‘Voor veel mensen is de stap naar werk onaantrekkelijk geworden’, zegt N-VA’er Tomas Roggeman. Zijn partij pleit er daarom voor lokale besturen meer armslag te geven bij de uitbetaling van leeflonen. Experts reageren gemengd.
‘4000 euro, dat was het hoogste bedrag aan leeflonen dat ik heb moeten uitbetalen aan één gezin. Het ging om een koppel met drie studerende kinderen en een minderjarig kind. En daar komen nog allerlei sociale voordelen bij’, zegt N-VA-Kamerlid Tomas Roggeman, die in Dendermonde ook voorzitter is van het bijzonder comité voor de sociale dienst. ‘We moeten mensen helpen die het nodig hebben, maar niet zodat ze meer overhouden dan een werkend arbeidersgezin.’
Roggeman pleit daarom voor een flexibelere omgang met leeflonen, in het bijzonder door lokale besturen. Samen met zo’n 30 lokale N-VA-politici schreef hij er een opiniestuk over in Knack.
De partij wil dat gemeenten het leefloon voor huishoudens gemakkelijker kunnen plafonneren. ‘Zo kunnen we vermijden dat de steunverlening disproportionele vormen aanneemt, waardoor de ontvangen bedragen hoog kunnen oplopen en het activeringstraject onbedoeld verlamd wordt’, zo stelt het opiniestuk.
De oproep is gericht aan het federale beleidsniveau, waartegen de N-VA oppositie voert.
Strakke hokjes
Volgens de Vlaams-nationalisten dient hun voorstel niet om mensen financieel te schaden, maar om hen net sneller aan werk te helpen. ‘Soms worden OCMW’s gedwongen hulp te geven die niet meer in proportie staat tot de feitelijke noden’, zegt Roggeman.
Daardoor wordt het volgens de N-VA onaantrekkelijk voor mensen om een baan te zoeken, aangezien zo tal van sociale voordelen wegvallen, zoals het sociale tarief voor gas en elektriciteit, water, telecom en openbaar vervoer. ‘De wet werkt met zeer strakke hokjes die niet aangepast zijn aan de realiteit. Mensen worden gevangen gehouden in sociale dienstverlening.’
Vandaag bedraagt het leefloon van een alleenstaande zo’n 1214 euro, voor een samenwonende 809 euro. Voor een samenwonende met gezinslast loopt dat op tot 1640 euro. Vlaanderen telde eind vorig jaar zo’n 37.000 mensen die een leefloon krijgen.
Willekeur
Het N-VA-voorstel oogst gemengde reacties. Arbeidseconoom Stijn Baert (UGent) ziet positieve elementen. ‘Wanneer je het leefloon kunt modereren, realiseer je een dubbele doelstelling: armoede tegengaan én een brug naar sociale integratie toelaten.’
Baert vindt het wel jammer dat de N-VA niet voor eigen Vlaamse deur veegt. ‘Gewoon door het Vlaamse regeerakkoord uit te voeren had de partij al stappen in de goede richting kunnen zetten’, zegt hij. Zo spraken de Vlaamse coalitiepartners bij de aanvang van de regeerperiode af om sociale voordelen niet langer te koppelen aan het statuut maar aan het inkomen. Zo zouden die voordelen niet meteen vervallen wanneer iemand een job vindt, en zou de stap naar werk dus vlotter kunnen verlopen. Maar die passage in het regeerakkoord blijft vooralsnog dode letter, stipt Baert aan.
Armoede-expert Wim Van Lancker (KU Leuven) reageert sceptischer. ‘De voorbeelden van “grote bedragen” die de partij aanreikt, zijn uitzonderingen. De realiteit is dat het leefloon net te laag is om mensen vooruit te helpen.’
Bovendien, zegt Van Lancker, kunnen gemeenten de inkomens van leefloongerechtigden vandaag al aftoppen, bijvoorbeeld wanneer verschillende leden van één huishouden leeflonen cumuleren.
Daarnaast vreest Van Lancker voor willekeur. ‘Het beleid is net in toenemende mate gericht op een uniforme behandeling. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat mensen in gemeente A beter worden behandeld dan in gemeente B?’