Nieuw strafwetboek: drie vragen aan Justitieminister Paul Van Tigchelt (Open VLD)
Het parlement heeft donderdag het nieuwe strafwetboek goedgekeurd, dat de bestaande strafwetgeving moet moderniseren. Justitieminister Paul Van Tigchelt (Open VLD) beantwoordt drie vragen over deze historische update. ‘Nee, coronaprotesten worden niet strafbaar.’
1. Het nieuwe strafwetboek voert tal van vernieuwingen door. Welke vindt u zelf het belangrijkst?
Paul Van Tigchelt: Dat het nieuwe strafwetboek beter reflecteert waar we als maatschappij voor staan. In het oude strafwetboek bijvoorbeeld werd diefstal met braak zwaarder bestraft dan verkrachting. Dat zetten we nu recht, wat belangrijk is ten aanzien van slachtoffers. Ook intrafamiliaal geweld wordt nu strenger bestraft.
We gaan nu ook eindelijk op een volwassen en moderne manier om met psychische problemen, die trouwens meer dan ooit de kop opsteken. We stappen af van het binaire systeem. Daarin was je ofwel toerekeningsvatbaar, ofwel niet. We hebben goed gekeken naar Nederland en komen nu tot een systeem van gedeelde toerekeningsvatbaarheid, met ook een aangepaste bestraffing.
In het verlengde daarvan maken we ook mogelijk dat de rechter een beveiligingsmaatregel kan opleggen. Stel: Paul Van Tigchelt blijkt morgen een psychopaat te zijn die ernstige feiten pleegde maar zijn straf heeft uitgezeten. Als dan gespecialiseerde psychiaters oordelen dat Van Tigchelt echt nog wel gevaarlijk is, dan bestaat de mogelijkheid om hem als beveiligingsmaatregel toch in een gesloten psychiatrische inrichting te laten zitten.
Ja, dat is een slippery slope voor een rechtsstaat. Maar een maatschappij moet soms beschermd worden. En dat gebeurt in uitzonderlijke gevallen, en op basis van nauwkeurige, gespecialiseerde adviezen.
Nog een vernieuwing die me na aan het hart ligt, is dat terroristische misdrijven strenger worden bestraft. Deelname aan een terroristische organisatie zal voortaan 5 tot 10 jaar celstraf opleveren, in plaats van 1 maand tot 5 jaar.
2. In hoeverre is dit strafwetboek schatplichtig aan het werk van uw voorgangers Koen Geens (CD&V) en Vincent Van Quickenborne (Open VLD)?
Van Tigchelt: Zij hebben er meer verdienste aan dan deze nieuwe minister van Justitie (Van Tigchelt trad aan in oktober, nvdr). Als voormalig rechtenstudent en ex-magistraat is het voor mij een voorrecht en privilege om dit te kunnen meemaken. De verdienste van Geens en Van Quickenborne is zeer groot. En het standbeeld voor dit strafwetboek is voor de drie experts die er samen met specialisten van de FOD Justitie aan hebben gewerkt: Jeroen De Herdt, Joëlle Rozie en Damien Vandermeersch.
De vernieuwing die we doorvoeren, is cruciaal. Het strafwetboek reflecteert nu beter waar wij als maatschappij wél en niet voor staan. Het is ook coherenter. Het vorige dateerde van 1867 en was een ondoorzichtig huis geworden met veel koterijen. Deze vernieuwing was gewoon broodnodig.
Het strafwetboek reflecteert nu beter waar wij als maatschappij wél en niet voor staan.
Paul Van Tigchelt
3. Hoe reageert u op de kritiek van de Liga voor de Mensenrechten dat de vrijheid van mening ingeperkt wordt door een vaag artikel over ‘kwaadwillige aantasting van het overheidsgezag’?
Van Tigchelt: Ik ben het daar niet mee eens. Coronaprotesten worden nu niet strafbaar. Nogmaals, ik ben een ex-magistraat én een liberale democraat. Het zal u niet verbazen dat onze grondwettelijke rechten en vrijheden voor mij zeer belangrijk zijn: het recht op vereniging, vergadering, vrije meningsuiting. Eigenlijk hebben wij verschillende bestaande artikels tot één artikel teruggebracht. En dat hebben we ook nog eens verstrengd na een advies van het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens. Sowieso primeert de grondwet, en we zijn ook gebonden aan het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Daar doen we géén afbreuk aan. Bovendien is ons rechtssysteem voldoende uitgebalanceerd om rechters die toch uit de bocht zouden gaan, alsnog te corrigeren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier