Na de veroordeling van Jeff Hoeyberghs: moeten we af van de seksismewet?
Is de veroordeling van plastisch chirurg Jeff Hoeyberghs wegens seksisme en aanzetten tot haat, discriminatie en geweld jegens vrouwen echt een aanfluiting van het recht op vrijheid van meningsuiting? Juridische experts zijn verdeeld. Maar áls het al het geval is, dan treft niet de rechter maar wel de wetgever blaam.
Plastisch chirurg Jeff Hoeyberghs krijgt een lichtere straf in beroep: een geldboete van 1000 euro. Hoeyberghs werd door de correctionele rechtbank van Gent veroordeeld tot tien maanden cel waarvan de helft met uitstel en een geldboete van 8.000 euro voor seksisme en discriminatie na zijn uitspraken aan de UGent in 2019. Hij is nu door het Gentse hof van beroep voor het grootste deel vrijgesproken, slechts drie tenlasteleggingen bleven overeind. Lees hier meer.
Een ‘inspirerende getuigenis’, zo noemde plastisch chirurg Jeff Hoeyberghs zijn betoog voor de studentenclub KVHV aan de Universiteit Gent in 2019. De twee uur durende rant getiteld ‘Dokter Jeff Hoeyberghs: onversneden’ was ook op Facebook te volgen. Hier volgt een beknopte bloemlezing. Hoeyberghs omschreef een vrouwelijke doctoraatsstudente als ‘zo’n pront narcistisch dingske, blauwe oogskes, tietjes’. Een vrouwelijke wetenschapper was ‘een schoon voorbeeld van hoe het misloopt, hè. We hadden hier een of andere Van Broeckhoven in den tijd, da was ook zo’n halfwassen “wetenschapster”.’ Moeder van kinderen met autisme? ‘Da’s het Foetal Alcohol Syndrome. Als ge zuipt tijdens de zwangerschap, da’s wat ge krijgt. Er zijn er veel, hè. Ik herken zo, hè, al mijn autistische vrouwelijke patiënten.’ Ook vergeleek Hoeyberghs vrouwen met koeien en honden. ‘Ge weet niet hoe vuil een wijf is. Hebt gij al eens een hond in huis gehad? Awel, voor wat een wijf vuil maakt, moet ge vijf honden in huis hebben.’ En hij hield zijn enthousiaste publiek zaken voor als: ‘vrouwen willen wel de privileges van de mannelijke bescherming en het mannelijke geld, maar ze willen niet meer hun benen opendoen’, ‘vrouwen zijn lui’, ‘de beste vrouwen zijn ontmaagd rond hun 14e. Al wat dat rond hun 20-21 maagd was, leert het nooit nog.’ Kinderen van alleenstaande moeders zijn volgens Hoeyberghs ‘het uitschot van de maatschappij’, en over een klasgenootje van zijn jongste zoon vertelde hij dat hij haar na schooltijd wilde opwachten, ‘met een paar man, als ze naar huis rijdt’. Dan zou hij haar ‘van haar fiets trekken, allebei haar banden platsteken, haar kabaske pakken, dat volledig in de goot uitschudden en dan zou ik de briquet van mijn pa pikken en haar sjakoske in brand steken’.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft al bij herhaling duidelijk gemaakt dat aanzetten tot haat, geweld of discriminatie, of haatspraak, géén aanspraak maakt op bescherming door het recht op expressievrijheid.
Een en ander kwam de plastisch chirurg op een veroordeling te staan wegens seksisme, op grond van de seksismewet uit 2014, en aanzetten tot haat, geweld en discriminatie jegens vrouwen, op grond van de genderwet uit 2007. De rechter tilde zwaar aan de feiten en sprak van ‘langdurige, welgemikte, herhaalde, bijzonder gore en vulgaire, vrouwonvriendelijke en haatdragende uitspraken, die psychisch en fysiek geweld tegen vrouwen in de hand werken’.
Als verzwarende omstandigheden golden een afwezig schuldbesef, het feit dat Hoeyberghs als arts beter zou moeten weten, en dat hij als publieke figuur ‘vaak en graag’ in de media komt. Want als het over expressievrijheid gaat, is het goed eraan te herinneren dat iedereen privé kan zeggen wat hij wil. Hoeyberghs kreeg van de rechter tien maanden cel waarvan de helft met uitstel, een geldboete en vijf jaar verlies van burgerrechten. Een straf die zodanig zwaar is dat ook sommige voorstanders van de handhaving van de seksismewet er vraagtekens bij plaatsen.
Hoeyberghs gaat tegen zijn veroordeling in beroep en noemt zichzelf het slachtoffer van een linkse rechtbank en een politiek gemotiveerd vonnis. Onder de hashtag #fascistischestaatsgreep – tijdens zijn verhoor met de politie sprak hij over ‘een geoliede internationale communistische machine’ – gewaagde hij van ‘oorlogsverklaringen aan het democratische volk’.
Laakbaar
De veroordeling van mediafiguur Hoeyberghs oogstte zowel instemming als protest. Dat laatste kwam veelal van mensen die zeggen het inhoudelijk weliswaar niet met de man eens te zijn, maar principieel bezwaar maken tegen het strafbaar stellen van wat zij, grosso modo, als louter weerzinwekkende meningen beschouwen.
‘Dat is natuurlijk de paradox’, zegt Jogchum Vrielink, professor discriminatierecht (Universiteit Saint-Louis) en scherp criticus van de seksismewet. ‘Weinig mensen zijn verder verwijderd van mijn gedachtegoed, maar sinds het vonnis zit ik die man de facto op procedurele gronden te verdedigen. Terwijl dat eigenlijk het laatste is wat ik wil doen.’ (lacht)
Onder politici kwam de kritiek vooral uit rechtse en extreemrechtse hoek – kritiek die zich goed laat samenvatten met een tweet die N-VA-voorzitter Bart De Wever verstuurde: ‘Uitspraken Hoeyberghs waren dom en schandalig. Maar laakbaar is iets anders dan strafbaar? Vrijheid kan niet worden beschermd door ze in te perken.’ Vlaams Belangvoorzitter Tom Van Grieken deed er nog een schepje bovenop met de stelling dat ‘de vrijheid van mening absoluut moet zijn’.
Onbegrensde expressievrijheid bestaat echter in geen enkel land ter wereld, zegt professor Vrielink. ‘Het meest absolute systeem is wellicht dat van de Verenigde Staten, maar ook daar bestaan er klassieke beperkingen, bijvoorbeeld op het vlak van laster, op de vrijheid van meningsuiting, bedoeld om de vrijheid en rechten van anderen te beschermen.’ Vrielink vindt zelf ook dat een aantal zaken, ‘zoals aanzetten tot geweld, uiteraard, strafbaar moeten zijn’, en zelfs dat sommige dingen die Jeff Hoeyberghs tijdens zijn lezing zei daarvoor in aanmerking kunnen komen. ‘De passage over het meisje uit de klas van zijn zoon vind ik een vorm van aanzetten tot geweld. En ik vind het ook niet bizar dat je daarvoor juridisch op de vingers wordt getikt. Maar daarvoor hebben we geen seksismewet nodig.’
Professor kerkelijk recht en opiniemaker Rik Torfs, net als Vrielink een verklaard tegenstander van de seksismewet, tweette in verband met de zaak- Hoeyberghs dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) ook meningen beschermt die ‘kwetsend, schokkend of verontrustend zijn’. Dat klopt, zegt emeritus professor Dirk Voorhoof, verbonden aan het Centrum voor Mensenrechten van de UGent. ‘De grenzen aan de vrije meningsuiting zijn niet jouw subjectieve gevoelens. Dat zou te makkelijk zijn. De grens is het bewust, herhaaldelijk en zonder ambiguïteit aanzetten tot haat, discriminatie of geweld tegenover personen of groepen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft al bij herhaling duidelijk gemaakt dat aanzetten tot haat, geweld of discriminatie, of haatspraak, géén aanspraak maakt op bescherming door het recht op expressievrijheid.’
En laat de rechtbank de publieke tirade van Hoeyberghs nu maar net – onder meer – als haatspraak bestempelen.
Lul vs. mossel
De zaak-Hoeyberghs geldt als de eerste grote vuurproef van de seksismewet. Die wet ’ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte’ werd in 2014 door het parlement goedgekeurd in het klimaat van morele verontwaardiging dat was ontstaan na de documentaire Femme de la rue. Daarin liet toenmalig studente Sofie Peeters zien hoe ze als vrouw in Brussel elke dag op straat werd lastiggevallen en geïntimideerd door mannen. De seksismewet is een aanvulling op de genderwet uit 2007, die discriminatie op basis van geslacht bestrijdt.
In 2014 kwam er meteen al verzet van juristen, maar ook van filosofen, schrijvers en zelfs feministen voor wie het begrip ‘seksisme’ in de wet te vaag en te ruim is gedefinieerd. Burgers zouden daardoor niet weten waaraan ze zich moeten houden. Strafbaar seksisme is volgens de wet elk gebaar of elke handeling bedoeld om iemand te minachten of als minderwaardig te beschouwen vanwege zijn geslacht, of te reduceren tot zijn geslachtelijke dimensie.
Tegenstanders van de wet spanden een vernietigingsberoep aan bij het Grondwettelijk Hof, maar dat veegde hun bezwaren in 2016 van tafel. De seksismewet bleef overeind, en het Hof stelde verder ook dat de wet de persoonlijke waardigheid wil beschermen, en niet grappen, reclame, pamfletten en meningen wil verbieden – ook niet als ze over de rollen van mannen en vrouwen gaan. Voorstanders van de wet vinden de herhaalde kritiek van mensen als Vrielink en Torfs naar aanleiding van de zaak-Hoeyberghs dan ook weinig sportief en mosterd na de maaltijd.
‘Maar dat het Grondwettelijk Hof er geen graten in zag,’ zegt Jogchum Vrielink, ‘heeft destijds veel mensen verrast. Het is voor mij ook geen indicator dat de seksismewet een goede wet is of überhaupt toepasbaar is. Er bestaat in de juridische wereld, onder vrouwelijke en mannelijke juristen, nog altijd een vrij grote consensus dat het een slechte wet is.’
Ook juriste en onderzoekster Sofie Royer (KU Leuven) is van die strekking. Zij schreef vorige week in een opiniestuk op Knack.be dat met de seksismewet iemand op Twitter ‘een lul’ noemen zomaar strafbaar kan worden gesteld. Het hangt er allemaal van af in welke context, nuanceert Elke Cloots, docent mediarecht aan de Universiteit Antwerpen en advocate van het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, dat zich burgerlijke partij had gesteld in de zaak-Hoeyberghs, net zoals de Universiteit Gent. ‘Er is een zaak geweest waarin een overste een politieagente “een mossel” had genoemd, maar dat is door de rechter niet als seksisme aanvaard omdat de man het woord “mossel” te pas en te onpas gebruikte.’
En toch, vervolgt Vrielink. ‘Nu wordt deze wet toegepast op mensen die we collectief weinig sympathiek vinden. Maar als het strafbaar is om iemand te reduceren tot zijn geslachtelijke kenmerken, dan komen bijvoorbeeld ook allerlei feministische organisaties in het vizier. Als die wat provocerende, emancipatoire slogans zouden gebruiken, bestaat ook het risico dat zij voor een rechtbank zouden worden gedaagd.’
Heksenjacht
N-VA en Vlaams Belang vragen naar aanleiding van de zaak-Hoeyberghs dat de seksismewet op de schop gaat of minstens heel kritisch tegen het licht wordt gehouden. Toch valt op dit moment moeilijk hard te maken dat de seksismewet op grote schaal tot censuur leidt. Ondanks het vermeende ‘belachelijk ruime’ toepassingsgebied heeft de wet uit 2014 tot dusver slechts een handvol veroordelingen opgeleverd. Het gaat om vier vonnissen, meestal met in de hoofdrol politieagentes die tijdens controles te maken kregen met seksistische, intimiderende taal en dreigend gedrag van mannen.
‘Er is het voorbeeld van een agressieve bestuurder die door een agente op de bon werd gegooid wegens een verkeersovertreding. De man werd veroordeeld tot een geldboete’, zegt Dirk Voorhoof. ‘En in 2019 werd een man veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf en een boete van 600 euro. Hij had vanuit een voorbijrijdende auto een vrouw seksueel bedreigd en beledigd, en haar ook een klap in het gezicht gegeven toen ze afwijzend reageerde op zijn seksistische uitingen.’
Van een heksenjacht op seksisten, zoals tegenstanders als Vrielink en Torfs in 2014 voorspelden, is hoegenaamd geen sprake, zegt Voorhoof. ‘Schrijver Herman Brusselmans is niet vervolgd, de nummers van Serge Gainsbourg zijn niet verboden, stationsromannetjes boordevol seksistische stereotypen zijn niet uit de rekken gehaald. De wet maakt heus niet van iedereen een seksist.’ Voorhoof, van bij de start een voorstander van de seksismewet, vindt dat critici in deze kwestie de essentie over het hoofd lijken te zien, namelijk dat de wet bedoeld is als instrument in de strijd tegen ‘een alarmerend maatschappelijk fenomeen’ waarmee helaas nog heel veel vrouwen te maken hebben.
De seksismewet is ook zeker geen overbodige wet, vult advocate Elke Cloots aan. Zij is het niet eens met de stelling dat andere, meer ‘klassieke’ beperkingen op de vrijheid van meningsuiting ruimschoots kunnen volstaan om de rechten van vrouwen in situaties van seksuele intimidatie te beschermen. ‘De zaken met de vrouwelijke politieagenten hadden zonder de seksismewet niet kunnen worden vervolgd. Het ging daar niet om aanzetten tot haat, discriminatie of geweld: het seksisme gebeurde gewoon in het gesprek met de agente. Denk ook aan mannen die gewoon weigeren met een vrouwelijke politieagent te praten. Seksuele intimidatie wordt in het Belgische recht beschouwd als een vorm van discriminatie, en is alleen verboden en strafrechtelijk vervolgbaar in welbepaalde contexten, zoals een werkomgeving. Niet op straat, in het verkeer of online. Het is precies om ook gevallen van seksistische intimidatie buiten de werkvloer te kunnen bestraffen, dat de seksismewet er is gekomen.’
Precedenten
Meer nog dan over de veroordeling was er verontwaardiging over de straf die Jeff Hoeyberghs van de rechter kreeg opgelegd: tien maanden gevangenisstraf waarvan de helft met uitstel en een geldboete van 8000 euro. Naar de gevangenis voor onwelvoeglijke of aanstootgevende uitlatingen? Het was voor menig twitteraar meer dan één brug te ver, en vergelijkingen met totalitaire regimes waren niet van de lucht. Bovendien wordt de plastisch chirurg ook vijf jaar lang uit zijn burgerrechten ontzet, omdat Hoeyberghs volgens de rechtbank ‘door zijn criminele gedrag op grote schaal aan anderen de rechten ontzegt die zijn vastgelegd in onder meer het EVRM en de Belgische grondwet’. Tenzij de rechters in beroep er anders over beslissen, is een eventuele politieke carrière voor de plastische chirurg dus niet voor morgen.
Dirk Voorhoof is een koele minnaar van gevangenisstraffen voor opiniedelicten. ‘Ik denk niet dat gevangenisstraffen zulke mensen veel beter maken. Al zal Hoeyberghs, aangezien de helft van de straf met uitstel is, natuurlijk niet daadwerkelijk naar de gevangenis hoeven. Maar er hangt hem wel een dreiging boven het hoofd, en hij zal nu moeten uitkijken wat hij publiekelijk verklaart.’
‘Als advocaat van de burgerlijke partij kan ik me niet over de strafmaat uitspreken’, reageert Elke Cloots. ‘Maar het klopt dat de straf aanleunt bij de maximumstraf waarin de wetgever voorziet. Ik wil er ook op wijzen dat in oudere zaken eveneens celstraffen zijn uitgesproken, alleen voor seksisme en dus niet voor het aanzetten tot haat, discriminatie en geweld, tegenover een politieagente. Maar daar heeft nooit een haan naar gekraaid.’
Zo was er vorig jaar de zaak van een man in Koksijde die weigerde een verklaring af te leggen bij een politieagente omdat ze een vrouw was, en die haar in het Arabisch uitschold. Hij kreeg zeven maanden gevangenisstraf met uitstel. Toen hij een paar maanden later opnieuw door het lint ging tegen twee vrouwen aan een bushalte werd zijn straf effectief.
In juni vorig jaar werd in Mechelen eveneens een man veroordeeld die, toen de politie na een oproep bij hem thuis kwam aanbellen, weigerde de vrouwelijke inspecteur te woord te staan en haar verschillende malen toeriep: ‘Gij zijt niks waard gij, gij zijt een vrouw, gij moogt niet tegen mij spreken.’ De man, die weliswaar een zwaar strafregister bezat maar op het moment van het vonnis een vaste baan als poetshulp had, kreeg drie maanden cel. De rechter vond een voorwaardelijke straf of een werkstraf ‘gezien de ernst van de feiten’ geen optie.
Politiek vonnis
‘Wanneer grijpt de politiek in om de ongebreidelde macht van de politieke rechter aan banden te leggen?’ fulmineerde Hoeyberghs’ advocaat, de bekende strafpleiter Hans Rieder, in een persbericht na de veroordeling van zijn cliënt. Socioloog Mark Elchardus had het in de krant De Morgen over ‘ontspoorde rechtspraak’ en over rechters die hun interpretatievrijheid misbruiken om hun ideologische voorkeuren door te drukken.
Maar dat zou misschien eerder het geval zijn geweest indien de rechter, óndanks de seksismewet, Jeff Hoeyberghs had vrijgesproken. Het verwijt van zogenaamde juristocratie lijkt hier geen hout te snijden. Ook professor Vrielink en anderen zijn van oordeel dat de rechter de seksismewet gewoon heeft toegepast. ‘Het lijkt me heel lastig om met deze wetgeving in de hand Hoeyberghs níét te veroordelen voor seksisme. Gewoon omdat de wet zo ruim is opgesteld, en gezien het feit dat wat hij gezegd heeft perfect beantwoordt aan die delictsomschrijving.’
Grondwetspecialist Hendrik Vuye treedt hem daarin bij. ‘Als de wetgever wetten aanneemt met zó een ruim toepassingsgebied, mag je niet verbaasd zijn dat het eens tot een veroordeling komt. Wie kritiek heeft op dit vonnis, moet niet naar de rechter maar naar de wetgever kijken. Want hoe wansmakelijk ook, het is zeer de vraag of je zulke zaken met strafrecht moet aanpakken. Op dat vlak moet het parlement dus de hand in eigen boezem steken.’
Vuye vindt het een verspilling van mankracht en middelen om ‘heel het strafrechtelijk apparaat los te laten’ op wat hij als ‘een mineur incident’ beschouwt. ‘De maatschappelijk correcte reactie, en dat geldt volgens mij ook voor negationisme en voor racistische uitspraken, is gewoon dat men dit afkeurt. Alleen als er echt sprake is van een onmiddellijk of dreigend gevaar, wat in de VS als criterium wordt gebruikt, moet je strafrechtelijk reageren. Na die lezing is de hele samenleving toch over Hoeyberghs heen gevallen? De afkeuring was haast unaniem. Dat volstond volgens mij. Als je dan strafrechtelijk gaat vervolgen, geef je de man te veel aandacht en krijg je polarisering. En je kunt er gif op innemen dat partijen als de N-VA en het VB zullen proberen om hier een slaatje uit te slaan.’
Martelaar
Of de seksismewet ook echt een effectief instrument is om seksisme te bestrijden, daarover is het laatste woord nog lang niet gezegd. ‘Maar wetgeving heeft ook een symbolische en opvoedkundige functie,’ zegt Elke Cloots, ‘om te laten zien waar we als samenleving de grens trekken. Trouwens, iedereen heeft het nu over de expressievrijheid van Jeff Hoeyberghs. Maar seksisme vormt een enorme bedreiging voor de expressievrijheid van vrouwen. Veel vrouwen zijn bang om zich uit te spreken over seksistische thema’s of drukken zich minder krachtig uit, uit angst voor seksistische reacties.’
Net op dit moment pleit N-VA-Kamerfractievoorzitter Peter De Roover – behalve voor het lozen dan wel kritisch doorlichten van de seksismewet – voor het schrappen van de bepaling ‘aanzetten tot haat’ uit de strafwet. Los van de vraag of België dat kan, gezien onze grondwet en internationaalrechtelijke verplichtingen, is het ook de vraag of het wenselijk is. Volgens professor Vrielink is de zaak op z’n minst een debat waard. ‘Aanzetten tot haat werd initieel verboden in België met de antiracismewet in 1981’, legt hij uit. ‘Als je de geschiedenis van de toepassing van die wet bekijkt, zie je dat de term “haat” de mogelijkheid geeft om de bepaling van het aanzetten tot haat, geweld en discriminatie op te rekken. Want wat is dat, aanzetten tot haat? Discriminatie is vrij helder gedefinieerd, dat is een onderscheid maken dat niet juridisch gerechtvaardigd is. Geweld kan verschillende vormen aannemen, maar het is niet zo moeilijk om geweld te herkennen als geweld. Maar haat is een gevoel. Wanneer zet je aan tot haat? Als je een grove grap maakt over iemand?’
Vrielink meent dat het Grondwettelijk Hof in verband met de bepaling ‘aanzetten tot haat’ zijn rol wél goed heeft gespeeld en de bepaling heeft aangescherpt tot ‘het doelbewust aanzetten tot haatdragend gedrag’. Daardoor zijn de meeste rechters de laatste jaren terughoudender gaan vonnissen in zulke zaken – met de veroordeling van de radicaal-rechtse organisatie Voorpost wegens een spandoek met de boodschap ‘stop islamisering’ als notoire uitzondering.
Onderzoek van Vrielink tijdens zijn doctoraatsscriptie liet ook zien dat de vervolging van mensen die zich schuldig maken aan haatspraak, zowel voor de slachtoffers als voor de daders, niet zo heel gunstig is, ‘en vaak juist onverwachte, contraproductieve effecten heeft’. Eén daarvan zou kunnen zijn dat iemand zo marginaal qua opvattingen als Jeff Hoeyberghs – die ook een levenslang beroepsverbod kreeg in het Verenigd Koninkrijk, een tijdlang geschorst werd door de Belgische Orde van Geneesheren en veroordeeld werd voor een vluchtmisdrijf – nu opeens een halve martelaar van het vrije woord dreigt te worden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier