Waarom stuurden N-VA en Vlaams Belang hun kat naar burgerpanel over partijfinanciering?
Afgelopen weekend waren alle partijen uitgenodigd bij We Need To Talk, het burgerpanel dat de partijfinanciering wil hervormen. Grote afwezigen: de N-VA en Vlaams Belang, de twee rijkste partijen van Vlaanderen. ‘De deelnemers waren boos’, zegt David Van Reybrouck.
Het was de tweede keer dat de 60 gelote burgers van We Need To Talk bijeenkwamen. In maart, tijdens het eerste debatweekend, kwamen experts in de partijfinanciering over de vloer, onder wie politoloog Bart Maddens (KU Leuven). Het doel van het burgerpanel: met aanbevelingen rond de royale partijfinanciering naar de Wetstraat trekken.
Het project wordt ondersteund door meerdere denktanks, waaronder Itinera, de Vrijdaggroep en de G1000. Ook auteur David Van Reybrouck, onder meer bekend van zijn betrokkenheid bij de originele G1000 in 2011, zet er zijn schouders onder.
Afgelopen weekend was het de beurt aan de politieke partijen zelf. ‘We willen niet alleen input van objectieve experts, maar ook de betrokkenen zelf aan het woord laten’, zei Van Reybrouck.
Alle Franstalige partijen tekenden present. Aan Nederlandstalige kant ging het om Servais Verherstraeten (CD&V), Egbert Lachaert (Open VLD), Jeremie Vaneeckhout (Groen), Raoul Hedebouw (PVDA) en een medewerker van de studiedienst van Vooruit, die Melissa Depraetere verving.
Vóór afgelopen weekend was er al communicatie geweest met de partijen. Ook met het Vlaams Belang. Filosofe en auteur Alicja Gescinska, het gezicht van het burgerpanel, ging op de koffie bij voorzitter Tom Van Grieken. Na een vergadering op het partijbureau liet het Vlaams Belang weten dat het niemand zou afvaardigen.
‘Van Grieken heeft ons respectvol behandeld en eerlijk aangegeven dat hij geen liefhebber is van burgerpanels’, zegt Gescinska. ‘Wij appreciëren dat het Vlaams Belang heeft geluisterd en in ons gezicht heeft gezegd hoe het erover dacht.’
De N-VA weigerde elke communicatie. Ook na e-mails aan het secretariaat van voorzitter Bart De Wever, fractieleider Peter De Roover en Kamerlid Sander Loones kwam er geen respons. In totaal hebben Gescinska en Van Reybrouyck zeven keer contact gezocht.
Van Reybrouck noemt het wegblijven van beide partijen een legitiem standpunt. ‘Maar van de N-VA vond ik het raar dat er geen enkel antwoord kwam. Het gaat hier immers over gewone burgers die willen praten over het vele geld dat ze jaarlijks aan de partijen geven.’
Verschuilen
Dat uitgerekend de N-VA en Vlaams Belang hun kat stuurden, is opvallend. Beide partijen legden al concrete voorstellen op tafel voor de afbouw van de partijfinanciering. Tegelijk zijn zij de rijkste partijen. Volgens de laatste cijfers kan de N-VA rekenen op 11 miljoen euro aan jaarlijkse partijdotaties, het Vlaams Belang op 8,1 miljoen euro. De derde Vlaamse partij, CD&V, volgt op 6,6 miljoen euro. Daarnaast is er het opgebouwde vermogen van de partijen: N-VA beschikt over 38,7 miljoen euro, Vlaams Belang over 16,4 miljoen euro.
Van Reybrouck: ‘Het viel me op dat veel deelnemers echt boos waren. Ze vonden het niet kunnen dat de twee grootste Vlaamse partijen wegbleven. Ik weet van minstens drie deelnemers die zeiden dat ze voor de N-VA hadden gestemd en dat niet meer gingen doen. “Als wij niet belangrijk genoeg zijn, dan stem ik daar ook niet meer op”, zeiden ze.’
Het wegblijven van de N-VA was een bewuste keuze, zegt partijwoordvoerder Philippe Kerckaert. ‘Wij geloven in verkiezingen, waarbij álle burgers hun stem kunnen laten horen, en niet in gelote burgerpanels die meestal gewoon het standpunt van de organisatoren overnemen als conclusie’, zegt hij.
Kerckaert verwijst ook naar het N-VA-wetsvoorstel om de indexering van de partijsubsidies stop te zetten. ‘Politici zouden dat voorstel beter gewoon goedkeuren in plaats van zich te verschuilen achter allerlei initiatieven die nooit ergens toe leiden.’
Volgens expert Bart Maddens ligt het wegblijven van beide partijen in de lijn van hun programma. ‘Ze hebben altijd gezegd dat ze tegen burgerpanels zijn, en er is ook geen morele verplichting om te gaan.’
Zelf is Maddens een koele minnaar van burgerpanels, maar hij gelooft dat het thema partijfinanciering wél geschikt is voor het opzet. ‘In tegenstelling tot belastingen of werkloosheidsuitkeringen is het weinig ideologisch: het zorgt niet meteen voor links-rechtstegenstellingen. Bovendien heeft het geen onmiddellijk belang voor de burger.’
Gescinska zegt dat We Need To Talk de hand blijft reiken naar alle partijen. ‘Het gaat hier niet over mij of over de organisatie. Wij vragen enkel een gesprek tussen het beleid en de burgers.’
Volgende maand wil het burgerpanel klaar zijn met de aanbevelingen. Eind mei trekken enkele burgers naar het parlement. Daar wordt een gesprek met de N-VA en Vlaams Belang alsnog mogelijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier