‘Niemand wil het nog over het einddoel van het M-decreet hebben’

© Getty Images
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Mensenrechtenorganisatie GRIP hoopt dat er straks een Vlaams minister van Onderwijs aantreedt die echt werk wil maken van een onderwijssysteem waarin alle kinderen aan de bak komen.

‘Politieke partijen moeten kleur bekennen over hun visie op inclusief onderwijs’, zegt Patrick Vandelanotte van GRIP, een mensenrechtenorganisatie voor mensen met een handicap. ‘Het M-decreet, waardoor kinderen met zorgbehoeften in het gewoon onderwijs les kunnen volgen, is altijd bedoeld als een eerste stap op de weg naar echt kwaliteitsvol inclusief onderwijs. Maar haast niemand lijkt het nog over het einddoel te willen hebben.’

Zo goed als alle Vlaamse partijen willen het M-decreet toch zo snel mogelijk bijsturen?

Patrick Vandelanotte: Een krachtig politiek statement is dat allerminst. Van bij het begin is afgesproken dat het M-decreet geregeld geëvalueerd en eventueel bijgestuurd zou worden. Dat is de voorbije jaren ook gebeurd. Bovendien zijn de partijen het er wel over eens dát ze het willen bijsturen, maar niet over de manier waarop. Sommige willen echt wel stappen vooruitzetten, maar de N-VA is bijvoorbeeld een erg koele minnaar van het M-decreet. Het zou me niet verbazen als zij het scholen weer gemakkelijker willen maken om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften te weigeren. Maar het blijft natuurlijk gissen, want de meeste partijen blijven in hun verkiezingsprogramma vaag over inclusief onderwijs. Hoogstens beloven ze om meer middelen vrij te maken voor de uitvoering van het M-decreet.

Nu hebben veel leerkrachten de grootste moeite om leerlingen met zorgbehoeften te geven wat ze nodig hebben en nog genoeg tijd over te houden voor de rest van de klas.

Vandelanotte: Wie zegt dat?

Dat bleek onlangs nog uit een onderzoek van het Rekenhof.

Vandelanotte: Het Rekenhof heeft alleen de mening van de leerkrachten zelf gevraagd. Dat is geen objectief onderzoek. Vaak zijn de hardste roepers zij die het minst tevreden zijn.

Zegt u nu dat leerkrachten geen reden tot klagen hebben?

Vandelanotte: Helemaal niet. Maar als we zeker willen weten of kinderen met specifieke onderwijsbehoeften meer leerwinst boeken in het gewoon onderwijs dan in het buitengewoon onderwijs, moeten we dat objectief meten in plaats van het aan de leerkrachten te vragen.

Er wordt vaak beweerd dat de meeste leerkrachten niet zijn opgeleid om met de grote diversiteit in hun klas om te gaan. Klopt dat?

Vandelanotte: Dat hoor ik al twintig jaar. Natuurlijk moeten de leerkrachten verder worden geprofessionaliseerd en begeleid om in een inclusief onderwijssysteem te kunnen lesgeven. Zo goed als alle politieke partijen willen daarin investeren. Een goede zaak, natuurlijk, maar waarom heeft men de voorbije regeerperiode dan de ondersteuning door competentiebegeleiders, die leerkrachten kunnen helpen omgaan met leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften, afgebouwd?

‘Voor echt inclusief onderwijs moeten kinderen met een beperking het geld krijgen waar ze recht op hebben.’

Zijn de problemen opgelost als de volgende regering leerkrachten beter wapent en veel meer middelen in het M-decreet investeert?

Vandelanotte: Dat zou een heel goede zaak zijn, maar het M-decreet is niet meer dan een stap in een veranderingsproces dat tot kwaliteitsvol inclusief onderwijs moet leiden.

U bedoelt dat het buitengewoon onderwijs moet worden afgeschaft

Vandelanotte: Het duale systeem dat we vandaag kennen, met gewoon en buitengewoon onderwijs, is niet conform het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Op termijn zullen we tot één systeem van inclusief onderwijs moeten komen – en dat is, voor alle duidelijkheid, iets anders dan het gewoon onderwijs dat we vandaag kennen. Maar zolang er geen kwaliteitsvol inclusief onderwijs kan worden geboden, hebben we nog buitengewoon onderwijs nodig.

U hoopt dus dat er straks een heel ambitieuze Vlaamse minister van Onderwijs aantreedt?

Vandelanotte: Ik hoop inderdaad dat de volgende minister van Onderwijs een sterker inclusiebeleid uitwerkt dan de huidige inclusie light. Veel hangt ook van andere ministers af. Van bij het begin van de regeerperiode hebben we Hilde Crevits (CD&V) gezegd dat ze haar partijgenoot Jo Vandeurzen, die bevoegd was voor Welzijn, ervan moest overtuigen om meer middelen vrij te maken voor het persoonlijke-assistentiebudget (PAB). Dat is een jaarlijks bedrag dat minderjarigen met een handicap kunnen krijgen om hulp te financieren. In de praktijk staan veel mensen die er recht op hebben jarenlang op een wachtlijst voor ze ook maar één cent zien.

Wat heeft dat met het M-decreet te maken?

Vandelanotte: Voor sommige kinderen die heel veel ondersteuning nodig hebben, omdat ze bijvoorbeeld een meervoudige handicap of een uitgesproken vorm van autisme hebben, volstaat het niet dat de leerkracht in zijn lessen rekening houdt met hun behoeften. Zij hebben soms ook een persoonlijke assistent in de klas nodig die hen helpt met niet-pedagogische problemen. Die hulp zouden ze met zo’n PAB zouden kunnen betalen, maar dan moeten ze dat geld natuurlijk wel krijgen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content