Nicole de Moor trekt aan kar van grote migratiehervorming: ‘Laatste kans voor Europa’
‘Ik ben bang dat het een lange verkiezingscampagne wordt’, zegt staatssecretaris Nicole de Moor, maar eerst nog een Europese migratiehervorming. En ook Vivaldi mag niet stilvallen.
Een revolutie, zegt Nicole de Moor plots. We vragen het voor de zekerheid nog eens, want van een nuchtere CD&V-politica verwacht je niet meteen zulke grote woorden. Maar ja, de staatssecretaris voor Asiel en Migratie heeft het wel degelijk over een revolutie die eraan zit te komen op het vlak van asiel en migratie.
Deze week komen De Moor en haar Europese collega’s samen om hun standpunt te bepalen over het Europese migratiepact, dat al drie jaar op tafel ligt. Zodra de lidstaten het eens zijn, beginnen de onderhandelingen met het Europees Parlement. ‘We zitten in een stroomversnelling’, zegt De Moor. ‘Ik overleg regelmatig achter de schermen met een kopgroep van Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Zweden en Tsjechië. België speelt een trekkende rol. Het historische akkoord moet er begin 2024 komen tijdens het Belgische EU-voorzitterschap. Wij zullen de kers op de taart zetten.’
Wat is er revolutionair aan?
Nicole de Moor: We gaan naar een systeem dat vertrekt vanuit de buitengrenzen met betere screening. Mensen met een lage kans op erkenning moeten we in grensprocedures behandelen. Daar moet dus voldoende capaciteit voor zijn. Daarnaast is er een eerlijke solidariteit. De race is nog niet gelopen, maar we zitten in de fase van berekeningen en concrete cijfers.
Het status quo is desastreus voor ons land.
Wat verandert er concreet voor mensen die naar België willen komen?
De Moor: Vandaag reizen asielzoekers zelf door van het ene land naar het andere. Het systeem moet gecontroleerd en voorspelbaar worden. Het is niet de asielzoeker die mag bepalen waar hij belandt, maar wij. Concreet zullen mensen hun asielaanvraag aan de buitengrenzen moeten indienen. Heeft die persoon een lage erkenningsgraad, dan komt er een grensprocedure en indien nodig een terugkeerprocedure. Mensen met een hogere kans op erkenning komen in een solidair systeem van relocatie terecht en worden dus verdeeld over de EU-landen. Stel dat we in de hele EU pakweg 200.000 asielzoekers reloceren – een fictief cijfer. Volgens de bestaande parameters voor herverdeling zou België een dikke 6000 mensen moeten opvangen. Vergelijk dat met de 37.000 mensen die het afgelopen jaar kwamen.
Aanvankelijk lag een verplicht spreidingsplan op tafel, maar dat zal er niet komen, onder meer na protest van landen als Polen en Hongarije. Dat verzwakt het plan.
De Moor: Als het van mij zou afhangen, zou de spreiding verplicht zijn. Maar het klopt dat we niet langer voor een verplichte spreiding gaan, maar voor verplichte solidariteit. Lidstaten die geen asielzoekers willen opnemen, moeten dat compenseren met meer financiële middelen (volgens de Poolse premier Mateusz Morawiecki gaat het om 22.000 euro per migrant die een land weigert, nvdr). Ik besef dat wij water bij de wijn doen, maar het compromis is nodig. Het status quo is desastreus voor ons land. Ik wil niet als een dramaqueen klinken, maar migratie is zowel de grootste kans als de grootste bedreiging voor het Europese project. Als we deze hervorming niet realiseren voor de Europese verkiezingen van 2024, zie ik het niet goed aflopen met het vrije verkeer van personen. Dit is de laatste kans voor Europa.
De instroom van asielzoekers zal stijgen in de zomer en het najaar.
Vorig jaar was er een recordaantal van 330.000 illegale grensoverschrijdingen. U kunt het continent niet hermetisch afsluiten.
De Moor: Europa heeft een lange landgrens en een zeegrens. Niemand vraagt een muur om Europa, maar er is niks mis met een sterke buitengrens. We moeten de grenzen steviger bewaken met patrouilles en technologie zoals camerabewaking. En ja, waar nodig ook fysieke barrières: hekken en muren. Er wordt veel gediscussieerd over muren, maar het zou over de deuren in die muren moeten gaan. Mensen moeten de kans krijgen om internationale bescherming aan te vragen.
Maar u kunt toch niet verhinderen dat mensen alsnog illegaal Europa binnenkomen?
De Moor: Voor hen komen er nieuwe regels. Het huidige Dublin-systeem (waarbij mensen geacht worden om internationale bescherming te vragen in het eerste EU-land waar ze aankomen, nvdr) werkt niet. Het is een logge procedure en sommige landen zetten zich er gewoon buiten. Ook het terugkeerbeleid zal Europees zijn. Het Europese beschermingspercentage bedraagt 36 procent. Bijna twee derde van de asielzoekers heeft geen bescherming nodig en moet dus terugkeren. Via visumsancties zullen we bepaalde landen onder druk zetten, maar ik pleit ook voor partnerschappen. Denk aan Tunesië. Vandaag vertrekken uit Tunesië meer mensen naar Europa dan vanuit Libië.
Onlangs zorgden nieuwe beelden van pushbacks in Griekenland voor consternatie. Met dit pact lijken pushbacks minder een aberratie te worden en meer het beleid zelf.
De Moor: Integendeel. Precies het gebrek aan Europees grensbeheer doet zulke situaties ontstaan – want ik zal duidelijk zijn: pushbacks zijn onaanvaardbaar.
‘Wie asiel wil, moet buiten Europa zijn aanvraag doen en wie toch illegaal naar hier komt, moet zijn recht op asiel verliezen’, vindt N-VA-voorzitter Bart De Wever.
De Moor:(fors) Dat werkt niet. Ons asielbeleid moeten we in eigen handen houden en niet uitbesteden aan andere landen.
Theo Francken en ik hebben allebei opvangcapaciteit gecreëerd in crisistijden, maar ik wil meer zijn dan een crisismanager.
Op dit moment ‘overkomt’ asiel ons, in uw ideaal systeem wordt het voorspelbaar. Dat betekent dat we als land moeten zeggen: dit aantal nieuwkomers kunnen we aan. Dat maakt u kwetsbaar voor mensen als Tom Van Grieken (Vlaams Belang).
De Moor: Voor Tom Van Grieken zal het altijd te veel zijn. Voor mij is het belangrijk dat het systeem rechtvaardig is. Zo wordt Italië geconfronteerd met veel binnenkomsten, iets wat heel zichtbaar wordt met de beelden van die boten. Maar in realiteit zijn er verhoudingsgewijs veel meer asielaanvragen in ons land. Wij doen méér dan ons deel.
Al sinds september 2021 woedt er een opvangcrisis in ons land, waardoor asielzoekers in kraakpanden of op straat belanden. Zou een migratiepact zo’n crisis voorkomen hebben?
De Moor: Absoluut. Kijk naar het aantal mensen dat geregistreerd staat in een ander land: van de 30.000 asielzoekers gaat het om 15.000 mensen. Als zij niet waren aangekomen, was er geen probleem.
Kamerlid en voormalig staatssecretaris Theo Francken (N-VA) houdt op www.dwangsomteller.be bij hoeveel dwangsommen de staat moet betalen vanwege rechterlijke veroordelingen in de opvangcrisis. Hij staat op 300 miljoen euro.
De Moor: Hij moet zijn teller wat bijstellen, het bedrag ligt lager. Maar eigenlijk doet het er niet toe, want we betalen die niet. Dat zou niet opportuun zijn voor het migratiebeheer, en dan druk ik me nog zacht uit. Niemand wil dat er mensen op straat slapen, we doen er alles aan om de situatie op te lossen. We creëren extra opvangcapaciteit en zorgen voor een versnelde uitstroom uit de opvangcentra. Ik weet dat de instroom zal stijgen in de zomer en het najaar. We bereiden ons voor op die jaarlijkse seizoenschommeling, maar het blijft roeien met de riemen die we hebben.
Tegen de tijd dat we naar de stembus trekken, zijn de mensen ons al beu.
Voert u in essentie niet hetzelfde beleid als Francken destijds, maar met zachter taalgebruik?
De Moor: We hebben allebei opvangcapaciteit gecreëerd in crisistijden, maar voor de rest ben ik het niet eens met uw stelling. Ik wil meer zijn dan een crisismanager. Ik werk aan hervormingen, zowel Belgisch als Europees. Zowel het nieuwe migratiewetboek als de hervorming van de asieldiensten komt eraan. De wet is van de jaren 1980 en de diensten moeten soms nog werken zoals in de jaren 1980 omdat ze niet de structuren krijgen die ze verdienen.
U zit samen met de groenen in een regering. Dat heeft een impact op uw voorstellen voor het terugkeerbeleid. Van het visitatierecht hebben we niets meer gehoord. Dat was de afgezwakte vorm van de woonstbetreding, waarbij de politie in bepaalde gevallen een woning mag betreden waar mensen zonder papieren verblijven.
De Moor: Het visitatierecht alleen zal het terugkeerbeleid echt niet oplossen. Ik ontken niet dat de ideologische spreidstand in de regering groot is. Migratie is dan ook nog een heel emotioneel thema. Maar we hebben wel degelijk stappen gezet. Vroeger kregen mensen die het grondgebied moesten verlaten alleen een papiertje, nu zorgen we voor individuele opvolging. Ook bouwen we meer gesloten centra. Ik ben het wel niet eens met voorstellen om aan grote groepen mensen die hier irregulier zijn verblijfrecht te geven.
Vooruit stelt voor om mensen die wachten op hun repatriëring te laten werken.
De Moor: Onbegrijpelijk. Vooruit pleit net als wij voor een rechtvaardig migratiebeleid, maar ik vind het niet rechtvaardig om Afghanen met een negatieve beslissing verblijfsrecht te geven. Ons Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) werkt onafhankelijk. Als het oordeelt dat er geen bescherming nodig is, dan moeten die mensen terug en daarvoor voorzien wij in opvolging en begeleiding.
Werkgevers schreeuwen om personeel.
De Moor: En met arbeidsmigratie kunnen we een deel van de krapte oplossen. Dat verloopt via geijkte procedures en geldt niet voor mensen die via irreguliere wijze hier belanden en geen bescherming nodig hebben. Qua arbeidsmigratie hebben we een enorme evolutie meegemaakt. Vroeger was dat alleen mogelijk voor hooggeschoolden – denk aan ceo’s. Nu staan ze open voor knelpuntberoepen. Dat zorgt ook voor uitdagingen. Kortgeschoolden zijn vaak minder mondig en meer kwetsbaar voor misstanden. De zaak-Borealis is daar een dramatisch voorbeeld van (in de Antwerpse haven werkten meer dan honderd vermoedelijke slachtoffers van mensenhandel voor het chemiebedrijf, nvdr). Daarom pleit ik voor verplicht inburgeren voor arbeidsmigranten. Zo kennen ze hun rechten en worden ze minder kwetsbaar voor uitbuiting.
Daarnaast zet ik in op de activering van asielzoekers met een nog lopende procedure. Vroeger moesten die mensen wachten in asielcentra. Ook Francken heeft het nooit anders gedaan. Sinds twee jaar hebben we beleid op maat met goede resultaten: meer dan 55 procent van de asielzoekers op beroepsactieve leeftijd heeft het afgelopen jaar gewerkt.
Vorige week bracht Knack het verhaal van een asielzoekster uit Tanzania. Het CGVS gelooft niet dat ze lesbisch is. U hebt ook ooit gewerkt bij het CGVS.
De Moor: Ik was inderdaad protection officer en volgde zelfs een bijzondere opleiding om genderdossiers te behandelen. Ik heb dus ook dossiers behandeld van vrouwen die beweerden gevlucht te zijn vanwege hun seksuele geaardheid. Dat is geen gemakkelijke job, want jouw analyse van dat verhaal bepaalt mee de toekomst van die persoon. Ik kan geen commentaar geven op een concrete beslissing van het CGVS, maar ik kan getuigen dat het op een voorzichtige en grondige manier werkt. Er is altijd het voordeel van de twijfel voor de asielzoeker, maar dergelijke dossiers zijn niet evident.
Bent u eerder warm of eerder Thatcher?
De Moor:(speels) Wat denkt u?
Ik herformuleer: staat u achter de beschrijving van Sammy Mahdi (CD&V), die u een ‘warme Thatcher’ noemde?
De Moor: Die woorden van Sammy gingen over mijn persoonlijkheid, niet over mijn ideologische visie. Je kunt niet meer van Margaret Thatcher verschillen dan ik. ‘There is no such thing as society’: mijn christendemocratische visie staat daar diametraal tegenover. Maar ik ben wel iemand die rechtlijnig vasthoudt aan principes, en ik mag hopen dat ik daarbij een beetje warm kan zijn.
U gaat volgend jaar als CD&V-kopstuk de verkiezingen in. Bent u daar klaar voor? Het Vlaams Belang heeft al een slogan klaar: ‘Nicole, ons land zit vol.’
De Moor: Van Grieken mag van mij werken aan slogans, ik werk aan een beter migratiebeleid. Ik ga de debatten niet uit de weg, en kijk ook wel uit naar de campagne. Ik ben vooral bang dat het een lange campagne zal zijn. We beginnen er nu al mee, daar kijk ik met grote ogen naar.
Zelfs eerste minister Alexander De Croo (Open VLD) lijkt met zijn uitspraken over de ‘pauzeknop’ of ‘de Europese bubbel van Frans Timmermans’ niet langer op een regeringsleider, maar op een campagneleider.
De Moor: Ik zie in verschillende uitspraken dat de campagnemodus stilaan aangaat. Dat is geen goed idee. Er liggen nog heel veel hervormingen op de regeringstafel, zoals de fiscale hervorming en een migratiehervorming. Als we nu al beginnen, gaat de campagne te lang duren. Tegen de tijd dat we naar de stembus trekken, zijn de mensen ons al beu.
Nicole de Moor
1984: Geboren in Sint-Gillis-Waas.
2002‑2007: Studeert rechten aan de UGent en de Universiteit van Amsterdam.
2008‑2009: Juridisch adviseur bij het Vlaams Minderhedencentrum (vandaag het het Agentschap Integratie en Inburgering).
2009‑2014: Behaalt doctoraat aan de vakgroep internationaal publiekrecht van de Universiteit Gent.
2013‑2014: Werkt bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS).
2013‑2020: Kabinetsmedewerker bij CD&V-ministers Kris Peeters, Koen Geens en Nathalie Muylle.
2020‑2022: Kabinetschef staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi.
2022-nu: Staatssecretaris voor Asiel en Migratie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier