Na het duolegaat: de ‘vriendenerfenis’ van de regering-Jambon

De nieuwe Vlaamse regering introduceert de ‘vriendenerfenis’, waarmee u een vriend voor een beperkt bedrag voordelig kunt laten erven. Het is maar een kleine compensatie voor de afschaffing van het duolegaat, waarmee het mogelijk was om de erfbelasting door te schuiven naar een goed doel.

‘Het gebeurt niet zo vaak dat mensen aan vrienden of verre familieleden iets willen nalaten via hun testament. Maar als het gebeurt, dan schrikken ze keer op keer van de belastingfactuur. Dat is pijnlijk’, zegt notaris Jelle Van Hove. Net daarom introduceerde de nieuwe Vlaamse regering de ‘vriendenerfenis’. Zo kan iedereen tot 12.500 euro nalaten aan vrienden of verre familieleden (zoals neven of nichten) tegen het laagste tarief van de erfbelasting, dat normaal enkel geldt voor partners of kinderen. Het voorkeurtarief bedraagt 3 procent. Laat u 12.500 euro na aan uw beste vriend, dan betaalt die daarop 375 euro erfbelasting.

De afschaffing van het duolegaat brengt de Vlaamse regering 75 miljoen op. De ‘vriendenerfenis’ kost haar slechts 10 miljoen.

Ter vergelijking: volgens de huidige tarieven zou de erfbelasting uitkomen op 25 procent, wat neerkomt op een belastingfactuur van 3125 euro. Let wel: boven de drempel van 12.500 blijven de huidige tarieven behouden. En die lopen snel op. Voor roerende goederen (zoals geld) bedraagt de erfbelasting 25 procent voor de schijf tot 35.000 euro, 45 procent voor de schijf tussen 35.000 en 75.000 euro, en zelfs 55 procent voor de schijf boven 75.000 euro. Van een erfenis aan een vriend van 100.000 euro vloeit er momenteel 40.500 euro naar de fiscus.

Het zijn niet alleen vrienden waarmee er geen familieband is die de hoogste tarieven van erfbelasting moeten betalen. Dat geldt ook voor neven, nichten, ooms, tantes of andere familieleden in de zijlijn. Alleen voor broers en zussen zijn de tariefschijven nog iets gunstiger, al betalen zij vanaf 75.000 euro ook het maximumtarief van 55 procent. Hoewel de vriendenerfenis erfenissen aan goede vrienden of verre familieleden iets gunstiger maakt, weegt de erfbelasting dus nog altijd heel zwaar door voor bedragen boven de drempel van 12.500. En dan te weten dat de vorige Vlaamse regering het maximumtarief al van 65 naar 55 procent verlaagde.

Misbruik

De nieuwe Vlaamse regering voert de vriendenerfenis in, maar schaft tegelijkertijd wel het duolegaat af. Het is meteen een van de meer controversiële beslissingen van de regering. Want met een duolegaat was het mogelijk om de erfenis voor een vriend of een ver familielid te koppelen aan de steun van een goed doel. Het goede doel betaalde de erfbelasting van de vriend of het familielid, maar kreeg in ruil daarvoor dan wel zelf een deel van de nalatenschap.

De afschaffing van het duolegaat zou volgens de Vlaamse regering 75 miljoen opbrengen. Aan de invoering van de vriendenerfenis hangt daarentegen een prijskaartje van 10 miljoen euro. Het illustreert meteen dat de overheid voortaan meer overhoudt van erfenissen aan vrienden of verre familie. Zij zullen zelf de hogere tarieven voor erfbelasting moeten neertellen, terwijl goede doelen met het duolegaat slechts het voordeeltarief van 8,5 procent hoefden te betalen aan de overheid. Dat leverde een win-winsituatie op: de erfgenamen hoefden geen erfbelasting te betalen, en het goede doel kreeg extra financiële middelen. Van Hove: ‘Zodra mensen iets wilden nalaten aan vrienden of verre familieleden kregen ze van hun notaris heel snel het advies om voor een duolegaat te kiezen. Daarmee was het toch nog mogelijk om de belastingfactuur enigszins te drukken. Nu kan zelfs dat niet meer.’

Volgens de Vlaamse regering past de afschaffing van het duolegaat in een vereenvoudiging van de erfbelasting. Tegelijk was het al langer een doorn in het oog van de fiscale administratie. In 2012 kwam het duolegaat net niet op een lijst terecht met handelingen die de administratie als fiscaal misbruik beschouwt. Nathalie Labeeuw, advocate bij Cazimir Advocaten: ‘Na een overlijden heb ik zelf geregeld vastgesteld dat duolegaten niet altijd correct werden gebruikt. Het goede doel werd vaak enkel als hulpje ingeschakeld, louter en alleen met het oog op fiscale optimalisatie voor de verre verwanten of vreemden. Dan hield het goede doel weinig of niets over na betaling van de erfbelasting – waardoor het het duolegaat ook verwierp. Dan was het testament een maat voor niets en moesten de erfgenamen toch nog tot 55 procent erfbelasting betalen.’

Na het duolegaat: de 'vriendenerfenis' van de regering-Jambon

Ook Marc Michils, directeur van Kom op tegen Kanker, klaagde daarover al twee jaar geleden in Knack: ‘Er is een kleine groep die het duolegaat puur interpreteert als een fiscaal instrument. Het is prima dat er fiscale voordelen aan verbonden zijn, maar steeds vaker wordt er maar net genoeg aan het goede doel geschonken opdat de andere erfgenamen het maximum uit de regeling zouden halen. Als we dan niet opletten, moeten wij zelfs nog bijleggen. Dat kan niet de bedoeling zijn. Door die tactiek moeten we net te vaak legaten weigeren. Zo’n constructie heeft dan niets te maken met liefdadigheid, ze laat ons gewoon opdraaien voor alle belastingen.’ Net daarom waren de meeste experts niet eens zo verrast dat de Vlaamse regering het duolegaat in het vizier nam. Verwacht werd dat de regering een minimumdeel zou opleggen dat zeker naar het goede doel zou moeten vloeien. Dat het duolegaat helemaal sneuvelde, kwam als een donderslag bij heldere hemel.

Het duolegaat zou vanaf 2021 verdwijnen, maar bij gebrek aan concrete wetteksten bestaat daarover nog geen uitsluitsel. In principe is het nu dus nog altijd mogelijk om een duolegaat op te nemen in het testament, al zal dat voor de meeste mensen weinig zin hebben. ‘Een duolegaat treedt pas in werking na het overlijden. Bij iemand die terminaal ziek is en waarschijnlijk zal overlijden vóór 2021, kan het nog zinvol zijn om een duolegaat op te nemen in het testament. Maar in het kader van een gewone successieplanning zou het van weinig goed beheer getuigen om dat nog aan cliënten aan te raden.’

Schenken

Met het verdwijnen van het duolegaat zijn er nog weinig manieren om de belastingfactuur te drukken wanneer u meer dan 12.500 euro nalaat aan verre vrienden of familie. Van Hove: ‘Enkel een schenking is op dit moment nog een fiscaal aanvaardbaar alternatief.’ Want voor de schenkbelasting geldt een vlak tarief. Voor schenkingen van roerende goederen – zoals geld – bedraagt de schenkbelasting 3 procent of 7 procent. Het goedkoopste tarief is weggelegd voor schenkingen aan de kinderen of de partner, het hoogste tarief is voor schenkingen aan alle andere personen (waaronder dus ook vrienden of verre familieleden). Op een schenking van 100.000 euro aan een vriend is dus 3000 euro schenkbelasting verschuldigd, tegenover de 40.500 aan erfbelasting wanneer datzelfde bedrag nagelaten zou worden via een testament.

En het is zelfs mogelijk om de schenkbelasting helemaal tot nul te herleiden. Want de schenkbelasting is alleen maar verschuldigd wanneer de schenking wordt geregistreerd bij een notaris. Het nadeel van zo’n niet-geregistreerde schenking – via een zogenaamde hand- of bankgift – is dat er op het bedrag nog erfbelasting moet worden betaald wanneer de schenker binnen de drie jaar na de schenking overlijdt (zie kader blz. 52). De erfbelasting ligt meteen veel hoger. Voor roerende goederen lopen de tarieven meteen op tot maximaal 27 procent (voor de kinderen of de partner) of 55 procent (voor bijvoorbeeld vrienden of verre familie).

Wie ervoor kiest om iets te schenken aan een goede vriend, doet er niet slecht aan daar enkele voorwaarden te koppelen. Dat is sowieso een standaardpraktijk bij schenkingen aan de kinderen. De grote klassieker is de schenking met het voorbehoud van vruchtgebruik: je schenkt bijvoorbeeld de naakte eigendom van de woning, maar je behoudt wel zelf het recht om de huurinkomsten te innen. Of je schenkt een beleggingsportefeuille, waarvan je zelf nog altijd de dividendinkomsten ontvangt. Uit zo’n schenking haalt de vriend niet meteen een voordeel. Hij haalt er geen inkomsten uit, en hij mag de woning of de beleggingsportefeuille ook niet verkopen tot de dood van de schenker of tot het moment dat die afstand heeft gedaan van het vruchtgebruik. Van Hove: ‘Met een schenking onder voorbehoud van vruchtgebruik kun je je als schenker toch nog verzekeren van een inkomen. Tegelijk is het goed wel degelijk geschonken. Een woning of een beleggingsportefeuille die je schonk onder voorbehoud van vruchtgebruik kun je bijvoorbeeld niet meer verkopen om later de factuur van je rusthuis te betalen.’

In 2012 kwam het duolegaat net niet op een lijst terecht met handelingen die de administratie als ‘fiscaal misbruik’ beschouwt.

Aan een schenking kunnen ook andere voorwaarden worden gekoppeld, zoals de verplichting om later de medische kosten van de schenker te betalen. Van Hove: ‘Zo’n voorwaarde ligt toch moeilijker bij een schenking aan een vriend of ver familielid. Als er een goede band is met de kinderen vinden zij het meestal normaal dat ze hun ouders bijstaan als dat nodig is. Maar van een vreemde is het minder evident om dat te verwachten.’ Ook andere voorwaarden die bijna een standaardpraktijk zijn bij schenkingen aan kinderen zijn minder van toepassing op vrienden of familie. Denk maar aan het vervreemdingsverbod (het verbod om het geschonken goed te verkopen) of het verbod tot inbrenging in de huwelijksgemeenschap (om te vermijden dat de schenking ooit bij de schoondochter of -zoon terechtkomt). Van Hove: ‘Dergelijke voorwaarden zijn er vooral op gericht om het geschonken vermogen binnen de familie te houden. Maar dat ligt meestal al minder gevoelig voor mensen die al iets schenken aan een vreemde.’

De vriendenerfenis maakt het voor bedragen tot 12.500 euro al mogelijk om tegen een laag tarief van erfbelasting iets na te laten aan een vriend of ver familielid. Wie meer wil nalaten op een fiscaalvriendelijke manier moet een schenking overwegen. Andere alternatieven zijn er niet. Wie nog graag iets wil nalaten aan een goed doel, hoeft zich sowieso geen zorgen te maken over het fiscale plaatje, want ondanks het verdwijnen van het duolegaat blijven erfenissen aan een goed doel wél een voorkeurtarief van 8,5 procent genieten, ongeacht de omvang van het vermogen dat wordt nagelaten. Dat tarief is van toepassing voor nalatenschappen aan vzw’s, overheden en hun openbare instellingen, OCMW’s, ziekenfondsen, beroepsverenigingen, (private) stichtingen of stichtingen van openbaar nut.

Testament

Hoewel de schenkbelasting substantieel lager is dan de erfbelasting geloven experts niet dat veel mensen nu geld aan vrienden of familie zullen schenken. Labeeuw: ‘Erven heeft niet altijd met ratio te maken. Het gaat erom dat mensen iemand anders iets willen gunnen. Zeker wanneer het om een vriend of een ver familielid gaat, is er meestal toch de wens om dat via het testament te regelen. De schenking zou vanuit fiscaal oogpunt de betere optie zijn, maar dan ben je als schenker je geld wel onmiddellijk kwijt. Dat willen de meeste mensen niet. Zo zijn er veel kinderloze koppels die iets willen nalaten aan hun neefjes of nichtjes, maar hun eerste bezorgdheid is toch dat er voldoende financiële middelen overblijven voor de langstlevende partner.’

Daarnaast heeft een testament nog een groot voordeel dat de schenking niet heeft: het is herroepbaar. Het is perfect mogelijk om een petekind op te nemen in het testament, maar ook om het weer te schrappen wanneer u merkt dat het zijn geld door ramen en deuren weggooit of wanneer er ruzie ontstaat. Dat kan niet met een schenking: gegeven is gegeven. Labeeuw: ‘Je kunt een schenking niet ongedaan maken, ook niet wanneer je het petekind nooit meer ziet na de schenking.’

Schenkingen zijn daarom vooral een courante techniek om al een deel van het vermogen door te schuiven naar de kinderen. Labeeuw: ‘In dat geval is fiscale optimalisatie zeker een belangrijke drijfveer, want de meeste ouders willen de belastingfactuur voor hun kinderen tot een minimum beperken. Maar dat speelt veel minder bij successieplanning tegenover vrienden of verre familie. Als mensen iets willen nalaten aan hun petekind, vinden ze meestal dat het tevreden moeten zijn met wat het krijgt. En als het daar veel belastingen op moeten betalen, dan is dat maar zo.’

Een jaar langer wachten op belastingvrije schenking

De Vlaamse regering heeft ook beslist om de verdachte periode bij schenkingen te verlengen van drie naar vier jaar. De schenking van roerende goederen (zoals geld of juwelen) kan worden geregistreerd bij een notaris. Dan moet er wel meteen schenkbelasting worden betaald: 3 procent voor schenkingen in rechte lijn (zoals aan de kinderen of de partner) en 7 procent voor schenkingen aan andere personen. Het is mogelijk om aan de schenkbelasting te ontsnappen door de schenking niet te registreren, en bijvoorbeeld het geld zonder verdere formaliteiten over te schrijven. Het nadeel is dan wel dat wanneer de schenker binnen de periode van drie jaar overlijdt, dat de fiscus op die schenking wel nog erfbelasting aanrekent (die hoger is dan de schenkbelasting). Die periode van drie jaar wordt verlengd naar vier jaar. Zo wil de Vlaamse regering meer mensen aanmoedigen om hun schenkingen te registreren en de schenkbelasting te betalen.

Het is overigens een slecht idee om schenkingen niet aan te geven. Labeeuw: ‘Iedere begiftigde moet elke schenking die niet registreerd werd en die gedaan werd binnen de drie of vier jaar voor het overlijden eigenlijk spontaan aangeven. De Vlaamse belastingadministratie kan eventueel een bankonderzoek doen, waaruit die niet geregistreerde schenking blijkt. Dat gebeurt niet zoveel, maar het niet aangeven is wel fraude.’

Als er niets meer overblijft voor het goede doel

Of u nu iets wilt geven aan een vriend of een goed doel, u houdt er maar beter rekening mee dat u meestal niet uw hele vermogen kunt wegschenken of nalaten. Dat heeft alles te maken met de ‘wettelijke reserve’, het deel van uw vermogen waarop de zogenaamde ‘reservataire erfgenamen’ aanspraak kunnen maken. Dat zijn de langstlevende gehuwde partner, de kinderen of de kleinkinderen (wanneer het kind al is overleden). Het deel waarop zij samen aanspraak kunnen maken, werd door de vorige Vlaamse regering teruggebracht tot de helft van het vermogen. Over de andere helft kunt u zelf vrij beschikken. Advocate Nathalie Labeeuw: ‘Ouders die nog iets willen nalaten aan een vriend, een ver familielid of een goed doel moeten er dus wel voor zorgen dat hun eigen beschikbare deel voldoende groot blijft. Zeker als er al schenkingen werden gedaan aan bijvoorbeeld de kinderen kan het daar al eens mislopen.’

Dat komt omdat ouders de keuze hebben tussen een schenking als voorschot op de erfenis of een schenking buiten erfdeel. Bij een schenking als voorschot op de erfenis is er geen probleem: het kind krijgt een vermogen geschonken dat sowieso deel uitmaakt van zijn latere erfdeel. Maar bij een schenking buiten erfdeel ligt dat anders: daar schenken de ouders al een deel van hun beschikbare reserve weg. Zo’n schenking buiten erfdeel laat bijvoorbeeld toe om aan het ene kind meer na te laten dan aan het andere. Labeeuw: ‘Het komt geregeld voor dat ouders aan hun kinderen schenkingen doen buiten erfdeel, ook al doen ze aan al hun kinderen dezelfde schenking en is er dus geen reden om te kiezen voor een schenking buiten erfdeel. Maar als zo een groot deel van het vermogen wordt weggeschonken, kunnen de ouders op het einde van hun leven vaststellen dat er van hun beschikbare deel niets meer overblijft om na te laten aan een goed doel of een andere erfgenaam. Nochtans kan dat perfect worden vermeden met een schenking als voorschot op de erfenis.’

Een jaar langer wachten op belastingvrije schenking

De Vlaamse regering heeft ook beslist om de verdachte periode bij schenkingen te verlengen van drie naar vier jaar. De schenking van roerende goederen (zoals geld of juwelen) kan worden geregistreerd bij een notaris. Dan moet er wel meteen schenkbelasting worden betaald: 3 procent voor schenkingen in rechte lijn (zoals aan de kinderen of de partner) en 7 procent voor schenkingen aan andere personen. Het is mogelijk om aan de schenkbelasting te ontsnappen door de schenking niet te registreren, en bijvoorbeeld het geld zonder verdere formaliteiten over te schrijven. Het nadeel is dan wel dat wanneer de schenker binnen de periode van drie jaar overlijdt, dat de fiscus op die schenking wel nog erfbelasting aanrekent (die hoger is dan de schenkbelasting). Die periode van drie jaar wordt verlengd naar vier jaar. Zo wil de Vlaamse regering meer mensen aanmoedigen om hun schenkingen te registreren en de schenkbelasting te betalen.

Het is overigens een slecht idee om schenkingen niet aan te geven. Labeeuw: ‘Iedere begiftigde moet elke schenking die niet registreerd werd en die gedaan werd binnen de drie of vier jaar voor het overlijden eigenlijk spontaan aangeven. De Vlaamse belastingadministratie kan eventueel een bankonderzoek doen, waaruit die niet geregistreerde schenking blijkt. Dat gebeurt niet zoveel, maar het niet aangeven is wel fraude.’

Luc Tayart de Borms (Koning Boudewijnstichting): ‘Ook zonder duolegaat kunnen mensen geld nalaten aan goede doelen’

Vreest u door de afschaffing van het duolegaat een significante daling van het aantal legaten?

Luc Tayart de Borms: Het is vooralsnog onduidelijk hoe het stopzetten van de duolegaten in de praktijk zal worden uitgevoerd. Daardoor is het ook moeilijk in te schatten wat de impact zal zijn. We merken wel dat het idee om een deel van je middelen te schenken of legateren aan een goed doel de voorbije jaren terrein heeft gewonnen. We verwachten niet dat het wegvallen van het duolegaat die trend helemaal zal keren. Het is natuurlijk moeilijk te voorspellen hoeveel mensen zullen vasthouden aan het voornemen een deel van hun vermogen na te laten aan het goede doel. Voor ons is het altijd essentieel geweest dat mensen – ook bij een duolegaat – een filantropische motivatie hebben. Een eventuele fiscaalvriendelijke oplossing voor andere erfgenamen kon daarbij een neveneffect zijn, maar niet de hoofdzorg.

Er is nog altijd een voorkeurtarief van 8,5 procent voor erfenissen aan goede doelen. Is dat voldoende om mensen te stimuleren goede doelen op te nemen in hun testament?

Tayart de Borms: We behandelen een tachtigtal nalatenschappen per jaar. Uiteraard blijft het mogelijk iets na te laten aan het goede doel, zonder daar andere erfgenamen bij te betrekken. Nu ontstaat soms de perceptie dat je alléén via een duolegaat iets kunt nalaten aan een goed doel. Dat is dus niet zo. De grote meerderheid van de fondsen die de Koning Boudewijnstichting beheert, is er gekomen zonder duolegaat.

Bent u voorstander van een nultarief, zoals dat in andere landen bestaat?

Tayart de Borms: Alle maatregelen die ertoe leiden dat er meer private middelen naar het algemeen belang gaan, zijn in principe aan te moedigen. Maar de Koning Boudewijnstichting doet nooit aan actieve lobbying daarover.

Ziet u nog andere mogelijkheden om schenkingen of erfenissen aan goede doelen te stimuleren?

Tayart de Borms: Onze ervaring is dat mensen meer worden gestimuleerd door het voorbeeld van anderen of door te vernemen wat met de middelen kan worden bereikt op het terrein. Dat stimuleert meer dan het tarief van de erfbelasting. Daarom maken wij de verhalen over filantropie bekend waar mogelijk, maar we respecteren de wens van de filantropen als ze discreet of zelfs volledig anoniem willen blijven. In onze cultuur is dat vaak het geval.

Zou het niet efficiënter zijn mocht al het geld dat nu naar filantropie vloeit rechtstreeks naar de overheid gaan?

Tayart de Borms: Het is nooit het beleid van de Koning Boudewijnstichting geweest om actief fondsen te werven, maar we vinden het wel onze rol om de filantropie te promoten en vooral duidelijk te maken welke rol ze kan spelen in de samenleving. Want een legaat aan een goed doel – hoewel er een voorkeurtarief qua erfrechten voor geldt – mag dus niet worden gepercipieerd als een ‘onttrekken van geld aan het algemeen belang’. Het is net geld dat zal worden ingezet voor het algemeen belang, complementair aan wat overheden doen. Veel goede doelen nemen op een gespecialiseerde en efficiënte manier taken op zich voor het algemeen belang.

Als er niets meer overblijft voor het goede doel

Of u nu iets wilt geven aan een vriend of een goed doel, u houdt er maar beter rekening mee dat u meestal niet uw hele vermogen kunt wegschenken of nalaten. Dat heeft alles te maken met de ‘wettelijke reserve’, het deel van uw vermogen waarop de zogenaamde ‘reservataire erfgenamen’ aanspraak kunnen maken. Dat zijn de langstlevende gehuwde partner, de kinderen of de kleinkinderen (wanneer het kind al is overleden). Het deel waarop zij samen aanspraak kunnen maken, werd door de vorige Vlaamse regering teruggebracht tot de helft van het vermogen. Over de andere helft kunt u zelf vrij beschikken. Advocate Nathalie Labeeuw: ‘Ouders die nog iets willen nalaten aan een vriend, een ver familielid of een goed doel moeten er dus wel voor zorgen dat hun eigen beschikbare deel voldoende groot blijft. Zeker als er al schenkingen werden gedaan aan bijvoorbeeld de kinderen kan het daar al eens mislopen.’

Dat komt omdat ouders de keuze hebben tussen een schenking als voorschot op de erfenis of een schenking buiten erfdeel. Bij een schenking als voorschot op de erfenis is er geen probleem: het kind krijgt een vermogen geschonken dat sowieso deel uitmaakt van zijn latere erfdeel. Maar bij een schenking buiten erfdeel ligt dat anders: daar schenken de ouders al een deel van hun beschikbare reserve weg. Zo’n schenking buiten erfdeel laat bijvoorbeeld toe om aan het ene kind meer na te laten dan aan het andere. Labeeuw: ‘Het komt geregeld voor dat ouders aan hun kinderen schenkingen doen buiten erfdeel, ook al doen ze aan al hun kinderen dezelfde schenking en is er dus geen reden om te kiezen voor een schenking buiten erfdeel. Maar als zo een groot deel van het vermogen wordt weggeschonken, kunnen de ouders op het einde van hun leven vaststellen dat er van hun beschikbare deel niets meer overblijft om na te laten aan een goed doel of een andere erfgenaam. Nochtans kan dat perfect worden vermeden met een schenking als voorschot op de erfenis.’

Een jaar langer wachten op belastingvrije schenking

De Vlaamse regering heeft ook beslist om de verdachte periode bij schenkingen te verlengen van drie naar vier jaar. De schenking van roerende goederen (zoals geld of juwelen) kan worden geregistreerd bij een notaris. Dan moet er wel meteen schenkbelasting worden betaald: 3 procent voor schenkingen in rechte lijn (zoals aan de kinderen of de partner) en 7 procent voor schenkingen aan andere personen. Het is mogelijk om aan de schenkbelasting te ontsnappen door de schenking niet te registreren, en bijvoorbeeld het geld zonder verdere formaliteiten over te schrijven. Het nadeel is dan wel dat wanneer de schenker binnen de periode van drie jaar overlijdt, dat de fiscus op die schenking wel nog erfbelasting aanrekent (die hoger is dan de schenkbelasting). Die periode van drie jaar wordt verlengd naar vier jaar. Zo wil de Vlaamse regering meer mensen aanmoedigen om hun schenkingen te registreren en de schenkbelasting te betalen.

Het is overigens een slecht idee om schenkingen niet aan te geven. Labeeuw: ‘Iedere begiftigde moet elke schenking die niet registreerd werd en die gedaan werd binnen de drie of vier jaar voor het overlijden eigenlijk spontaan aangeven. De Vlaamse belastingadministratie kan eventueel een bankonderzoek doen, waaruit die niet geregistreerde schenking blijkt. Dat gebeurt niet zoveel, maar het niet aangeven is wel fraude.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content