorig jaar – er was onvoldoende gedoogsteun voor de begroting – kreeg Spanje vorig jaar maar liefst twee landelijke verkiezingen over zich heen. Na de eerste kwam een lange onderhandelingsperiode zonder succes. Een interim-regering bleef een klein jaar aan de macht.
In november werden nieuwe verkiezingen georganiseerd. De verhoudingen veranderden, maar niet zo heel erg veel: de sociaaldemocraten verloren een beetje, de conservatieven wonnen wat meer, de rechtse liberalen van burgerpartij Ciudadanos gingen de mist in en het extreemrechtse Vox ging vooruit. De versplintering van het parlement werd alleen maar groter. Vorige week kreeg Sánchez een nieuwe coalitie met het radicaal linkse Podemos met veel moeite door het parlement, en met de wankele steun van Catalaanse nationalisten. Het is zeer de vraag of Sánchez zijn regering lang op de been kan houden.
Het is nog meer de vraag wat die nieuwe verkiezingen nu eigenlijk hebben opgeleverd: de linkse minderheidsregering die er nu gekomen is, had na de eerste verkiezingen ook al gekund. Ze had toen zelfs opgeteld meer stemmen. In april was Sánchez niet klaar om Pablo Iglesias van Podemos in zijn regering op te nemen, nu plots wel. Het idee om het over links te proberen wás er al, en de mogelijkheid ook. Alleen durfde Sánchez eerst niet, en nu wel. De oplossing bestond er niet in om opnieuw naar de kiezer te trekken. De oplossing was gewoon een beetje lef.
Wat de peilingen ook mogen zeggen, nieuwe verkiezingen uitschrijven is altijd een blinde gok. Voor de Britse premier Boris Johnson waren de nieuwe verkiezingen een doorbraak, maar voor zijn voorganger Theresa May maakten de vooruitgeschoven verkiezingen de ellende juist erger. Doorgaans blijft één voorspelling wél overeind: de extremen gaan niet achteruit. Dat is slecht nieuws voor de grootste partijen van het land, de N-VA en de PS, die bijna zeker stemmen zouden verliezen aan Tom Van Grieken (VB) en Raoul Hedebouw (PVDA).
Nieuwe verkiezingen zijn geen oplossing. Ze versterken de antipolitiek en irriteren de kiezer, die wél met resultaten moet komen op zijn werk. Eén ding is dan nog irritanter dan kaarters die passen: kaarters die eindeloos twijfelen of ze gaan passen of niet. Het is de hoogste tijd dat Bart De Wever het veld wordt ingestuurd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier