‘N-VA en de media hebben Vlaams Belang te snel afgeschreven’
Vlaams Belang ging er bij de lokale verkiezingen flink op vooruit. Voor Bart Maddens en Karl Van Camp, oudgedienden in het Vlaamse huis, is dat allesbehalve een verrassing. ‘Mochten het federale verkiezingen geweest zijn, had Vlaams Belang wellicht nog meer gescoord.’
‘De grote overwinning van Vlaams Belang is voor mij het belangrijkste resultaat van gisteren,’ zegt politoloog Bart Maddens (KU Leuven), die de Vlaamse Beweging als zijn broekzak kent. ‘De stijging is moeilijk te ontkennen,’ beaamt ook Karl Van Camp, bezieler en hoofdredacteur van ’t Pallieterke. Ze hebben gelijk: het Vlaams Belang – en bij uitbreiding uiterst rechts – is één van de grote winnaars van de lokale en provinciale verkiezingen. In Ninove haalt Guy D’Haeseleer liefst 40 procent, in Denderleeuw is Vlaams Belang eveneens de grootste, en in Schoten en Aalst haalt de partij met erg verdienstelijke scores een tweede plaats achter N-VA.
Vlaams Belang stijgt volgens een eigen telling van 214 naar 356 gemeenteraadszetels – genoeg voor VB-voorzitter Tom Van Grieken om prompt te verklaren dat zijn partij ‘back’ is, na erg tegenvallende resultaten in 2012, toen de kiesdrempel maar nipt gehaald werd.
En reken daar nog bij dat het potentieel van Vlaams Belang een stuk onderschat wordt, zegt Maddens. ‘Vergeet niet dat de partij in veel gemeenten zelfs niet meedeed aan de verkiezingen. Nog niet in de helft hadden ze een lijst, en in bijna alle gevallen was die onvolledig. De visibiliteit van de partij was dus heel klein, en toch zie je dat ze in de provincieraadsverkiezingen aan 13 procent komen. Mochten het federale verkiezingen geweest zijn, had Vlaams Belang wellicht nog meer gescoord.’
Een deel van de verklaring moet gezocht worden in de manier waarop N-VA haar favoriete thema’s – veiligheid, migratie, asiel – als inzet van de lokale verkiezingen probeerde te slijten. Het zijn topics die traditioneel vooral tot de core business van Vlaams Belang behoorden. ‘Het is een oude wetmatigheid: maak die thema’s belangrijker, en dan wint de eigenaar ervan. Daarom had ik ook twijfels geuit over de N-VA-strategie,’ zegt Maddens.
Van Camp ziet vooral een falen van N-VA: ‘Sommige mensen zijn dan toch niet overtuigd van het radicaal beleid van Theo Francken. Of er is misschien niet zo’n radicaal beleid – die vraag kan je ook stellen. Zijn cijfers tonen misschien wel een strenger beleid, maar intussen zien de mensen het straatbeeld wel veranderen. Ook in kleinere gemeenten duiken nu hoofddoeken op: dat is visueel veel sterker dan cijfers, en het maakt mensen angstig.’
Het valt op dat N-VA inderdaad een stuk minder goed presteerde dan verwacht werd. De partij is dan wel de grootste in Vlaanderen, maar is zeker niet overal dominant. En in de provincieraadsverkiezingen verliest ze meer dan een vijfde van haar aanhang: van 32,4 procent naar 24,8 procent. Waar N-VA in het bestuur zat, wordt ze wel beloond: kijk naar burgemeester Christoph Dhaese, die in Aalst N-VA boven de 33 procent stuwt. Maar waar N-VA geen deel uitmaakte van het schepencollege, wordt vaak met minnetjes gerekend.
Gecombineerd met de opgang van Vlaams Belang, lijkt het alsof N-VA met haar campagne het VB zelf in de markt heeft gezet en vervolgens in de klappen deelde. Maar die analyse is te reductionistisch, aldus Maddens. ‘Het is duidelijk dat er sowieso een uiterst rechtse golf is in Europa als gevolg van de asielcrisis. Sowieso zou het VB sterk gescoord hebben. N-VA heeft dat effect weliswaar versterkt, en is er niet in geslaagd op die rechtse golf mee te surfen.’
‘N-VA en de media hebben Vlaams Belang te snel afgeschreven,’ klinkt het. ‘Het VB leek een marginaal partijtje geworden, en ook N-VA is ervan uitgegaan dat ze nauwelijks nog concurrentie zou hebben op rechts. Dat beeld is nu totaal veranderd. Vlaams Belang is samen met Groen de derde grootste partij, en haalt op sommige plaatsen spectaculaire scores. Dat is een reality check voor N-VA.’
Maar evengoed was de strijd om ’t Schoon Verdiep een reality check voor de partij, in de positieve zin. Na een afmattende campagne, waarbij de persoonlijke verwijten heen en weer gekeild werden, bewees Bart De Wever nog maar eens hoe belangrijk hij is: geen enkele zetel leverde zijn partij in het Antwerpse schepencollege in. ‘In Antwerpen zijn de grote verliezers de peilingbureaus,’ lacht Karl Van Camp. ‘Hoeveel bladzijden zijn er niet volgeschreven over de coalitievorming mocht De Wever op 20 zetels terugvallen. Dat is allemaal niet gebeurd.
‘De Wever is nog steeds een zeer sterk figuur, al vond ik hem de voorbije weken een vermoeide indruk geven. Hij voerde soms ook de verkeerde communicatie.’ De hoofdredacteur van ’t Pallieterke verwijst naar een interview in De Volkskrant, waarin De Wever waarschuwde voor de invloed van de drugswereld in zijn stad en de haven. ‘In mijn ogen was dat een fout moment om dat te communiceren. Uiteindelijk gaf hij aan dat zijn beleid een beetje gefaald had, maar ook dat is niet afgestraft.’
Moet N-VA vrezen dat zo’n afstraffing er volgend jaar wel komt, bij de federale verkiezingen? Dat zit er niet meteen in, aldus Maddens. ‘We zien in het verleden dat lokaal sterk verankerde partijen bij de provinciale verkiezingen beter scoren dan bij de federale stembusslag, en vice versa: een zwakker lokaal netwerk leidt tot lagere scores. Vlaams Belang en Groen delen die handicap, en in mindere mate N-VA ook: een score 24,8 procent in de provinciale verkiezingen is heel laag voor N-VA, maar bij nationale verkiezingen zou ze wel daarboven zitten.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier