
Nieuwe hoogbouwwoede in Vlaanderen: ‘Wonen er ook mensen in al die blokken?’

De Keizer van de Kust Bart Versluys komt naar Antwerpen om daar de zoveelste wolkenkrabber te bouwen. Echt vrolijk wordt onze redacteur Stijn Tormans daar niet van. ‘Nog een inspiratieloze toren erbij? Ze leren het nooit in het land van de fallussen.’
Onlangs wandelde ik met een Nederlandse vriendin door de Oosteroever in Oostende, ons eigen Dubai aan zee. Zij komt uit Den Haag en is dus wel wat hoogbouw gewend, maar toch schudde ze meewarig het hoofd. ‘Hier word je toch depressief van, man’, zei ze. ‘Wie heeft dit allemaal neergepoot? Kon de stad dan niet meer de regie houden?’
Ik schudde het hoofd en mompelde alleen ‘Welkom in Vlaanderen’. Ik vertelde haar ook over Bart Versluys, ook wel de Keizer van de Kust genoemd. Bekend om zijn dure horloges, en nog meer om zijn dure praatjes. Volgens hem bouwt hij overal ‘iconische landmarks’. Alleen denkt het volk daar iets anders over.
Je zou hopen dat de man intussen rijk genoeg is om naar het échte Dubai te verhuizen en daar in alle rust te rentenieren. Maar nee hoor: vorige week dook hij op in Antwerpen. Ook daar gaat hij – verdomd dat het niet waar is – weer ‘een iconische landmark’ neerpoten, samen met de Antwerpse projectontwikkelaar Immpact. Aan het Eilandje deze keer: 23 verdiepingen, 90 appartementen en een luxueus zwembad op de elfde verdieping.
Let’s twist again: voortaan gaan we bij het horen van dat lied niet alleen maar aan die geinige Chubby Checker denken, maar ook aan de zoveelste inspiratieloze blokkendoos van Bart Versluys.
Verkopen kan Versluys als de beste. Na de Ensor Tower in Oostende krijgt zijn nieuwe project de naam Twist Tower. Let’s twist again: voortaan gaan we bij het horen van die hit niet alleen maar aan die geinige Chubby Checker kunnen denken, maar ook aan de zoveelste inspiratieloze blokkendoos van de Keizer.
Parijs
Ik ben niet tegen alle hoogbouw. De Boerentoren in Antwerpen is een monument, de Oudaan van Renaat Braem ook. En zelfs jarenzestigblokken zoals de Brusilia in Brussel of het Europacentrum in Oostende hebben wel wat. Een mooie fallus op de juiste plek? Ach ja, waarom niet.
Ik begrijp zelfs de Antwerpse schepen van Stadsontwikkeling Patrick Janssens (Vooruit) als hij zegt dat zulke projecten belangrijk zijn voor de stadskas. Hij vertelt dan altijd hetzelfde verhaal: twintig jaar geleden werd Park Spoor Noord aangelegd. Het volk juichte. Tot aan de rand van het park de eerste torens verschenen. Moest dat echt? Maar het was part of the deal, zegt Janssens: het ene financierde het andere.
Nog argumenten? Sommige projectontwikkelaars en politici verwijzen graag naar de bevolkingsgroei om hun hoogbouw te rechtvaardigen. Daar begrijp ik dan weer geen fluit van. Een paar jaar geleden zei de oude Vlaamse bouwmeester Marcel Smets in dit blad: ‘Als je torens bouwt, moet je ze ver uit elkaar zetten. Anders nemen ze elkaar licht en lucht af. Torens kunnen dus niet zonder veel open ruimte, en uiteindelijk gaat de nettowinst aan ruimte gewoon verloren.’
Daar hadden dus net zo goed een paar blokken van zes verdiepingen kunnen staan. Zoals in Parijs, met de eindeloze boulevards van baron Haussmann. ‘Het is geen toeval dat dat lang de meest bevolkte stad ter wereld was.’
In de greep van de projectontwikkelaars: geeft Antwerpen de stadsplanning uit handen?
Masereel
Maar zo zien ze dat niet in dit land. Tip voor de kritiekloze verdedigers van hoogbouw: wandel op een vrijdagavond eens langs het Kattendijkdok in Antwerpen. Daar staan zes grote torens, waarvan een aantal getekend zijn door David Chipperfield. Je ziet er amper licht branden. Ik vraag me af of er überhaupt iemand woont, of dat het allemaal vastgoedtransacties zijn. Een zinvolle bijdrage aan een oplossing voor het bevolkingsprobleem zijn die blokken in elk geval niet.
Wandel maar eens door Nieuw Zuid in Antwerpen: amper cultuur of middenstand, bijna geen openbaar vervoer. Niets van de stedelijke ambiance die Frans Masereel ooit zo mooi verbeeldde.
Aan de andere kant van Antwerpen ligt Nieuw Zuid. Ook daar: allemaal ‘iconische landmarks’ van ‘toparchitecten’. Er wonen wel mensen, maar vrolijk word je er niet. Het is een ietwat duffe stadswijk. Amper cultuur, geen middenstand, bijna geen openbaar vervoer. Niets van de stedelijke ambiance die Frans Masereel ooit zo mooi verbeeldde.
Maar dat houdt de projectontwikkelaars niet tegen. Met zicht op de hemel – en nog meer op hun portemonnee – rijzen de torens in Vlaanderen verder de hoogte in. Niet dat het in Brussel zoveel beter is. Nu het CCN-gebouw eindelijk tegen de vlakte ligt, is de prachtige gevel van het station Brussel-Noord weer zichtbaar. Helaas niet voor lang. Straks komen er weer compleet inspiratieloze blokken voor. Zucht. Nee, ze leren het nooit in het land van de fallussen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier