Nationale Bank: ‘Overheidstekort zal onder regering-De Wever probleem blijven’

Premier Bart De Wever (N-VA) wil met zijn regering de overheidsfinanciën rechttrekken, maar de Nationale Bank betwijfelt of dat met de geplande maatregelen zal lukken. © BELGA
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

Het op orde brengen van de overheidsfinanciën is een prioriteit van de regering-De Wever. Op basis van het regeerakkoord ziet gouverneur van de Nationale Bank Pierre Wunsch dat niet gebeuren.

‘Met de regering-De Wever beweegt wat op het vlak van structurele hervormingen van de arbeidsmarkt, pensioenen  enzoverder, maar of dat voldoende zal zijn om het overheidstekort significant te laten dalen?’ vraagt gouverneur van de Nationale Bank Pierre Wunsch zich af.

En hij geeft zelf het antwoord: ‘Ik vrees dat het overheidstekort ook de volgende jaren onder regering-De Wever een probleem blijft’. De gouverneur van de Nationale Bank ziet de huidige regering dus haar voornaamste doelstelling niet halen: het op orde brengen van onze overheidsfinanciën. 

Wunsch trok deze duidelijke conclusie in de marge van de voorstelling van het verslag dat de Nationale Bank elk jaar maakt over de stand van het land. Daarbij worden ook steeds enkele vooruitzichten geformuleerd.

Wat betreft de begroting heet het dat die vooruitzichten vergeleken met andere eurolanden ‘voor België heel slecht’ zijn. De conclusies van de Nationale Bank over de overheidsfinanciën werden ondertekend door de Regentenraad, met daarin ook vertegenwoordigers van de vakbonden.

Een analyse van de toestand aan de hand van tien vragen.

1. Hoe staan onze overheidsfinanciën ervoor? 

Onze overheidsfinanciën zijn vorig jaar verslechterd: het tekort van de federale en regionale overheden samen is in 2024 uitgekomen op 4,6 procent van het bbp. Dat is een verslechtering van 0,4 procent van het bpp en dat lijkt misschien niet veel, maar het gaat wel om 2,5 miljard euro. De Europese norm voor het tekort is 3 procent, dus dat betekent dat het tekort van België nu 50 procent boven de Europese norm ligt. België geeft rekening houdend met de norm dus 10 miljard per jaar te veel uit. In het eurogebied doen alleen Frankrijk (6,2 procent tekort) en Slowakije (5,6 procent) nog slechter. 

Econoom Gert Peersman: ‘Deze regering zal de overheidsfinanciën niet gezond maken’

2. Vanwaar die verslechtering?

De verslechtering komt niet door ‘eenmalige kosten verbonden aan de energie- en andere crisissen’, zo merkt de Nationale Bank op. Ze is ook ‘niet te wijten aan de ontvangsten’, lees belastingen, want ‘die zijn zelfs duidelijk toegenomen’. Nee, de verslechtering van onze overheidsfinanciën komt doordat de overheid veel meer geld heeft uitgegeven. De totale overheidsuitgaven belopen nu 55 procent van het bbp. 

3. Waar geeft de overheid zo veel geld aan uit? 

In het jaarverslag staat dat het vooral ‘de sociale uitgaven zijn die de overheidsuitgaven steeds hoger opdrijven’. Vorig jaar waren de sociale uitgaven goed voor bijna de helft van alle overheidsuitgaven (de uitgaven voor het aflossen van onze overheidsschuld niet meegerekend). Dat is ‘ten dele’ een gevolg van de vergrijzing: de overheid moet meer uitgeven aan pensioenen en gezondheidszorg. Maar er speelt nog iets anders: in 2024 stegen de uitkeringen voor ziekte en invaliditeit het sterkst, namelijk met 10 procent. Een verontrustende ontwikkeling.

Koen Geens: ‘Wie bepaalt, betaalt. Dat is echte verantwoordelijkheid’

4. Hoe zit het met de werkgelegenheid bij de overheid?

Er is nog een ander fenomeen dat de uitgaven van de overheid de hoogte in stuwt: het personeelsbestand bij de overheid nam in 2024 opnieuw toe met meer dan 1 procent. Vooral bij de gemeenschappen en gewesten steeg de werkgelegenheid, namelijk met 1,8 procent, maar ook bij de federale overheid en de sociale zekerheid gingen meer mensen aan de slag. In totaal werken nu bijna 890.000 mensen voor de overheid.

Die toename zorgt ervoor dat de overheid meer loon moet uitkeren. En dat is dan nog gerekend zonder de publieke sector (gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening, cultuur enzoverder), die deels met subsidies worden gefinancierd. De conclusie van de Nationale Bank luidt: ‘De overheidsuitgaven liggen in België hoger dan gemiddeld in de drie voornaamste buurlanden (Nederland, Duitsland en Frankrijk).’

5. Wat zijn de begrotingsvooruitzichten voor België?

‘Vergeleken met de andere eurolanden zijn de begrotingsvooruitzichten voor België heel slecht’, zo staat er onomwonden in het jaarverslag. Er wordt aangestipt dat die conclusie van de Nationale Bank gedeeld wordt door zowat alle internationale instellingen.

Daarbij wordt het Internationaal Monetair Fonds geciteerd, dat België tegen 2029 zelfs het hoogste begrotingstekort zou hebben van alle geavanceerde landen. Natuurlijk wil de regering-De Wever daar wat aan doen, het is zelfs de voornaamste opdracht die ze zichzelf heeft gegeven. Maar zal ze daarin ook slagen?

Gouverneur van de Nationale Bank Pierre Wunsch vindt dat de terugverdieneffecten door de regering-De Wever ‘erg hoog zijn ingeschat’. © BELGA

6. Zal de regering-De Wever het tij kunnen keren?

In de mondelinge toelichting zei gouverneur Wunsch dat het regeerakkoord van de regering-De Wever nog heel wat concrete invulling nodig heeft. Hij zag wel enkele geplande hervormingen die in de goede richting gaan, bijvoorbeeld op het vlak van de arbeidsmarkt en de pensioenen. ‘Maar zullen die voldoende zijn voldoende om het overheidstekort significant te laten dalen’, zo vroeg Pierre Wunsch zich af.

Wunsch betwijfelt sterk of de regering tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80 procent zal halen, wat wil zeggen dat 80 procent van de mensen tussen 20 en 64 jaar dan aan het werk moet zijn. En daarop heeft de regering-De Wever de gezondmaking van de overheidsfinanciën gebaseerd.

7. Halen we een werkzaamheidsgraad van 80 procent?

De jobmotor is vorig jaar zo goed als stilgevallen. Er kwamen netto maar 13.000 jobs bij. In de privésector gingen veel jobs verloren, alleen bij de zelfstandigen, de overheid en de gesubsidieerde jobs was er groei. De werkzaamheidsgraad bedroeg 72,2 procent, dat is nagenoeg evenveel als in 2023. Al zijn de regionale verschillen groot: in Vlaanderen zijn 76 mensen op 100 van de leeftijd tussen 20 en 64 jaar aan de slag, in Wallonië 67 en in Brussel 64.

In vergelijking met Europa als geheel zijn er in België 3,7 procentpunt minder mensen aan de slag ‘en deze kloof is nog groter geworden’, staat in het jaarverslag. Om dan te concluderen: ‘Het zal voor België bijzonder moeilijk worden om de doelstelling van een werkgelegenheidsgraad van 80 procent tegen 2030 te halen.’

8. Wat als we die 80 procent werkgelegenheidsgraad niet halen? 

De regering-De Wever hoopt met een aantal hervormingen die 80 procent werkzaamheidsgraad te halen tegen 2030. Dat zou de overheid een dubbel voordeel opleveren: ze hoeft minder geld uit te geven aan uitkeringen en ze krijgt meer geld binnen omdat ze belastingen kan heffen op meer lonen. Dat zijn in essentie de terugverdieneffecten waarop deze regering rekent.

Wunsch vindt dat die terugverdieneffecten ‘erg hoog zijn ingeschat’. Als die terugverdieneffecten er niet zijn, zal het overheidstekort ook niet substantieel dalen. ‘Ik vrees dat de overheidstekorten ook de volgende jaren onder regering-De Wever een probleem blijven’, aldus de gouverneur.

9. Wat moet er zeker nog gebeuren?

Volgens de Nationale Bank moet er niet alleen worden hervormd, maar moet er zeker ook een analyse komen van ‘de efficiëntie en doelmatigheid van de bestaande uitgaven’. Want ondanks de hoge overheidsuitgaven zijn de resultaten daarvan ‘relatief bescheiden inzake kwaliteit en efficiëntie’. Daarom houdt de Nationale Bank een pleidooi voor strikte uitgavencontroles, in het jargon spending reviews. In het regeerakkoord staat dat daarvan werk zal worden gemaakt, al is het wachten op hoe en wat concreet.

10. En wat doen de regio’s?

De Nationale Bank wijst ook op de verantwoordelijkheid van de regio’s in het hele verhaal: de gewesten en gemeenschappen moeten ‘zo snel mogelijk terugkeren naar een gezonde begrotingssituatie’, want hun cijfers worden opgeteld bij de federale cijfers om tot de Belgische cijfers te komen. Dat kan niet anders dan gelezen worden als een vingerwijzing naar Brussel en de Franse Gemeenschap, die met zeer slechte overheidsfinanciën kampen.

Opmerkelijk is ook dat de Nationale Bank zegt dat de huidige financieringsregels van de regio’s moeten worden geëvalueerd. Dat gaat dus over de Bijzondere Financieringswet, die bepaalt hoeveel federaal geld naar de regio’s gaat. Als dat wordt bekeken, ligt ook meteen een staatshervorming op tafel.

Slotsom

Het regeerakkoord-De Wever is op vele vlakken nog onduidelijk. De Nationale Bank looft de hervormingen die de regering-De Wever heeft gepland, maar gelooft er tegelijkertijd niet in dat ze zullen zorgen voor een werkzaamheidsgraad van 80 procent. En daarop zijn de terugverdieneffecten en de gezondmaking van de openbare financiën gebaseerd. Daarom vreest ze dat de overheidstekorten ook de volgende jaren onder regering-De Wever een probleem zullen blijven.

Om echt iets aan de overheidstekorten te doen zullen er, naast de noodzakelijke hervormingen in de arbeidsmarkt, pensioenen en belastingen, ook nog minstens twee andere zaken moeten gebeuren, stelt de Nationale Bank. Eén, er moet strenger gekeken worden naar de overheidsuitgaven. Die zijn erg hoog, maar niet altijd even efficiënt. De regering-De Wever zegt dat ze werk zal maken van zo’n uitgaventoetsingen en het is uitkijken wat daarvan het resultaat zal zijn. 

Twee, ook de regio’s zullen hun verantwoordelijkheid moeten opnemen en hun eigen begrotingen op orde moeten brengen. Het zal moeten blijken of met name Brussel en de Franse Gemeenschap dit ter harte zullen nemen. Ook de manier waarop de regio’s vandaag worden gefinancierd moet onder de loep worden genomen. Daar is nu geen sprake van, want het ontbreekt op dit moment daarvoor aan de noodzakelijke tweederdemeerderheid. 


Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content