Na ‘Stop Islamisering’: experts verdeeld over N-VA-voorstel om haatspraak af te bakenen
Er is geen politieke animo voor het voorstel waarmee de N-VA haatspraak wil onttrekken uit het strafrecht. Maar is de aanpassing, waarmee de partij de vrijheid van meningsuiting wil beschermen, juridisch wel mogelijk?
Wakkert de slogan ‘Stop Islamisering’ haat en discriminatie aan? Een Mechelse rechter oordeelde begin vorig jaar van wel. De vier leden van de radicaal-rechtse actiegroep Voorpost die een spandoek met dat opschrift hadden getoond, werden begin vorig jaar veroordeeld tot een half jaar cel.
De veroordeling lokte verbijstering uit. Niet alleen bij het Vlaams Belang, een natuurlijke bondgenoot van Voorpost, maar ook bij de N-VA en de Open VLD. Interpreteerde de rechter de term ‘haat’ niet te breed?
Hoewel de uitspraak begin dit jaar verviel nadat het hof van beroep in Antwerpen zich onbevoegd verklaarde, blijft de zaak nazinderen. In een recent wetsvoorstel van oppositiepartij N-VA wordt er expliciet naar verwezen.
Via dat voorstel willen de Vlaams-nationalisten het concept ‘aanzetten tot haat’ afbakenen. ‘Ik ben tegen haatspraak’, zegt fractieleider Peter De Roover, ‘maar wij zien een definitieprobleem. Voor ons moet de overheid niet als pastoor optreden. Bovendien moeten burgers duidelijk weten wanneer zij in de fout gaan en wanneer niet. Dat is vandaag niet het geval.’
De N-VA wil daarom dat ‘aanzetten tot haat’ enkel strafbaar is wanneer dat gekoppeld is aan het oproepen of aanzetten tot geweld. ‘Het is contradictorisch dat haat niet strafbaar is, maar aanzetten tot haat wel. Dan is het robuuster om de koppeling te maken met geweld, wat duidelijk niet mag.’
De discussie laaide begin dit jaar opnieuw op na de veroordeling van Jeff Hoeyberghs wegens seksisme en aanzetten tot haat, discriminatie en geweld jegens vrouwen. Een uitvloeier van zijn uiteenzetting voor de studentenclub KVHV aan de Universiteit Gent in 2019. De plastisch chirurg kreeg van de rechter tien maanden cel, een geldboete en vijf jaar verlies van burgerrechten.
‘Ik ken het dossier niet van a tot z. Ergens sprak hij over een meisje van een fiets trekken. Dat klinkt als oproepen tot geweld, maar daar kan ik niet over oordelen’, zegt De Roover. ‘Maar zijn achterhaalde, door niemand ernstig genomen standpunten over vrouwen: daarover denk ik dat schouderophalen of debat betere reacties zijn dan bestraffing. Zijn straf gaf Hoeyberghs credibiliteit in kringen waarin er al een groot wantrouwen jegens de overheid bestaat.’
Vertaaldienst
Maar is het N-VA-voorstel wel juridisch mogelijk? Er is immers een internationale dimensie. Vorig jaar toonde minister van Staat en grondwetspecialist Johan Vande Lanotte (Vooruit) zich nog sceptisch over het herdefiniëren van haatspraak. ‘Hate speech is een term die is ingeburgerd bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Het klopt dat het een vage term is, maar daar kun je niet veel aan doen. Mocht de wetgever zelf gaan definiëren wat hate speech precies is, dan zou het Europees Hof dat overrulen.’
Met die redenering is professor discriminatierecht Jogchum Vrielink (Université Saint-Louis) het niet eens. ‘Er zijn allerlei landen die “aanzetten tot” op allerlei manieren afbakenen zonder dat dat tot juridische problemen leidt met het EHRM. Ja, er rusten bepaalde positieve verplichtingen op staten om iets te doen aan hate speech, maar die zijn nogal minimaal en gaan niet zo ver dat dit N-VA-voorstel uitgesloten zou zijn.’
Vrielink verwijst naar een EU-kaderbesluit uit 2008, waarin wordt verwezen naar de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat. ‘Dat besluit laat zelfs uitdrukkelijk toe dat je het aanzettingsverbod afbakent, onder andere op ongeveer de wijze waarop de N-VA dat nu voorstelt.’
Dirk Voorhoof, emeritus professor die verbonden is aan het Centrum voor Mensenrechten van de UGent, gaat niet akkoord. Hij verwijst naar het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten. ‘Artikel 20 stelt dat “het propageren van op nationale afkomst, ras of godsdienst gebaseerde haatgevoelens die aanzetten tot discriminatie, vijandigheid of geweld, bij de wet wordt verboden”. Enkel het strafbaar stellen van haat dat aanzet tot geweld is een te beperkte omzetting. Trouwens, ook “gewelddadig gedrag” is een rekbaar begrip. Zo is er manifest fysiek geweld, maar zijn er ook andere vormen van gedrag die als geweld kunnen beschouwd worden.’
Voorhoof neemt ook de aanleiding van het wetsvoorstel op de korrel. ‘Het is niet omdat bepaalde rechtspraak de strafwet te streng zou toepassen, dat daarom de wetgeving versoepeld moet worden. Rechters zullen altijd zelf de wet moeten interpreteren, het komt erop aan consistentie in de rechtspraak te garanderen en te bevorderen.’
De Roover is het niet eens. ‘Ik vind dat men soms te gemakkelijk internationale verdragen heel breed interpreteert, waardoor het parlement meer een soort vertaaldienst wordt van wat in hogere echelons wordt beslist.’
In elk geval heeft het wetsvoorstel amper kans op slagen. De Vivaldi-meerderheid is geenszins van plan om aan de wetgeving te morrelen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier