‘Na drie maanden zullen veel gastgezinnen hun Oekraïners op straat zetten’

Maar een kwart van de geregistreerde Oekraïners zou via Fedasil opvang hebben gezocht. © IDAgency
Ann Peuteman
Ann Peuteman Redactrice bij Knack

Toen de overheid mensen opriep om Oekraïense vluchtelingen in huis te nemen, werd daar massaal op gereageerd. Maar door de gebrekkige voorbereiding en ondersteuning loopt al die solidariteit in de praktijk weleens mis. Her en der dropt een gastgezin zijn Oekraïners zelfs bij de gemeente omdat het echt niet lukt.

Begin maart reed S. samen met zijn vriend W. naar de Pools-Oekraïense grens om er ingezamelde kleren, dekens, voedingswaren en toiletspullen af te leveren. Daar raakten ze aan de praat met een wanhopige moeder die samen met haar twee tieners uit Oekraïne was gevlucht. Geroerd door haar verhaal stelden ze voor om hen een lift naar België te geven. Pas onderweg spraken ze af dat S., die zelf ook tienerkinderen heeft, de Oekraïners mee naar huis zou nemen. Maar al snel bleek het allesbehalve makkelijk te zijn om met drie volwassenen en vier pubers in een rijhuis met drie slaapkamers te wonen. Toen de kettingrokende zoon van de Oekraïense vrouw om twee uur ’s nachts beschonken thuiskwam, was de maat vol. ‘Wij hebben een vrouw met een zoon (17) en een dochter (15). Iemand plaats?’ postte S. vorige week in een Facebookgroep voor mensen die Oekraïense vluchtelingen willen helpen.

Gastgezinnen zijn een soort verhuurders. Het is niet de bedoeling dat ze maatschappelijk werker spelen of hun gasten gaan controleren.

Nils Luyten van vzw Orbit

Het gebeurt wel vaker dat gastgezinnen vastlopen in hun goede bedoelingen. Dat komt meestal doordat de realiteit niet aan hun verwachtingen beantwoordt en ze ook niet weten waar ze terechtkunnen als ze problemen ondervinden. Dat geldt zeker voor de allereerste gezinnen die Oekraïners in huis namen. ‘Toen staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi (CD&V) de Belgen opriep om zich via #Plekvrij als gastgezin te melden, kregen mensen de indruk dat er een heel systeem was opgezet en dat ze ondersteuning zouden krijgen’, zegt Nils Luyten van vzw Orbit, een organisatie die burgerinitiatieven ondersteunt die werken rond huisvesting voor erkende vluchtelingen. ‘In werkelijkheid was er op dat moment nog niet meer dan een hashtag.’

Omdat de steden en gemeenten zelf nog met heel veel vragen zaten, moesten die eerste gastgezinnen haast alles zelf uitzoeken. Zoals R., die in een landelijke gemeente in West-Vlaanderen woont. Twee weken nadat ze zich via #Plekvrij had gemeld, werd er onverwacht aangebeld. Voor de deur stond een jonge Oekraïense vrouw met een baby in haar armen. ‘Hier zijn uw gasten!’ glunderde de medewerker van het OCMW die hen vergezelde. R. wist niet wat haar overkwam. Vandaag zijn er nog altijd plekken waar het zo toegaat, maar de meeste steden en gemeenten hebben ondertussen wel een systeem uitgewerkt om gastgezinnen beter voor te bereiden en te begeleiden.

Op steeds meer plaatsen worden de potentiële gastvrouwen en -heren die zich bij #Plekvrij melden vooraf gescreend. Meestal gebeurt dat telefonisch. ‘We checken onder meer of ze zich wel goed realiseren wat het betekent om vluchtelingen op te vangen, of ze zich voor minstens drie maanden kunnen engageren en waar ze hun gasten te slapen willen leggen’, zegt de Gentse schepen van Sociaal Beleid Rudy Coddens (Vooruit). Net als in de meeste andere steden die zo’n screening hebben ingevoerd, valt meer dan een derde dan af. Soms is dat omdat mensen niet de juiste beweegredenen blijken te hebben. Zo worden alleenstaande mannen die expliciet om een jonge, ongetrouwde Oekraïense vrouw vragen meteen van de lijst geschrapt. Maar veruit de meeste mensen die worden weerhouden, komen zelf tot de conclusie dat hun huis of gezinssituatie toch niet zo geschikt is. ‘Aanvankelijk hadden wij dertig kandidaat-gastgezinnen’, zegt de Anzegemse schepen van Zorg en Welzijn Davy Demets (Inzet Anzegem). ‘Vaak meldden die mensen zich uit medelijden met al die lieve vrouwen en kinderen die ze op tv zagen. Maar zodra ze vernamen wat er allemaal bij komt kijken en dat de opvang maanden of misschien zelf jaren kan duren, bleven er maar vijftien meer over. Hen zullen we pas inschakelen als onze collectieve opvang volzet is.’

Zo’n screening is natuurlijk geen garantie dat het gastgezin en de gasten ook bij elkaar passen. ‘Vandaag wordt er amper geïnformeerd naar de voorkeuren van potentiële gastgezinnen of de specifieke behoeften van de Oekraïners’, weet Luyten. ‘Van matching is dus geen sprake: gastgezinnen en gasten worden meestal willekeurig aan elkaar gekoppeld.’ En dat blijkt nogal eens voor kleine en grotere problemen te zorgen. Zo kwam een Oekraïense vrouw met haar twee katten aanzetten terwijl een van de kinderen van haar gastgezin allergisch is. Elders werd een oudere vrouw die erg slecht ter been is, toegewezen aan een koppel in een bel-etagewoning.

Een informeel circuit

In principe registreren Oekraïners zich bij de dienst Vreemdelingenzaken in Brussel. Daarna worden ze doorverwezen naar een gemeente waar plaats is in een collectieve opvangvoorziening of bij particulieren die zich hebben aangemeld via #Plekvrij. Maar lang niet alle Oekraïners die vandaag in België verblijven, zijn op die manier bij een gastgezin terechtgekomen. Zodra begin maart bekend werd dat er in Brussel lange rijen voor het registratiecentrum stonden aan te schuiven, reden goed menende Vlamingen erheen om die mensen een slaapplaats aan te bieden. Anderen reisden zelfs helemaal naar Polen om er vluchtelingen op te halen.

Wie langs officiële weg Oekraïners opvangt, wordt vooraf gescreend en weet beter waar hij of zij aan begint.

Niemand weet precies hoeveel mensen via dat informele circuit bij gastgezinnen zijn beland. Volgens een schatting van de krant De Tijd zou maar een kwart van de 31.000 geregistreerde Oekraïners via Fedasil opvang hebben gezocht. De rest is ingetrokken bij Oekraïense familieleden of kennissen die voor de oorlog al in ons land verbleven, of is op een alternatieve manier bij een Belgisch gastgezin beland. ‘Het is vooral bij die laatste groep dat we de eerste problemen zien opduiken’, zegt Coddens. ‘Wie langs officiële weg Oekraïners opvangt, wordt vooraf gescreend en weet beter waar hij of zij aan begint. Bovendien krijgt zo’n gezin informatie en gaat er iemand op plaatsbezoek zodra de gasten er wonen. Daardoor is de kans veel kleiner dat het uiteindelijk fout loopt. We willen al die mensen uit het informele circuit dan ook zo snel mogelijk naar de oppervlakte halen zodat ook zij de zo nodige begeleiding en ondersteuning kunnen krijgen.’

Controle en betutteling

Of ze nu de officiële weg hebben gevolgd of niet, nogal wat gastgezinnen hadden zich het samenleven met hun Oekraïense gasten toch een beetje anders voorgesteld. ‘Velen dachten dat ze meteen behoefte zouden hebben aan een goed gesprek of zin zouden hebben om samen leuke dingen te doen, maar dat is meestal niet zo. Die mensen zijn hier niet op kamp. Voor sommige gastgezinnen is dat toch wel een teleurstelling’, zegt psychotherapeute Ada Van Moorhem, die onelinesessies organiseert voor gastgezinnen die met vragen of problemen zitten. Dat geldt ook voor een koppel zestigers dat twee jonge vrouwen en hun drie kinderen opvangt in de slaapkamers die vroeger van hun kinderen waren. Ze hadden zich enorm verheugd op het gezelschap. Eindelijk weer wat leven in huis. Maar tot hun grote ergernis komen hun gasten alleen uit hun kamers om te douchen of naar het toilet te gaan. Toen een van de zussen na een paar dagen vroeg of ze ook op hun kamer mochten eten, schoot de gastheer uit zijn krammen. ‘Dat is nochtans heel normaal gedrag’, legt Van Moorhem uit. ‘Mensen die uit een oorlog zijn gevlucht, moeten zich geborgen kunnen voelen. Dat wil zeggen dat ze een eigen leefruimte nodig hebben waar ze zich terug kunnen trekken, hun eigen huishouden kunnen doen en liefst ook zelf kunnen koken. Bij de meeste gastgezinnen is dat natuurlijk niet zo.’

Veel frictie ontstaat ook doordat sommige Belgen er alles aan willen doen om de mensen die ze opvangen zowel op praktisch als emotioneel vlak te helpen. ‘Doordat alles zo snel, ongeregeld en zonder al te veel ondersteuning door Vlaanderen is verlopen, komt veel op de schouders van die gastgezinnen terecht’, zegt Luyten. ‘Terwijl zij eigenlijk alleen een soort verhuurders zouden moeten zijn. Het is niet de bedoeling dat ze maatschappelijk werker spelen of hun gasten gaan controleren.’

Nochtans is dat wat vaak gebeurt. Om het allemaal een beetje leefbaar te houden, worden er meestal huisregels afgesproken en sommige gastgezinnen gaan daar – met de beste bedoelingen – ver in. Vooral als hun gasten jong zijn, hebben ze weleens de neiging om hen te betuttelen. Zo kregen twee twintigers die bij een echtpaar introkken meteen te horen dat ze elke avond voor tien uur thuis moesten zijn, geen alcohol mochten drinken en ’s ochtends op een fatsoenlijk uur moesten opstaan. Allemaal voor hun eigen goed. Na een week verhuisden de jonge vrouwen naar kennissen in een andere stad. ‘Er is niets mis mee om duidelijke afspraken te maken over huishoudelijke taken, zoals de afwas of wie de vuilnisbakken buitenzet’, zegt Nils Luyten. ‘Maar het kan echt niet dat je tegen die mensen zegt hoe laat ze thuis moeten zijn. Uiteindelijk ben je hun moeder niet.’

Voorlopig blijft het in de meeste gevallen bij ergernissen en af en toe een woordenwisseling, maar her en der groeit het ongenoegen toch ‘Oorlogsvluchtelingen vertonen vaak gedrag dat voor buitenstaanders moeilijk te begrijpen valt’, verduidelijkt Van Moorhem. ‘Bovendien komen ze vaak terecht in gezinnen die op mentaal vlak nog niet helemaal van de coronacrisis zijn hersteld. Nu hoeven die wederzijdse ergernissen helemaal geen breekpunt te zijn, maar dan moeten die mensen wel ondersteuning krijgen. Eigenlijk zou elke gemeente een gespecialiseerde psychotherapeut moeten aanstellen om gastgezinnen op te volgen.’

Weer op straat

In Nederland duiken er in de media al weken getuigenissen op van opvanggezinnen die er de brui aan geven. Bij ons deed tot nu toe alleen een gastvrouw uit Merchtem openlijk haar beklag. Op Radio 2 vertelde ze dat haar tijdelijke huisgenoten er niet alleen zonder iets te zeggen vandoor waren gegaan, maar ook een smeerboel hadden achtergelaten. ‘Dat bleken achteraf geen Oekraïners te zijn, maar andere migranten die hoopten op die manier snel een verblijfskaart te krijgen’, zegt de Merchtemse integratieambtenaar Renaat Schoukens. ‘Tijdens een chaotische migratiecrisis zien we dat soort opportunisme wel vaker.’ De teleurgestelde gastvrouw verwees nog naar andere opvanggezinnen uit Merchtem die het volgens haar moeilijk hadden. ‘Er zijn inderdaad nog twee gezinnen waar de opvang door misverstanden stroef verliep en uiteindelijk werd stopgezet’, zegt Schoukens. ‘De Oekraïners in kwestie hebben meteen een andere verblijfsplaats gekregen.’

Veel lokale besturen hebben geen idee wat ze moeten aanvangen met Oekraïners die niet langer bij hun opvanggezin mogen of willen blijven. ‘Af en toe zijn er gastgezinnen die Oekraïners bij de gemeente gaan afzetten omdat het niet meer lukt’, zegt Luyten. ‘In veel gevallen stuurt het gemeentebestuur die mensen dan terug naar Brussel om zich opnieuw te registreren. Dat is niet de bedoeling. Zodra een vluchteling in een gemeente is geregistreerd, is dat bestuur verantwoordelijk en moet het dus ook voor een plan B zorgen als de opvang in het eerste gezin misloopt.’

Zelfs als alles goed gaat, blijft particuliere opvang natuurlijk een tijdelijke oplossing. Van gezinnen die zich aanmelden, wordt wel gevraagd dat ze hun gasten minstens drie maanden lang onderdak bieden. ‘Ik vrees dat veel van die gastgezinnen hun Oekraïners na die drie maanden op straat zullen zetten’, zegt Van Moorhem. ‘Aangezien er een groot tekort is op de huurmarkt, zullen al die mensen tegen die tijd echt nog geen woning hebben gevonden. Ideaal is dat ze dan kunnen verhuizen naar een collectieve opvangvoorziening, waar ze langere tijd mogen blijven. Daar hebben ze hun eigen ruimte, kunnen ze steun vinden bij elkaar en worden ze bijgestaan door hulpverleners die ervaring hebben met vluchtelingen en trauma’s. Alleen is de kans groot dat er over een kleine drie maanden nog niet genoeg collectieve opvangplaatsen zullen zijn. Zeker omdat er nog altijd vluchtelingen bijkomen.’

Nu hebben sommige steden en gemeenten van meet af aan de voorkeur gegeven aan collectieve opvang en gebruikten ze gastgezinnen alleen als back-up. Andere besturen hebben de meeste Oekraïners wel bij gezinnen ondergebracht, maar bouwen ondertussen alternatieve opvang uit in collectieve centra of individuele woningen. ‘Het grote probleem is dat de overheid al die voorzieningen achteraf weer afbouwt’, zegt Nils Luyten. ‘Telkens als er zich een volgende crisis voordoet – en het is nu wel duidelijk dat dat zal blijven gebeuren – moet er weer worden geïmproviseerd. Dat is absurd. We zouden over heel Vlaanderen een aanbod van starters- of doorgangswoningen moeten hebben dat in tijden van crisis kan worden geactiveerd. Tussendoor kunnen die worden gebruikt voor sociale huisvesting of noodopvang voor mensen wier huis om de een of andere reden onbewoonbaar is geworden. Anders zal de overheid bij een volgende crisis wéér een beroep op haar burgers moeten doen om vluchtelingen op te vangen.’

‘OP PAASDAG BRENGT IEDEREEN ZIJN OEKRAÏENERS MEE’

Fotograaf Bas Bogaerts nam niet alleen zelf Oekraïners in huis, maar bracht ook vluchtelingen onder bij vijftien andere gastgezinnen.

'Na drie maanden zullen veel gastgezinnen hun Oekraïners op straat zetten'
© Jelle Vermeersch

Bas Bogaerts en Eva Schampaert (rechts op de foto) uit het Oost-Vlaamse Nevele zijn al aan hun tweede gezelschap Oekraïense gasten toe. Bogaerts heeft zich zelfs tot matchmaker voor vluchtelingen en onthaalgezinnen ontpopt. Daartoe doet hij niet alleen een beroep op zijn Gentse netwerk, maar schakelt hij ook zijn familie in. ‘Ons eerste gezin verblijft intussen bij mijn ouders en dat gaat prima’, vertelt hij. ‘Vandaag ben ik met hen naar het gemeentehuis gegaan om hun verblijfskaart te regelen. Zelf hebben we nu een kinderloos koppel uit Charkiv te gast, en bij mijn broer in Anderlecht staat een kamer klaar voor een documentairemaakster die naar België op weg is. Een perfecte match aangezien mijn broer zelf filmmaker is. Als we zondag met de hele familie Pasen vieren bij mijn ouders, brengen we allemaal onze Oekraïners mee.’

Spontane opvang gebeurt zonder enige screening. Houdt dat geen risico’s in voor beide partijen?

Bas Bogaerts: Een beleidsrecept is het natuurlijk niet. Er is behoefte aan goed gestructureerde en gecontroleerde opvang. Maar zeker in het begin van de crisis was er geen coherent opvangbeleid. Fedasil en de dienst Vreemdelingenzaken werden totaal overrompeld. Vluchtelingen konden zich alleen tijdens de kantooruren registreren en er was geen permanentie voor mensen die ’s avonds of in het weekend arriveerden. Daardoor waren ze vaak aangewezen op burgers die hen spontaan onderdak aanboden. Ons eerste gezin is in Nevele beland via een Letse vrouw die vluchtelingen die in de buurt van het Brusselse Zuidstation rondhingen aan een slaapplek probeerde te helpen. Veel gebeurde uit idealisme, maar zo’n situatie trekt ook sujetten met minder fraaie bedoelingen aan.

Vijftien opvangplekken is best veel. Loopt het overal even vlot?

Bogaerts: Ik heb geen weet van echte problemen. Al is het natuurlijk wel een grote stap, want je haalt tenslotte onbekenden in huis. Zelf delen we onze keuken, badkamer, woonkamer en tuin met onze Oekraïners. We hebben een set knalgeel badlinnen voor hen gekocht – een goede tip voor de sanitaire cohabitatie. Onze zoon en dochter hebben hun kamer opgegeven en hebben met hun matrassen een nestje in mijn bureau gebouwd. Dat is allemaal ingrijpend, maar met wederzijds begrip en flexibiliteit kom je ver. Gisteren keerden onze Oekraïners van de supermarkt terug met twee extra trappisten. Door die samen met ons op te drinken, konden ze hun erkentelijkheid tonen. Een financiële bijdrage vragen we niet en dat zullen we ook niet doen als ze straks een leefloon krijgen.

Staat er een einddatum op jullie gastvrijheid?

Bogaerts: Nee, ze mogen blijven zolang dat nodig is. Al willen ze eigenlijk maar één ding: naar hun land terugkeren. Helaas is dat het enige wat we hen niet kunnen geven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content