Noëmi Willemen
‘Na “Jean-Jacques, allee” moet één reactie verontrusten: het applaus op de banken’
‘Hoezo zetten ouders hun kinderen in voor een politiek spelletje?’, vraagt Noëmi Willemen zich af.
Al weken lang trekken jonge ouders met hun kindjes naar het Vlaamse parlement. Het blijft verbazen hoe rustig die ukken de plenaire vergadering volgen, maar de ergernis stijgt bij de meerderheidspartijen. Deze woensdag zweeg Jean-Jacques De Gucht (Open VLD) halverwege een zin, alsof een kraaiend peutertje het onmogelijk maakte die af te maken. De voorzitter zei: ‘Jean-Jacques, allee’, maar die vond het toch maar ‘raar’, kindjes in het parlement.
Later verklaarde hij medelijden te hebben met de kleintjes en stelde genereus enkele namiddagactiviteiten voor die wél pedagogisch verantwoord zijn, zoals kleuren. Net als na Liesbeth Homans’ honende ‘En de papa dan?’ in oktober regent het verontwaardiging en twitter-mopjes. Eén reactie moet -ook nu weer- verontrusten: het applaus op de banken.
Er is geen partij in het halfrond die zich niet opwerpt als dé verdediger van het gezin en kleine kinderen in het bijzonder. Mogen wij het dus raar vinden dat men het onverantwoord vindt dat baby’s een halfuur op schoot luisteren naar het halfrond, waar men week na week de schouders ophaalt over de onhoudbare omstandigheden waarin diezelfde kindjes heelder dagen opgevangen worden? Hoezo zetten deze ouders hun kinderen in voor een politiek spelletje? Ze laten week na na week, intussen samen met vertegenwoordigers van wel vijf feministische organisaties, op een ontroerende manier hun solidariteit zien met een sector die al jaren genegeerd wordt. Het parlement is het huis van het volk, waar ook de jongste burgers het recht hebben om te komen kijken hoe fundamentele debatten gevoerd worden.
Perfecte storm
Onze kinderopvang wordt geteisterd door een ‘perfect storm’ die voorspelbaar en te voortkomen was. Jarenlang heeft men geprobeerd op een zo goedkoop mogelijke manier het continue tekort aan plaatsjes op te vullen. De normen voor opstartende initiatieven werden systematisch verlaagd. Onze kind-begeleider-ratio is sinds 2013 de hoogste van Europa. Toen de sector in maart 2020 actie voerde tegen de onleefbare werkdruk, moest de mokerslag nog komen. Onze kindbegeleiders werkten de hele coronacrisis door, net zoals de meeste essentiële sectoren in de krakende non-profit. Sindsdien zijn de burn-outs niet meer te tellen, verlaten velen moegestreden de sector waaraan ze hun hart verloren en beginnen afgestudeerden niet aan de job.
Mogen we het raar vinden dat onze overheid niet investeert in faire lonen, correcte statuten, betere opleiding en kindvrije uren voor wie zo’n cruciaal werk doet? De Vlaamse regering wil dan wel eindelijk de zelfgecreëerde ongelijkheid in het kluwen van subsidietrappen aanpakken, maar weigert toe te geven dat ook in de beter verloonde trappen mensen massaal uitvallen.
Geen mens zou de dagelijkse verantwoordelijkheid moeten dragen voor negen kleintjes, zelfs niet voor een parlementair wedde.
In Antwerpen is 1 op de 4 werknemers in de stadscrèches intussen ziek. Geen mens zou de dagelijkse verantwoordelijkheid moeten dragen voor negen kleintjes, zelfs niet voor een parlementair wedde. Experts en vakbonden vragen een verlaging naar 1 op 5 (1 op 4 voor de kleinste kinderen en voor wie alleen staat). Dat is hoegenaamd niet veel gevraagd: daarmee zouden we net de Europese mediaan halen. Mogen we het raar vinden dat het verre-toekomst-traject van de Vlaamse regering eerst een ‘benchmarking’ en een bijkomende impactstudie afwacht om dan rond de zomer eens te kijken wat er misschien kan gebeuren? Wie speelt hier politieke spelletjes?
Een oprechte vraag, want deze onderwerpen verdragen geen cynisme: is dit dan het verhaal van Vlaanderen? Er waren eens verkozenen die op dat pluche konden zitten omdat iemand anders intussen op hun kinderen paste, voor hun bejaarde geliefden zorgde en hun huis poetste. Er was eens een o zo gekoesterde economie die niet zou draaien zonder al die onderbetaalde, onzichtbare, ondergewaardeerde zorgarbeid. Vooral: er waren eens sectoren die ons in léven hielden. Er was eens, in één van de welvarendste regio’s ter wereld, in 2023, een kinderopvang, ouderenzorg, onderwijs, jeugdhulp, … die bezweken onder personeelstekorten, rotstatuten, besparingen en onhoudbare ratio’s. Er was eens een overheid die toekeek tot er alleen brokken overbleven, om ze uit te verkopen aan de hoogst biedende? Vlaamse regering, allez, is dit echt het verhaal dat we onze kinderen gaan vertellen?
Noëmi Willemen is historica aan de UC Louvain en steunend lid van het crisiskabinet kinderopvang.
Plenaire vergadering
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier